width and height should be displayed here dynamically

Chris Marker, Immemory

De cd-rom Immemory van Chris Marker, vorig jaar uitgegeven door het Centre Georges Pompidou, is nog het makkelijkst voor te stellen als een digitaal opgeslagen zolderkamer, ingedeeld in zones van herinneringen. Die zones tonen (fragmenten van) foto’s, gravures, schilderijen, films, teksten, bewerkt of voorzien van notities, die zijn uitgezet langs een aantal virtuele trajecten die men kan doorlopen: Le Voyage, Le Musée, La Mémoire, La Poésie, La Guerre, La Photo, Le Cinéma. De centrale vraag, ontleend aan Marcel Proust, is ook de hoofding van het onderdeel La Mémoire: “Qu’est-ce qu’une madeleine?” Wat belaadt iets met het affect van de herinnering? Waarom is dat ene detail, dat ene boek, gedicht of schilderij het emotionerende en essentiële tussen alle andere?

Marker zoekt het antwoord door te structureren en zich het geheugen voor te stellen als iets geografisch. In de Oudheid bediende men zich van verbeelde gebouwen als geheugensteun. Men doorliep de imaginaire gangen en kamers waarover dat wat onthouden moest worden in gedachten verdeeld was. De captatio benevolentiae van een redevoering trof men dan bij de drempel, de epiloog in de tuin (zie Frances Yates’The Art of Memory). In Immemory is hetzelfde aan de hand, maar dan in omgekeerde volgorde. Marker legt geen structuur op aan alle losse fragmenten om het onthouden te vergemakkelijken, maar vertrekt vanuit de hypothese dat de manier waarop dat wrakhout van herinneringen bij elkaar gejut kan worden, hoe herinnerde fragmenten associatief aan elkaar gaan klitten, iets over het geheugen zal verraden. Het ontwerp dat ontstaat door de toepassing van metaforen van plaats en traject, van reis en geografie, zal misschien zin ontlokken aan dat chaotische geheel dat geheugen heet.

Het lijkt evident dat dergelijke onderneming ‘in de eerste persoon staat’. De cd-rom refereert voortdurend aan Markers privéverleden, met een maalstroom aan reisfoto’s, ‘de foto’s van oom Anton’, en vragen en opmerkingen zoals: “wilt u weten wat het verband is tussen graaf Dracula en mijn tante Edith”, “toen ik zeven was maakte die film een onvergetelijke indruk op me”, enzovoort. Toch benadrukt Marker dat de ‘ik’ van die autobiografie in even grote mate fictief als reëel is. Ook zijn er, door het opnemen van biografische elementen uit andere levens, van teksten van anderen waarmee de ik-figuur zich identificeert, meerdere stemmen aan het woord. Eén daarvan is een alter ego van de ik-figuur: ‘Guillaume-en-Egypte’, een cartoonkat die geregeld een vertakking of omweg in het parcours voorstelt. Zonder het autobiografische te verliezen geeft die veelheid aan personages de indruk van een geheugen als een landschap waar verschillende figuren doorheen kunnen wandelen. Ook de werktitel, Immemory One, laat uitschijnen dat er meerdere versies van het eigen geheugen zijn, al naargelang het ik-personage dat het doorkruist. Dan laat de ‘im-’ in Immemory zich verstaan als in ‘impersonal’: een geheugen dat niet aan één persoon gebonden is.

Immemory kan ook worden begrepen zoals in ‘impersonate’, als het ene personage het andere vertolkt of verbergt, zoals de ene herinnering de andere kan overlappen, verhullen en tegenspreken. Hitchcocks donkere fabel Vertigo speelt voor Marker een centrale rol. Hierin probeert Scottie, het personage van James Stewart, het fantasma van een verloren liefde te herbeleven met een andere vrouw die tevoren, in het kader van een plan om een derde vrouw te vermoorden, die rol voor hem speelde. Wat Scottie opeist, is een tweede kans. Een onmogelijke wens, die voor Scottie slechts een herhaling van dezelfde vergissing tot gevolg kan hebben, want het verleden blijkt een fictie waarop niet terug te keren valt. Daar voegt Marker aan toe: “Qu’est-ce que nous proposent les jeux vidéo, qui en disent plus sur nos inconscients que les oeuvres complètes de Lacan? Pas l’argent, ni la gloire: une nouvelle partie. La possibilité de recommencer à jouer. Une seconde chance. A free replay.”

