From the Volcano to the Sea
Feministische bewegingen in de jaren zestig en zeventig streden voor sociale kwesties als gelijke toegang tot werk en educatie, financiële onafhankelijkheid en het recht op lichamelijke zelfbeschikking. Anders dan bij de eerste feministische golf stond het idee centraal dat de institutionele en politieke strijd gepaard moest gaan met een revolutie van het begrip en de ervaring van vrouw-zijn. Vooral deze dimensie was belangrijk voor het Napolitaanse collectief Le Nemesiache, in 1970 opgericht door kunstenaar en filosoof Lina Mangiacapre. De vrouwenbeweging was in Italië meer verdeeld dan in andere landen, en er ontstonden strekkingen met een eigen karakter. Feministen in Rome stonden bekend om campagnes voor seksuele en reproductieve rechten, terwijl Turijn werd gedomineerd door de vrouwenvakbondsbeweging; in Napels lag de nadruk op de existentiële dimensie van het vrouw-zijn.
Dat de kleine Amsterdamse galerie Rongwrong een tentoonstelling wijdt aan Le Nemesiache is tekenend: kunst of creatieve expressie – van visuele kunst tot theater, performance, muziek, kostuumontwerp, film en poëzie – vormde een intrinsiek deel van hun strijd voor onafhankelijkheid en zelfbewustzijn. Enerzijds werden creativiteit en expressie ingezet om los te komen van de benauwende rol die de vrouw werd toebedeeld in het patriarchaat. Anderzijds werden vrije associatie, verbeeldingskracht en opaciteit – veelal verbonden met het esthetische domein – voorgesteld als tegenwicht voor de mannelijke dominantie van de logos. De naam Le Nemesiache was afgeleid van Nemesis, Griekse godin van de wraak, maar ook van balans en harmonie. De overmoedige dwazen die dachten machtiger te zijn dan de goden werden door Nemesis op hun plek gezet.
From the Volcano to the Sea is gecureerd door Giulia Damiani en is onderdeel van de achtste editie van If I Can’t Dance, I Don’t Want to Be Part of Your Revolution. Bij binnenkomst krijgt de bezoeker een hand-out waar, als bij een inwijding, het logo van Le Nemesiache op wordt gestempeld. Dit detail – het was uiteraard makkelijker het logo op de folders te printen – markeert de performatieve dimensie die gepoogd is tot stand te brengen. Bezoekers worden rondgeleid door een gastvrouw, een referentie aan traditionele, belichaamde en narratieve vormen van kennisoverdracht, en één keer per dag wordt op rituele wijze een spandoek uitgevouwen dat leden van Le Nemesiache bij een demonstratie in 1981 meedroegen. In vorm en opzet wordt zo geambieerd het kernidee van het collectief uit te dragen: (vrouwelijk) bewustzijn en verzet zijn belichaamd, performatief en gemeenschappelijk.
Le Nemesiache bestond uit een relatief kleine groep vrouwen, maar ze genoten, in ieder geval in Italië, bekendheid met publieke performances en experimentele cinema. Op de begane grond van Rongwrong hangt het manifest van We Are All Political Prisoners, een performance uit 1978. Op perkamentkleurig papier, aan de randen slordig gescheurd, staat in rode handgeschreven letters een driehoekig tekstblok met de punt naar beneden, als symbool voor vrouwelijkheid. Aan beide zijden kronkelen slangen omhoog, en onderaan is een ‘geestesoog’ getekend. De tekst is een aaneenschakeling van zinsfragmenten en vrouwennamen, en lijkt geschreven door een bezetene, of door een parapsychologisch medium dat woorden en personen ‘ontvangt’. De vrije associatie van de psychoanalyse, als methode om de begrenzing van de ratio te doorbreken, wordt gekoppeld aan symbolen voor wedergeboorte en vrouwelijkheid.
