width and height should be displayed here dynamically

Deciphering the Artist’s Mind

Een van Berend Striks vroegste werken had de Italiaanse pornoactrice Cicciolina als onderwerp. Op een roze achtergrond wordt in witte draad een gehurkte vrouw op naaldhakken zichtbaar, gekleed in netkousen, haar hand bedekt haar kruis. Sven Lütticken heeft uitgelegd (in Body Electric, verschenen in 2004 bij Valiz) dat Strik (1960) zich door te gaan borduren een feministische strategie toe-eigende in de postmoderne jaren negentig, om bestaande fotografische, platte beelden rijker én sensueler te maken – als een vorm van ‘drastisch gemuteerde schilderkunst’. In Striks latere werk ging fotografie een grotere rol spelen. Pakweg de laatste tien jaar heeft hij gewerkt aan een reeks met naald en draad bestikte foto’s van kunstenaarsateliers: werkplekken van bevriende en bewonderde collega’s, vooral in Amerika en Nederland. Het project Deciphering the Artist’s Mind diende om zijn eigen plek binnen de snel veranderende kunstwereld opnieuw te bepalen. Telkens weer stelde hij in dialoog met een ander, vaak ook verwant oeuvre, de vraag wat het kan of moet betekenen om vandaag kunstenaar te zijn.

De geborduurde atelierfoto’s zijn gebundeld in het door Irma Boom vormgegeven boek Deciphering the Artist’s Mind, in oktober – een tijdje na verschijning – gepresenteerd tijdens een kortlopende tentoonstelling bij galerie Fons Welters. Marja Bloem schreef het heldere voorwoord en bespreekt onder meer de (romantische) notie van het atelier als veruitwendigde ziel van de kunstenaar. Daarnaast redigeerde ze de door Strik geschreven teksten bij elk werk: stuk voor stuk bondige, inlevende en intelligente toelichtingen, waarin biografische schets samengaat met essayistische duiding en flarden recente kunstgeschiedenis. Strik is een ideale gids in de wereld van de hedendaagse kunst, waarin persoonlijke ontmoetingen – vooral die tussen kunstenaar en curator – bepalend lijken. Al bladerend in het op een Pollock-catalogus geënte boek leer je hoe Carl Andre het verticale van de sculptuur inruilde voor de horizontale opstelling, krijg je uit eerste hand te horen dat Vito Acconci zich eerder architect dan kunstenaar voelde, en lees je over John Baldessari’s rudimentaire poëtica van de keuze.

Strik geeft toelichting bij zowel de voor- als de achterzijde van zijn werk. Op de achterzijde heeft hij vaak met foto’s het ontstaan gedocumenteerd, en toont hij inspiratiebronnen van hemzelf en/of de kunstenaars die ‘model stonden’. Revelerend is in dit verband de uitspraak van Richard Tuttle, gedaan tijdens een ontmoeting met Strik, dat wie werkt met stoffen, voortdurend bezig is te verbergen én te onthullen, waardoor het hiërarchische onderscheid tussen voor- en achterkant tegelijk ontstaat en weer verdwijnt.

Met Deciphering the Artist’s Mind stelde Strik zijn eigen canon op. Er zou een fantastische tentoonstelling te maken zijn met Striks geborduurde studiofoto’s, aangevuld met origineel werk van de kunstenaars. De titel, het concept en zelfs de zaalteksten zijn met dit boek al geleverd. Er is een internationale en een laaglandse versie denkbaar; Ontcijfer het kunstenaarsbrein, met werk van Jan Beutener, Bas Jan Ader, Ger van Elk, Jan Dibbets, Petra Blaisse, Desiree Dolron, Willem van Rooij en Jan Fabre. Strik is genereus voor collega’s en vrienden, en ook voor zichzelf. Je zou kunnen zeggen dat hij zich al fotograferend, sprekend en bordurend opdringt in het werk van anderen, en daarmee in de levende kunstgeschiedenis. In de teksten gebeurt dat soms wat opzichtig. Als de naam Joseph Beuys valt, zal Strik het niet laten te vermelden dat hij twee keer aan diens performances heeft meegedaan. In het boek klaagt Martha Rosler dat iedereen in de kunstwereld zo ontzettend ik-gericht is. Strik voelt zich aangesproken, toont zich deemoedig, maar begint de zin waarin hij dat bekent alsnog met ‘ik’: ‘I admittedly recognise this attitude in myself.’

