width and height should be displayed here dynamically

Barbara Visser

Het uitgangspunt van Barbara Vissers tentoonstelling A Day in Holland / Holland in a Day in Stroom hcbk is veelbelovend: het werk gaat over Huis ten Bosch Stad, het pseudo-Hollandse themapark bij Nagasaki, waar onder meer de Utrechtse Domtoren en tal van grachtenpanden zijn nagebouwd. Op het eerste gezicht is dit een uitstekende biotoop voor Visser, bij wie feit en fictie vaak onontwarbaar verstrengeld zijn. Zo speelde zij ooit de kunstenares Barbora [sic] Visser in de Litouwse soap Gimines en maakte ze een parodie op het genre ‘televisie-interview per satelliet’ waarin een oude man, die zogenaamd de modernistische architect Duiker was (in feite was Duiker al lang overleden), worstelde met de falende techniek en met zijn hardhorendheid. In de tentoonstellingsruimte van Stroom blijkt helaas dat Visser onvoldoende greep heeft gekregen op het Japanse fenomeen waar ze zich op heeft gestort. De meeste werken zijn foto’s die op een nogal simplistische omkering zijn gebaseerd: de Japanners hebben een smetteloze minikopie van Nederland gemaakt, dus Visser laat twee Europeanen zich schminken en kleden op zijn Japans, om ze daarna als archetypische Japanners tijdens een ‘dagje in het park’ te fotograferen. Het groteske van hun dichtgeplamuurde, pseudo-Japanse gezichten moet ons wellicht attent maken op de totale kunstmatigheid van de omgeving; maar hebben de bezoekers van haar tentoonstelling werkelijk zo’n grove hint nodig?

Er zijn slechts enkele foto’s die enigszins aan de platheid van dit werk ontstijgen: een tweeluik in de formele tuin van Huis ten Bosch (van die tuin bestaat in Nederland overigens geen origineel), en bovenal een foto van de man van het paar die als Rückenfigur voor een raam staat. Over zijn schouders meekijkend, zien we buiten Hollandse gevels en een stuk van de domtoren; er lijkt een wit waas over dit stadsgezicht te hangen. Het is een melancholiek beeld, waarbij het opgemaakte gezicht niet stoort omdat het niet in beeld is. De man bevindt zich nu achter de pseudo-Nederlandse coulisse in plaats van ervoor, waar de zaken al even onwerkelijk zijn: het interieur waarin hij zich bevindt is een hotelkamer, wat expliciet wordt gemaakt op een gerelateerde foto met een iets grotere uitsnede, waarop te zien is hoe de ‘raamfoto’ met hotellakens wordt uitgelicht. Behalve foto’s toont Visser ook een videoprojectie die de Zeeuwse watersnoodramp van 1953 tot onderwerp heeft, althans een repetitie van een toneelstuk over die ramp in het Hollandpark. Men ziet een leeg toneel waarop een enkele keer water wordt uitgestort, en waarop van links constant allerlei rommel wordt gegooid (een paraplu, afvalzakken). Ondertussen klinkt een plechtstatige Japanse stem die giechelende andere stemmen eraan herinnert dat deze repetitie tot doel heeft ‘de perfecte ramp’ te ensceneren. Geheel in de Vissertraditie is het onduidelijk waar de fictie precies begint: dit is duidelijk een Visser-enscenering, maar zou deze video zijn geïnspireerd op een echte attractie van het Hollandpark? Wat Visser laat zien, is in ieder geval een ironisch-Adorniaanse versie van de watersnoodramp, waarbij deze niet wordt gerepresenteerd, maar slechts in wat brokstukken en falende tekens aanwezig-afwezig is. Het is net als de meeste foto’s een onbevredigend werk, dat te zeer blijft steken in een nogal eendimensionaal idee. Het werk zou vermoedelijk schraal afsteken tegen een echte Japanse reconstructie van de watersnoodramp, als die bestond. En als die niet bestaat, had Visser hem misschien beter zelf kunnen creëren, in plaats van deze al te mechanische negatie van het al dan niet fictieve spektakel.

In het kleine boekje dat bij de tentoonstelling is uitgegeven, staat naast de genoemde ‘raamfoto’ – die inderdaad een zweem van fin de siècle heeft – een passage van Huysmans, die er zich naar aanleiding van een bezoek aan het laat negentiende-eeuwse Zaandam over beklaagt dat alles nep is. Tegenwoordig is Nederland al helemaal een pretparkversie van zijn eigen geschiedenis, en misschien had de tentoonstelling er baat bij gehad als Visser deze vervaging van de grens tussen Nederlands origineel en Japanse kopie meer had uitgewerkt. Vreemd genoeg weet Visser in een interview in NRC Handelsbad veel boeiender uit te pakken over het park bij Nagasaki dan in de tentoonstelling zelf. Ze heeft het onder meer over het bizarre gegeven dat afbeeldingen van het park eigenlijk niet verkocht mogen worden, aangezien op de Japanse kopieën van de Nederlandse gebouwen copyright rust. Visser zegt te hopen dat het naar aanleiding van haar foto’s tot een proces komt, en misschien dringt zij via die omweg toch nog door tot de waanzinnige kern van de coulissenwereld bij Nagasaki. De tentoonstelling zou dan niet meer zijn dan de aanleiding tot een rechtszaak die Visser de mogelijkheid tot nieuwe, rakere interventies biedt.

 

• A Day in Holland / Holland in a Day van Barbara Visser tot 6 oktober in Stroom hcbk, Spui 193-195, 2511 BN Den Haag (070/365.89.85; www. stroom.nl).