Met verschillende versies en geen oorspronkelijke historische realiteit om op terug te vallen, wordt het geheugen eerder de plaats van de mythe dan van de geschiedenis. ‘Immemorial’: ‘beyond the reach of memory’, ‘mensenheugenis’. De archeologie van de persoonlijke geschiedenis bedreven in Immemory is dan verwisselbaar met een mythologie. Chris Marker treedt op als een Schliemann die, uiteindelijk ook tot zijn eigen verbazing, Troje van onder het zand haalt. De depersonalisering van biografische fragmenten tot mythische elementen zorgt ervoor dat ze de louter persoonlijke anekdotiek overstijgen. Dit biedt ons de mogelijkheid dit persoonlijke universum binnen te treden. Toch kijk je naar die landschappen en gezichten, lees je de mooie en charmerende teksten en gedichten, onderga je die grote massa fragmenten herinnering, samengeklonterd tot een digitaal artefact, zonder betrokkenheid. Het passeert en het is allemaal ver weg. Marker weet dat zijn specifieke betrokkenheid niet overdraagbaar is, maar spreekt de hoop uit dat bij een tweede persoon een nieuw, ander affect kan ontstaan. De reden waarom dat niet lukt, lijkt minder het persoonlijke van de herinnering – dat in de structurering ervan wordt overstegen – dan de vorm waarin het zich presenteert, dat van een multimediaal geheugen-object.

Het statuut van de ‘herinnering’ wordt zeker wel beklemtoond door de verkleining, door de reproductie in de zoveelste graad, het postzegelformaat van filmfragmentjes, de lage resolutie en efemere verschijning van de foto’s, het vermoeiender en onoverzichtelijker lezen op de monitor, de gereproduceerde gravures, de tekeningen en schilderijen waarvan slechts de ‘informatie’ overblijft. Maar er gaan ook mogelijkheden tot emotionele binding verloren. Gezien de inhoud van Immemory op cd-rom magnetisch opgeslagen ligt, eerst geïnterpreteerd, vertaald moet worden, om dan, welke de oorspronkelijke vorm ook was, op hetzelfde scherm te verschijnen, worden inhoud en object losgekoppeld. Een reproductie die opnieuw een object is kan een affect oproepen, maar kan ‘informatie’ zoals ze op een medium als de cd-rom wordt gepresenteerd dat? De vraag stelt zich des te meer als het onderwerp zich niet in de vorm van een afgelijnd verhaal wil laten gieten (dat verhalen ons kunnen beroeren, weten we), maar interactief wil zijn, de toeschouwer actieve betrokkenheid wil opleggen. De vaststelling dat daar van alles hapert, zegt over de recuperatie binnen een ander medium, over de recyclage in zogenaamde multimedia van foto’s en film, tekst en muziek, misschien niets anders dan wat de idee van de dood, geregeld om het hoekje glurend opImmemory, insinueert: de geschiedenis, persoonlijk of niet, is nooit echt voor herhaling vatbaar. Er is ‘no free replay’.

 

• Immemory voor Mac en PC werd in 1998 uitgegeven in een samenwerking van Centre Georges Pompidou met Jeriko, Rue Amelot 70, 75011 Paris (01.49.29.41.61). ISBN 2-85850-947-6 De cd-rom gaat vergezeld van Qu’est-ce-qu’une madeleine? A propos du cd-rom Immemory de Chris Marker, in 1997 verschenen bij Centre Georges Pompidou en Yves Gevaert Uitgever, Vinkstraat 160, 1070 Brussel (02/660.23.72), met teksten van Laurent Roth en Raymond Bellour over Immemory. ISBN 2-930128-07-0