width and height should be displayed here dynamically

Dora García. Ze heeft vele namen

Dora García. Ze heeft vele namen, M HKA, Antwerpen, 2023, foto Nathan Ishtar

De retrospectieve van de Spaanse kunstenaar Dora García (1965) biedt een overzicht van een artistieke praktijk die zelf bezig is met terugblikken, en die gekenmerkt wordt door een fascinatie voor vormen van herhaling en het ontleden van allerhande historische resonanties. In haar oeuvre onderzoekt García de relatie tussen culturele productie, theorie, filosofie en politiek. Soms gaat ze daarbij uit van canonieke referentiepunten (zoals in haar film The Joycean Society uit 2013), maar vaker grijpt ze terug naar relatief onbekende of gemarginaliseerde werken en figuren, die relevant blijken vanuit en voor de hedendaagse politieke realiteit. Ze heeft vele namen laat de robuustheid voelen van zowel García’s politieke engagement als haar (cultuur)historische en theoretische interesse; het oeuvre kent een speelse seriositeit die het publiek ertoe aanzet twee keer na te denken over het ondertussen banaal geworden gezegde dat de geschiedenis zich eerst herhaalt als tragedie en dan als farce.

Het is toepasselijk dat er in de tentoonstellingsruimte uitvoerig aandacht besteed wordt aan García’s performances, die er (her)opgevoerd worden. Het programma varieert gedurende de periode dat de tentoonstelling te zien is, waardoor geen twee bezoeken hetzelfde zullen zijn. Sommige performatieve ingrepen zijn onaangekondigd en subtiel, en daardoor verrassend. Voor Little object <a> (2021), een humoristische verwijzing naar het werk van Jacques Lacan (die ook centraal staat in andere werken, waaronder Jacques Lacan Wallpaper uit 2013), loopt een performer rond met een kleine gouden munt, die af en toe bovengehaald wordt om de museumverlichting te reflecteren en zo de aandacht van de bezoekers te trekken. Two Planets Have Been Colliding for Thousands of Years (2017) is dan weer monumentaal in opzet: in de rotonde van de tentoonstellingsruimte zijn twee niet-concentrische cirkels op de vloer getekend; de grootste cirkel is volledig wit en bevat de kleinere cirkel. In elke cirkel bevindt zich één performer. De twee kijken elkaar strak aan terwijl ze zich traag bewegen binnen hun respectievelijke cirkels, waarbij ze elkaar als hemellichamen onderhevig aan de zwaartekracht lijken aan te trekken en af te stoten. Ook The Labyrinth of Female Freedom (2020) wordt afgebakend door een witte krijtcirkel op de vloer, waarbinnen een performer hardop gedichten voorleest van vrouwelijke schrijvers, wier werk zo ge(re)activeerd wordt. De selectie aan lectuur varieert bij elke uitvoering, waarbij ook rekening gehouden wordt met de plaatselijke context. In het M HKA wordt onder andere voorgelezen uit een dichtbundel van Ruth Lasters, die vorig jaar ontslag nam als stadsdichter van Antwerpen na een conflict met het Vlaams-nationalistische stadsbestuur.

Prominent aanwezig in Ze heeft vele namen is een reeks werken waarin García (net voor de Covid-19-pandemie) uitgaat van de bekende roman De pest (1947) van Albert Camus. Deze reeks bevat op de roman gebaseerde tekeningen, verzameld onder de titel Mad Marginal Charts, notes on The Plague 1-10 (2018), maar ook een grootschalige vloerschildering die de plotontwikkeling van De pest in kaart brengt en geactiveerd wordt in de performance The Drawing on the Floor: A Monologue (2018). De door García verzamelde foto’s en beeldende documentatie, hier tentoongesteld in een vitrinekast, plaatsen vraagtekens bij de representatie in het boek van Oran, de stad in Algerije waar De pest zich afspeelt. Hoewel De pest geen Algerijnse personages bevat en de auteur enkel interesse lijkt te hebben in het lot van de Franse kolonialen in Oran, komt de Algerijnse bevolking hier nadrukkelijk wél in beeld.

