Geert Goiris
Onder de titel Reconstruction loopt in het Antwerps Museum voor Fotografie een klein overzicht van het werk van Geert Goiris, net afgestudeerd aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen(HISK). Zijn opnames kunnen in twee groepen worden verdeeld, de beelden in zwart-wit en die in kleur. Niettemin valt één constante in zijn werk op: hij verkent het beeldend potentieel van de foto. Goiris benadert de gebouwen die hij in beeld brengt niet als een reportagefotograaf. Hij sculpteert ze door middel van foto’s, of ‘reconstrueert’ ze, zoals hij zelf zegt. In reeksen van vier opnamen, waarin men onder meer de site van het HISK herkent, laat hij bijvoorbeeld na de weergave van een lege plek een beeld van een volle kubus volgen, die perfect in de rechthoekige leegte van de eerste foto past. Daarnaast hangt een foto van een holle, koepelvormige structuur die precies over het halve cirkelvormige bosje op het volgende beeld kan worden geschoven. Eenzelfde correspondentie heerst tussen de afdruk van een verlaten benzinestation, en die van een tribune. Beide architecturale ‘sculpturen’ hebben vooraan een gapende mond, maar achteraan contrasteren ze door hun respectievelijke openheid en geslotenheid. De cerebrale reeks komt een beetje maniëristisch over, maar houdt stand als geheel.
Goiris’ proces van fotografische heropbouw verwijst ook naar klassieke schilderkunstige composities. Vooral zijn grootschalige kleurenfoto’s werken als fotografische versies van geschilderde landschappen. De reeks die hij maakte in het onherbergzame Spitsbergen (1997) wekt het unheimliche effect van surrealistische schilderijen op. De vermenging van genres duikt ook op in de opname van een overstroomd landschap, waarin één dode boom weerstand biedt tegen de oprukkende watermassa. Het geheel is compositorisch perfect, met twee horizontale banden als lucht- en waterpartij. De strook land verdeelt de twee partijen als een dunne lijn, en de worstelende boom doorbreekt de horizontale stroken als een speer die uit de aardkorst schiet. De foto combineert de dynamiek van een abstract schilderij met een enigmatische narrativiteit. Hetzelfde geldt voor een reeks beelden waarin telkens blauwe lijnen dwars doorheen een boslandschap lopen. Op het eerste zicht lijkt het blauw op een bloementapijtje, geschilderd in het heldere groen van de omgeving, wie weet als een hommage aan Yves Kleins International Blue. Maar de banale werkelijkheid van de foto spreekt die poëtische overwegingen tegen: we hebben te maken met een artificiële langlaufpiste aangelegd door een bos. Een even vreemde ervaring heeft men bij Goiris’ zwart-witopnamen. Of het nu gaat om een minimalistische weergave van stereotiepe witte villa’s of om de stoel van een redder op een verlaten nachtelijk strand, de afwezigheid van personages en de bijzondere belichting draagt er steeds toe bij dat men een maanlandschap meent te zien. In de kleuropnamen heerst vaak eenzelfde desolate atmosfeer, en speelt de kunstenaar met dezelfde verwarrende effecten. Een verlaten landschap in IJsland kan net zo goed een maanlandschap zijn als een met olie overspoelde Bretoense kust. Goiris’ foto’s bieden een venster op een werkelijkheid die men in de normale waarneming nauwelijks kan beleven. Enkel de kleine, zwart-witte portretserie van drie jonge mannen in dezelfde kamer valt in dit coherente geheel uit de toon. Daar lijkt Goiris opnieuw aan te knopen bij een minder gekunstelde snapshot-traditie.
• Reconstruction van Geert Goiris nog tot 24 september in het Museum voor Fotografie, Waalse Kaai 47, 2000 Antwerpen (03/242.93.20). Op donderdag 14 september om 20u geeft Christoph Ruys, hoofdredacteur van het fototijdschrift Obscuur, er een lezing over het werk.