De kracht van een gebaar
De jaren ’90 waren een zeer harde tijd voor de kunsten. Twee pijnlijke tekortkomingen kwamen ze over zichzelf te weten, twee grote verwijten kregen de kunsten naar het hoofd geslingerd: ze rendeerden niet en ze engageerden zich niet. Ze hielden zich enkel nog bezig met hun geldverslindende zelf. Wilden ze nog meetellen in de volgende eeuw, wilden ze überhaupt nog een beetje bestaan, dan zouden ze zich op beide fronten radicaal moeten herpakken. En dat schijnen ze voor de buitenwacht inmiddels ook te doen. Uit allerlei kleine signalen valt op te maken dat de kunsten maatschappelijke verantwoordelijkheid willen afleggen. Neem bijvoorbeeld de publiekscijfers. Een beetje museum of theatergezelschap schuift in zijn p.r.-operaties met steeds meer nadruk die publiekscijfers naar voor, vooral als ze gestegen zijn. En zijn ze gezakt, dan zoekt men daar een aanvaardbare reden voor. Zo weet het Stedelijk Museum van Amsterdam zijn recente terugval met 25.000 bezoekers aan die vervelende hittegolf van het afgelopen jaar. De ernst waarmee dit bericht verspreid wordt, doet het ons beseffen: we leven tegenwoordig in andere tijden. Ook de aankondiging van Tom Lanoye dat hij in oktober de Antwerpse AGALEV-lijst gaat duwen, past perfect binnen de tijdgeest – getuige vooral de slagzin waarmee de schrijver zijn intentie kracht bijzette: “Er moet iets gebeuren.”
Lanoye is niet de eerste de beste. Zijn beslissing valt niet te vergelijken met die van een of andere derderangsacteur die in de jaren ’70 of ’80 roemloos op een plaatselijke lijst sukkelde, voor of tegen de burgemeester. Lanoyes beslissing is nationaal nieuws, compleet met een debat over de consequenties ervan. Vreemd dat er zo weinig aandacht was voor de essentie van de zaak: waarom hij nu juist op de groene lijst gaat staan. Hoeveel BLOK-kiezers meent hij dan wel naar de schapenstal van AGALEV te kunnen lokken? Het is bang wachten op de exit polls om daar uitsluitsel over te hebben. Wel logisch is zijn besluit om geen mandaat op te nemen. Een omstreden besluit, omdat Lanoye ogenschijnlijk hetzelfde lijkt te doen als zovele verguisde politici die als lijstduwer wel het volle gewicht in de schaal werpen, maar na de verkiezingen geen verantwoordelijkheid willen dragen. Ook Lanoye schijnt zich nu aan deze wanpraktijk te zullen bezondigen. Toch is zijn beslissing om geen mandaat op te nemen de enige juiste. Het zet de leegheid van zijn geste in de verf. Het illustreert treffend wat een kunstenaar vermag in deze woelige tijden: zichzelf symbolisch in het politieke debat te mengen, zonder echte invloed te kunnen uitoefenen. Geen mandaat willen vervullen is daarom al bij al een eerlijk statement. Want stel u eens voor dat hij na de verkiezingen zijn politiek zitje wel zou opeisen. Praktisch zou dat geen verschil uitmaken, alleen zaten we dan met een belofte die een gênante leugen zou blijken. Dan veel liever de ledige waarheid.