Ze heeft vele namen gaat gepaard met een filmprogramma in De Cinema, dat de gelegenheid biedt om ook García’s videowerk te leren kennen. Twee belangrijke video’s, die in feite als langspeelfilms beschouwd kunnen worden, worden echter getoond binnen de tentoonstelling zelf. Amor Rojo (2023), deels eerder te zien onder de titel Love With Obstacles (zie De Witte Raaf, nr. 214), draait om de figuur van Alexandra Kollontai, een Russische, feministisch-marxistische schrijver en revolutionair die binnen de communistische partij een lans brak voor de rol van vrouwen binnen de revolutie. In de loop van de jaren 1920 was Kollontai actief als diplomaat, waardoor ze onder andere in Mexico belandde. Amor Rojo gaat uitvoerig in op deze Mexicaanse episode; verschillende experts lezen voor uit haar geschriften en vertellen over Kollontais verblijf in Mexico. Hierbij wordt sterk de nadruk gelegd op haar relevantie voor de feministische beweging in Mexico vandaag de dag. In Amor Rojo contrasteert en combineert García kalme en bespiegelende scènes die zich afspelen binnen het beschermende interieur van allerlei archieven, met intense en meeslepende beelden van politieke demonstraties in de openbare ruimte in Mexico-Stad, waar het structurele geweld tegen vrouwen en non-binaire personen aangeklaagd wordt.

In de video Segunda Vez (2018) staat de herinterpretatie van twee happenings van de Argentijn Oscar Masotta centraal. García orkestreerde en filmde nieuwe uitvoeringen van Para inducir el espíritu de la imagen (1966), waarin een groep haveloos geklede mensen een uur lang tentoongesteld worden voor een publiek zonder dat er voor de rest iets gebeurt, en El helicóptero (1967), waarin één groep mensen in aanraking komt met een helikopter die laag over hen heen vliegt, en vervolgens over dit incident vertelt aan een andere groep. Masotta was veeleer bekend als psychoanalyticus dan als kunstenaar, en García brengt deze heropgevoerde performances dan ook in verband met psychoanalytische theorieën over (dwangmatige) herhaling als symptoom voor een onderdrukt trauma. García herhaalt Masotta’s happenings echter met een verschil: in haar herinterpretatie van El helicóptero krijgt de tweede groep mensen tijdens het helikopterincident beeldmateriaal te zien van twee mannen die een lichaam lijken te willen dumpen op de site waar de eerste groep zich op dat moment bevindt. García maakt zo duidelijk dat de dictatuur in Argentinië, waar tegenstanders van het regime de neiging hadden te ‘verdwijnen’, het politieke onderbewuste is waaraan Masotta’s werk – vanwege de censuur op onrechtstreekse wijze – uitdrukking gaf.

García heeft zo haar stokpaardjes, maar ze is nadrukkelijk niet het soort kunstenaar dat een oeuvre ontwikkelt als ware het een eigen universum. Integendeel: als er één ding is dat García’s herhalingen duidelijk maken, is het dat niets blijft zoals het is. Zo behandelt The Bug Timeline (No. 2) (2021), verwijzend naar een toneelstuk van Vladimir Majakovski, de vraag wat er zoal kan veranderen binnen een tijdspanne van vijftig jaar. Het werk bestaat uit vier schoolborden waarop in krijt verschillende gebeurtenissen op een tijdslijn geplaatst worden, waarbij culturele, politieke en persoonlijke kantelpunten in het leven van de kunstenaar elk een eigen kleur krijgen. Op de achterkant van een van de borden speculeert García ook over de (nabije) toekomst; het einde van het kapitalisme wordt voorspeld voor 2060, en in 2070 volgt de wereldwijde afschaffing van het huwelijk en het kerngezin. Vanzelfsprekend zal de wisselwerking tussen herhaling en verschil, tussen tragedie en klucht, in zo’n toekomst een vorm van voorspel gebleken zijn.

 

• Dora García. Ze heeft vele namen, tot 21 mei, M HKA, Leuvensestraat 32, Antwerpen.