width and height should be displayed here dynamically

Christoph Schlingensief. Querverstümmelung

Christoph Schlingensief is theatermaker, cineast, talkshowpresentator, hoorspelmaker, beeldend kunstenaar, columnist, politiek activist en, volgens velen, provocateur. Net als John Bock en Jonathan Meese werkt Schlingensief op het snijvlak van theater en beeldende kunst. Anders dan zijn twee landgenoten was Schlingensief eerst filmmaker en daarna theatermaker. Zijn meest beruchte theateractie vond plaats in 2000 in Wenen. Asielzoekers in containers beschilderd met de Haider-leuze “Ausländer Raus!” konden naar het voorbeeld van Big Brother door passanten het land uit worden gestemd. Nu bestormt Schlingensief het museum. In 2003 was zijn Church of Fear te zien op de Biënnale van Venetië en het project werd in 2005 voortgezet in het Museum Ludwig in Keulen. Inmiddels is Schlingensiefs ster rijzende in de kunstwereld: hij is verbonden aan galerie Hauser & Wirth en na een solo in het Haus der Kunst in München, in de zomer van 2007, presenteert hij een volgende grote tentoonstelling in het Migros Museum in Zürich. In beide tentoonstellingen keert Schlingensief volgens eigen zeggen terug naar zijn wortels: film.

De tentoonstelling opent met een dubbelbelichte familiefilm, gemaakt door Schlingensiefs recent overleden vader. We zien beelden van de jonge Christoph en zijn familie en beelden van een waterval over elkaar heen. De film is geprojecteerd op de hoek van een muur, wat een trapezium als beeldvlak oplevert. De bezoeker kan plaatsnemen op een elegant biedermeierbankje, dat echter wordt ontsierd door verfresten en vlekken. Beschadigde beelden en gevonden voorwerpen: het zijn de ingrediënten van de tentoonstelling en van Schlingensiefs oeuvre.

De carrouselvormige installatie Kaprow City maakte in 2006 deel uit van een theaterperformance in de Volksbühne in Berlijn. In het theater was de installatie toegankelijk voor het publiek, dat zich van de ene ruimte naar de andere en van de ene performance naar de andere bewoog. Naar analogie met Allan Kaprows 18 Happenings in 6 Parts (1959) trachtte Schlingensief de theaterbezoeker te bevrijden uit zijn passieve contemplatiemodus. Kaprow thematiseerde de fragmentarische aard van perceptie door het de beschouwer onmogelijk te maken alle happenings simultaan waar te nemen. Waar Kaprow de beschouwer daarnaast wakker schudde door het tonen van alledaagse, niet-artistieke handelingen, liet Schlingensief die handelingen ook nog eens uitvoeren door dwergen en gehandicapten. Een opname met een beveiligingscamera toont de intieme performance in Berlijn. In Zürich doen de volgepakte, favela-achtige ruimtes in de carrousel dienst als bioscopen, waarvan de ingang echter is geblokkeerd. Tussen allerlei verzamelde voorwerpen staan beeldschermen met zwart-witfilms, wellicht wederom uit Schlingensiefs verleden. Het verwachtingspatroon van de beschouwer wordt toch ook hier doorbroken. In de hedendaagse kunst gewend om installaties te betreden, moet hij zich hier behelpen met fragmenten, met beeldsnippers, doorkijkjes naar halfduistere interieurs. In een interview verklaarde Schlingensief onlangs genoeg te hebben van het monopolie van de beschouwer.

Het cijfer 18 – geliefd bij neonazi’s, de eerste en de achtste letter van het alfabet vormen de initialen van Adolf Hitler – keert terug in de andere werken in de tentoonstelling. In 18 Bilder pro Sekunde worden 16mm-films geprojecteerd op de buiken van 13 enorme oranje-witte papier-maché poppen, Christus en de apostelen. De poppen komen van een carnavalswagen in Manaus, Brazilië, waar Schlingensief in 2007 Wagners opera De Vliegende Hollander ensceneerde. De films, gedraaid met een handcamera in het Amazonegebied, maakten deel uit van het operadecor. Het zijn beelden van Schlingensiefs acteurs, wederom dwergen, van het regenwoud, indianen en Braziliaanse carnavalsdanseressen. Schlingensiefs interesse in het medium film vertaalt zich in een verkenning van het beeldoppervlak: de negatieven zijn beschadigd, de beelden vervagen of lossen op. In vitrines worden de vernielde filmstroken gepresenteerd van dezelfde installatie in München. Elk beeld van Schlingensief is tegelijkertijd een poging het beeld te verstoren.        Querverstümmelung is een neologisme dat zoiets als dwarsverminking of kruiselingse misvorming betekent. Schlingensief verzet zich tegen een lineaire ordening, tegen een hiërarchie van beelden of woorden. Hij gelooft in de macht van het beeld en in de mogelijkheid zich van het verlangen naar lineariteit en causaliteit te bevrijden. Onderdelen van zijn werk veranderen in een volgende performance of tentoonstelling van vorm. Schlingensiefs motieven en figuren zijn daarentegen steeds dezelfde en cirkelen rond carnaval en religie, mythe en geschiedenis, kerk en kapitaal, familie en fascisme. Mythe en geschiedenis worden opgevoerd om iets te zeggen over het heden. Wanneer Schlingensief Hitler of Wagner ten tonele voert, dan is dat, net als bij Meese, ten bate van een doorploegen van onverwerkte Duitse trauma’s die nog altijd een rol spelen in het heden.

Schlingensiefs laatste filmproject, The African Twin Towers, brengt Wagner, 11 september, Noorse mythologie, Afrikaanse saga’s, Patti Smith en Elfriede Jelinek bij elkaar. Gefilmd vanaf een draaiende schijf genaamd Animatograph in de woestijn van Namibië, een voormalige Duitse kolonie, en met een overduidelijk theatrale esthetiek (kostuums, pruiken, tableaux vivants), gaat de film over de Duitse actualiteit. Een lineaire receptie van de film is niet mogelijk, het verhaal is uitgesmeerd over 18 beeldschermen. Het filmproject maakt in de tentoonstelling deel uit van de installatie Gold Maria, een met goudpapier beplakte structuur met kleine openingen als kijkgaten. Aan de andere kant van de tentoonstellingsruimte wordt vanuit een rond gat in Gold Maria een documentaire op de muur geprojecteerd, the making of van The African Twin Towers. Schuin omhoog door het ronde filmbeeld loopt langs de muur een invalidenlift, van het type dat men langs trapleuningen vindt. Om het laatste beeld van de tentoonstelling te kunnen zien, verstopt in een kijkkastje bovenaan de rail van de lift, moet de beschouwer nogmaals uit zijn vertrouwde rol stappen. Eenmaal in de liftstoel ervaart men wat het is bekeken te worden. Het lot van invaliden – en van kunst.

 

• Christoph Schlingensief, Querverstümmelung tot 3 februari in Migros Museum für Gegenwartskunst, Limmatstrasse 270, Zürich (044/277.20.50; www.migrosmuseum.ch en www.schlingensief.com).