Het is voorstelbaar dat één kunstenaar, David Hammons, zijn deuren gesloten hield voor een tweede bezoek van deze niet geheel onbaatzuchtige enthousiaste maker – Rem Koolhaas sprak ooit over Striks ‘onvrijwillige samenwerkingen’. Maar de Nederlandse kunstenaar is niet voor één gat te vangen. Hij maakte een foto van de rolluiken voor Hammons’ ateliertoegang, waarvan hij het harde oppervlak verzachtte met bewerkte lapjes stof. Met naald en draad, en geholpen door assistenten, dringt hij door tot het hoofd en werk van collega’s. In het boek, met afbeeldingen van de geborduurde foto’s, blijft daar slechts het (uitgelegde) idee van over. Strik is zich daar vanzelfsprekend zeer bewust van. Er bestaat een speciale editie, uitgebracht in een oplage van vijftig exemplaren, waaraan een met naald en draad bewerkte afbeelding is toegevoegd. Bij Fons Welters kon iedereen nog eens vaststellen wat felgekleurde draad en stukken stof kunnen aanrichten op een ingelijste foto. Telkens weer – of het nu in het oude atelier van Mondriaan is, of door het gewapende glas in de achterdeur van Hella Jongerius’ studio – slaagt Strik erin iets te tonen door iets te verbergen. Hij komt wonden op het spoor – plekken die overlopen van betekenis – en hecht ze met het kleurigste draad denkbaar.

Het Deciphering-project is gericht op onthullen, het blootleggen van inspiratiebronnen. Door het dichte weefsel van oeuvre en vertoog losser te maken en te hergebruiken, ontstaat stof voor nieuw werk. Toch heb je als lezer – veel eerder dan als kijker – ook het idee dat de kunstenaar met al die atelierbezoeken voor iets wegloopt, en dat hij een rolluik heeft neergelaten waarachter zijn eigen diepste bronnen schuilgaan. Op bezoek bij Mickalene Thomas in Brooklyn bewondert Strik de sexy beelden van zwarte vrouwen, gemaakt van stukken stof en glitter, en hij denkt nog eens aan zijn eigen Cicciolina. Over een werk uit 1989, een fotocollage van zingende Van Eyck-engelen pal naast de open monden van pornoactrices, stelt hij, zonder daar iets tegenin te willen brengen, dat zo’n beeld – voor hem althans – vandaag niet meer mogelijk zou zijn. Vandaar wellicht dat een laatste afbeelding in het boek zonder uitleg blijft. Het is zogezegd zijn eigen atelier: een aantal overvolle kledingrekken met helemaal vooraan een witte jas of een karikaturaal ijsberenpak. De titel luidt: N.N. Identity de Afgestroopte Huid/Stripping the Skin (2019); bij Fons Welters zag je de oranje, paarse en gifgroene draden door het fotodoek tevoorschijn komen, als ontkiemende planten uit een zwart-wit-grijze ondergrond. Het moet de huid zijn die Strik wil afleggen, om zich in een volgende reeks volledig naakt te tonen.

 

Berend Strik, Deciphering the Artist’s Mind, Brussel, Mercatorfonds, 2020, ISBN 9780300250459. The Needles with ‘Deciphering the Artist’s Mind’ liep van 15 tot 23 oktober 2021 in galerie Fons Welters, Bloemstraat 140, Amsterdam.