‘Psycho-fabel’ is de term die Le Nemesiache gaf aan de exploratie van Napolitaanse volksverhalen en klassieke mythes. Helden, goden of godinnen kregen hierin een nieuw lot toebedeeld: de vrouwelijke protagonist schikt zich niet langer in onderdanige posities; is wraakzuchtig in plaats van onschuldig; of mannelijke figuren worden androgyn of geslachtsloos. Op de mezzanine, omgedoopt tot ‘Dido’s ruimte’, wordt de speelfilm Dido is not Dead (1987) getoond: een bewerking van het verhaal van Dido, de koningin van Carthago die zich van het leven beroofde nadat ze werd verlaten door Aeneas. In Le Nemesiaches versie keert Dido, springlevend, terug naar Napels in de jaren 1980; Aeneas, met wie ze ondertussen is getrouwd, ontvouwt zich als een tragische figuur zonder ruggengraat. Naast een vitrine met documentatie van Le Nemesiaches feministische cinema zijn op de tussenetage schetsen van filmkostuums te zien, evenals Dido’s vleugels, gemaakt uit een dek van felroze en zwarte veren met een gouden rand. Het geheel heeft een camp-achtige esthetica die doet denken aan parades of carnaval, en het is duidelijk handmatig in elkaar geknutseld. Ernaast hangt het Manifest voor de appropriatie van onze eigen creativiteit (1977), waarin onder andere de vrouwelijke dimensie wordt benadrukt van het gebruik van alledaagse materialen.
De kelder in Rongwrong is omgebouwd tot een grot. Mannen mogen alleen gechaperonneerd door een vrouw naar binnen – een regel bij een aantal van Le Nemesiaches vertoningen. Op een bar in de vorm van een rotsblok staan een kelk, glazen, een kaars en opgebrande wierrookstokjes. In de donkere, kleine ruimte wordt The Sybils (1977) afgespeeld: een kortfilm waarin het landschap van Napels, met zee, rotsen en lavaformaties, wordt afgewisseld met beelden van extatische vrouwen in lange gewaden, en van een waarzegster die met bezwerende stem zinnen uitbrengt als ‘we zijn in het land van Cumae, het territorium van de sibilles, via de stenen moeten we hen en onszelf terugvinden’. De kelderruimte, de hypnotiserende stem, de vrouwen in trance: From the Volcano to the Sea brengt een ode aan de erfenis van Le Nemesiache, en poogt die naar het heden te kanaliseren. Wat echter uit het zicht raakt, is de historische context van het collectief. Wat waren hun praktische verdiensten? Hoe verhield de beweging zich tot het Italiaanse of transnationale feminisme? En aan welke kritiek was ze onderhevig? Liep de nadruk op een ‘hermythologisering’ van vrouwelijkheid niet ook het risico op essentialisme?
Le Nemesiache kreeg wel degelijk tegenwind te verwerken. ‘Laten we een stad bouwen met vrouwelijke dimensies’ – zo staat op het spandoek dat in Rongwrong dagelijks werd ontvouwd. In 1980 werd Napels opgeschrikt door een verwoestende aardbeving, een katalysator voor sociale problemen en armoede. Op Internationale Vrouwendag, 8 maart 1981, maakte een grote rally van vrouwen zich sterk voor een wederopbouw met oog voor de dagelijkse problemen en behoeftes van vrouwen. Le Nemesiache organiseerde een conferentie getiteld ‘Een stad met vrouwelijke dimensies’. Historicus Maud Anne Bracke schrijft in haar boek over het Italiaanse feminisme dat die bijeenkomst vanuit marxistisch-feministische hoek werd bekritiseerd als generiek en utopisch – welke concrete eisen werden er gesteld?
Mythes zijn ontstaansverhalen, verklarend of legitimerend, die de historische realiteit vaak verhullen. Le Nemesiache speelde met de mogelijkheid om ogenschijnlijk onveranderlijke verhalen, rollen en lotsbeschikkingen toe te eigenen en te wijzigen. Ze oogstten wel degelijk effect, zowel op individuele levens van vrouwen in Napels, als – in mindere mate – op institutioneel niveau. Door dergelijke dimensies in de expositie grotendeels achterwege te laten, lijkt Le Nemesiache bij momenten zelf een mythe te worden. Of schuilt er in die kritiek te veel ratio?
• From the Volcano to the Sea. The Feminist Group Le Nemesiache in 1970s and 1980s Naples liep van 23 oktober 2020 tot 17 januari 2021 in Rongwrong, Bantammerstraat 2, Amsterdam.