width and height should be displayed here dynamically

Give the people what they want

“Zou het zo zijn dat het enigste wat erger is dan niet krijgen wat men wilt, het wel krijgen zou zijn?”

(Oscar Wilde – vrij vertaald)

1. Waarover gaat het werk?

Gaat het over erotiek?

Nee, het is niet teder genoeg, zei hij.

Gaat het over wreedheid?

Is het dan zo gemeen, vroeg ik.

Hij zei – het is sardonisch.

Nou, zei ik – is dat niet de geest van Afrika?

Nee, zei hij, dat is niet Afrika, dat ben jij.

2. Bad Girls

Men wil altijd weten wat nu mijn echte haarkleur is, alsof zij daardoor iets essentieels te weten zouden komen.

Rosemarie Trockel is niet hoerig, Cindy Sherman ook niet, Jenny Holzer (“Protect me from what I want”) ook niet en Barbara Kruger absoluut niet. Niet in hun kunstenaarsrollen of uiterlijke verschijningsvormen. (Ook zijn zij geen schilders.) Nu is er een nieuwe generatie vrouwelijke kunstenaars die een soort “bad girl” reputatie cultiveren. (Zij zijn meestal ook geen schilders.) Ik ben Barbara Bloom – the country girl and the city girl – vroegen ons ooit af of wij met betrekking tot kunst op de eerste plaats het goede slechte meisie zouden zijn of het slechte goede meisie?

Ik ben te afstandelijk om echt slecht te zijn.

3. ’n Goedkoop meisie

De Schone Kunsten zijn niet sexy. Zij zijn te slim(merig) en te duur(zaam) smaakvol.

Ik zou zo graag schilderijen maken die hetzelfde soort sex-appeal hebben als soul music. Aretha Franklin met R.E.S.P.E.C.T., Ottis Redding met The Midnight Hour – my favourite L.P. ooit … Janis Joplin – Cheap Thrills!

Het was een compliment toen iemand mijn werk ooit beschreef als Cheap Thrills. Het was niet als compliment bedoeld.

4. Populariteit

Wat populair is, geeft aan iedere tijd zijn eigen ziekteverschijnsels en kantenfoto’s.

Ik hou van populaire dingen. Mijn voornaamste bronnen zijn publieke afbeeldingen (vermengd met privé-snap-shots en uitspraken van anderen). Wat is meer inspirerend en irriterend dan de beel-den van gesneuvelde, of bij onherkenbaar verminkte begrippen (ooit zeer geliefd) op het slagveld van de Kunst? Alleen de spraakverwarring in het eigen hoofd. Zo redt men het nooit in de media (Andy Warhol uitgesloten).

In ieder geval, ik ben geen echte popkunstenaar. In “action painting” was er misschien te veel pathos, maar in “pop art” was er te weinig Blues (Warhol uitgesloten).

5. Halfhartigheid

Ja, ik ben halfhartig en lafhartig. Geen gespleten persoonlijkheid, maar een gespleten hart! Kunst is hartverscheurend hard, en onnatuurlijk zacht. Ik ben er niet mee opgevoed en twijfel aan zijn kracht. Ik wil dat jij van mij houdt. Ik zal je alles geven, jij mag mijn naam gebruiken, alleen mijn hart kan jij niet krijgen. Kunst is een onoverzichtelijk monster met vele handen. Ik weet dat ie niet om mij geeft.

Ek kan net sowel al my woorde eet.

6. Sex en geweld

Men zei dat het omgaan met of uitbeelden van onderwerpen zoals het sexuele en het gewelddadige de gemakkelijkste manier is om aandacht te trekken. Dit is moeilijk te ontkennen, maar met betrekking tot de schilderkunst is het niet helemaal waar. Lange tijd dachten toonaangevende schilders dat de meest respectvolle en intelligente manier om hiermee om te gaan, erin bestond om er helemaal niet mee om te gaan. In mijn jeugd dacht ik dat alleen een oudere Engelse het nog deed. De enkele maatschappij en politiek bewuste beeldende kunstenaars die het deden, waren geen schilders. Schilderkunst gaf zijn relatie tot erotiek niet op, onder andere door een definiëren van het schilderij als een primair fysieke, sensuele oppervlakte. Sex en geweld bleven echter veel beter opschieten met het fotografische (en vooral het filmische). Door het uitrekken van de spanning groeit de opwinding. “The painter kills the living and eats up the heart with salt water,” schreef ik in 1988, maar wat erna gebeurt wanneer de adem in verf oplost, weet ik niet. Hoe meer ik mij met schilderkunst bemoei, hoe stommer (ook) ik word.

7. Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap

In “Am I now getting sentimental?” in Parket 33 (1992) schreef Chris Dercon: “True images serve to remind us that we are not alone in the world.” Een prachtige uitspraak maar een die ik niet kan onderschrijven, omdat ik het niet zo ervaar. Pasolini zei ooit met betrekking tot de waardering van kunstwerken dat men in vrijheid geniet van de vrijheid van een ander, ook een niet zuinige uitspraak. Maar deze nadruk op vrijheid, vertegenwoordigt voor mij niet onze gemeenschappelijkheid, maar onze alleenheid. Die alleenheid hoeft niet zieke-lijk te zijn. Het hoeft ook niet tragisch te zijn. Wat ik het meest aantrekkelijk aan an-deren vind, is hun andersheid. Nu heb ik het niet over exotica, maar over erotica. De in-timiteit die nodig is om die ervaring mogelijk te maken, sluit mij per definitie af van het groepsgebeuren. Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap houden helemaal niet van el-kaar.

8. Godsdienst

Bij voodoo of andere religieuze rituelen is het lichaam instinctief bang voor overgave aan de Grote Krachten, omdat de symptomen die optreden overeenstemmen met wanneer de dood zijn intrede maakt. Jouw broeders en zusters in het geloof kunnen samen dansen, maar jij moet zelf het lichaam leren loslaten. In dit proces bestaat er geen medeleven van, en met anderen. Nu wil ik kunstmaken of -waardering niet tot deze hoogten verheffen. Duchamp zei ook terecht in verband met kunst: “as a religion it’s not as good as God.”

9. Politiek

In 1994 zal in Zuid-Afrika voor het eerst het democratisch stemrecht ingesteld worden voor alle bevolkingsgroepen. Ik zou deze tentoonstelling met deze titel daar nu niet brengen. En zoals Spike Lee zou zeggen, indien u niet begrijpt waarom niet, bent u waarschijnlijk blank.

10. Uitstel

Ik werd gevraagd iets over deze tentoonstelling te schrijven en ik sta eigenlijk nog steeds met een mond vol tanden. Een aangenaam aspect van kunst is het feit dat men zelf iets kan stellen, zonder dat men erom gevraagd werd of dat iemand er op zit te wachten. Zodra iemand mij iets vraagt of uitnodigt, bekruipt een kinderachtig en neurotisch gevoel mij. Alles wat vals en tegenstrijdig in mij is, komt naar voren. Met het toenemen van aandacht voor het werk, nemen de vragen toe. Hoe minder mij gevraagd wordt, hoe hoogmoediger mijn stilte. Maar krijg ik het recht van spreken, ga ik blozen.

11. Naschrift

Ooit zeiden ze – mannen maken geschiedenis, vrouwen autobiografieën.

Ik ben me bewust van het feit dat ik veel sexuele terminologieën heb gebruikt. het hing samen met mijn onderwerpen.

Nee, het zijn niet allemaal zelfportretten.

Nee, het is niet altijd mijn dochtertje.

Nee, ik heb een gelukkige kindertijd gehad.

Nee, ik ging nooit in therapie.

Nee, ik ging nooit met museumdirecteurs naar bed.

Ja, ik vind menslievendheid het moeilijkste wat er is en niet goed verenigbaar met creativiteit. ja, ik vind dat ek aan myself het beste model voor het kwade heeft.

 

Amsterdam, februari 1993

Give the people what they want” van Marlene Dumas loopt van 25 maart tot 8 mei in Zeno X Galery, Leopold De Waelplaats 16, 2000 Antwerpen (03/216.16.26).