Grete Stern
Dankzij de reizende overzichtstentoonstelling van haar oeuvre, samengesteld door het Instituto Valenciano De Arte Moderno in 1995, raakt deze Argentijnse fotografe van Duitse komaf (1904, Wuppertal, Eberfeld) stilaan uit de vergeethoek. Vooral haar reeks fotomontages Sueños/Dromen geniet daarbij de voorkeur van menig curator of criticus. Recent werden ze nog gesignaleerd als ‘de ontdekking’ (een van de weinige) van de bedroevende Dérision & Raison-tentoonstelling in Charleroi, en momenteel is de hele reeks te zien in Museum Het Domein in Sittard, aangevuld met een aantal portretten van onder meer Bertolt Brecht en Jorge Luis Borges.
Na haar studies reclame en fotografie, onder meer aan het Bauhaus, begint Grete Stern in 1929 een fotostudio in Berlijn. Onder druk van de economische en politieke malaise in het vooroorlogse Duitsland verplaatst ze in ’33 haar activiteiten naar Londen, waar ze datzelfde jaar nog met de Argentijnse fotograaf Horacio Coppola huwt. Wat haar artistieke carrière de nodige impulsen gaf. Even toch. Coppola bracht haar in ’36 namelijk naar Buenos Aires waar ze werd opgenomen in een kring van kunstenaars en intellectuelen die erg opgezet waren met Sterns ervaring en theoretische achtergronden. Veel minder enthousiast waren ze weliswaar over haar initiatief om voor het plaatselijke damesblad Idilio fotomontages te gaan maken. Idilio had op dat moment een Psychoanalysis will help you-serie lopen, een succesrijke brievenrubriek, gebaseerd op de wens- en angstdromen van vrouwen uit de toenmalige Argentijnse middenklasse. Zij schreven hun droom uitvoerig neer en kregen in Idilio iedere week een deskundige verklaring met erbovenop een visuele interpretatie van hun droom in de vorm van een fotomontage van Grete Stern. Dat in deze beelden vandaag vooral de ‘dubbele bodems’ en de ‘treffende feministische inslag’ gesmaakt worden, is wellicht niet echt ‘historisch correct’. Men mag bijvoorbeeld niet uit het oog verliezen dat Idilio een damesblad was met bijhorende nauwomschreven doelgroep. Hoe relevant het ook had kunnen zijn om in de toenmalige Argentijnse context de verdrukking en de manipulatie van de vrouw aan de kaak te stellen, in de psycho-rubriek was, evenmin als in het hele blad, ook maar één spoor van kritische, laat staan feministische inslag te vinden. Niet enkel de manier waarop Stern haar persoonlijke interesses in de fotomontage met zakelijke belangen wou verenigen zijn problematisch, het was ook van meet af aan duidelijk dat de beoogde kritische werking van haar montages, op die plaats, in die tijd, een slag in het water was. Er was niet enkel de dubieuze reputatie van Idilio als populistisch en oversentimenteel damesblaadje, maar vooral de noodzakelijke context, de bagage om dergelijke beelden kritisch te lezen of de ‘dubbele bodems’ erin te ontwaren, was helemaal niet voorhanden, die was ‘ondenkbaar’. Het historische belang dat nu aan Sterns montages wordt toegeschreven, lijkt dan ook danig door een herinterpretatie gestuurd. Noch de consistentie, noch de bezetenheid waarmee Stern tussen 1948 en 1951 iedere week een fotomontage afleverde, worden in die zin historisch relevant ingeschat. Voor iemand die inmiddels had leren kijken naar de montages van Grosz, Heartfield of Hausmann is het des te jammer dat een artistieke reputatie in hoofdzaak afgedwongen wordt louter op basis van deze ‘dromen’, deze (soms merkwaardige, meestal spectaculaire) plaatjes bij psycho-praatjes. Montages die uiteindelijk op zich niet zo voldragen zijn, dat ze het verdienen om de aandacht quasi volledig af te leiden van de rest van Grete Sterne’s oeuvre: haar vaak oerdegelijke portretten en ‘gewone’ commerciële werk.
Tot 2 november in Stedelijk Museum Het Domein, Kapittelstraat 6, 6130 AA Sittard (46/451.34.60), in het Kabinet van het Museum is tot dan ook de serie Ferro Fever van Pieter Laurens Mol te zien.