Essays
-
Janus Bifrons: het blikveld van de allegorie
Paul De Vylder -
Skulptur. Projekte in Münster 1997
Frederik Leen -
De verdwaalde vreemdeling
OPENSTELLING in het Begijnhof
Mark Kremer -
Verzameling Vlaanderen deel 2
Dirk Pültau -
Verzameling Vlaanderen: een gesprek met Robert Hoozee
Dirk Pültau
Besprekingen
-
Deurle, 6 juli 1997
Etienne Wynants -
Bruce Nauman
Sven Lütticken -
Mark Dion
Sven Lütticken -
Atelier van Lieshout
-
Whistler in Holland
Sven Lütticken -
Sigmar Polke
Sven Lütticken -
Edward Steichen
Erik Eelbode -
Grete Stern
Erik Eelbode -
Daan van Golden
Erik Eelbode -
Duitsers in Parijs
Erik Eelbode -
Gerhard Richter Atlas
Sven Lütticken
-
Daniel Libeskind
Steven Jacobs -
Vlaamse architectuur
-
Vlaamse architectuur
Steven Jacobs
-
Voorbij ethiek en esthetiek
Etienne Wynants -
Publiek gezocht
Etienne Wynants
69
september-oktober 1997
Inleiding
Voorliggende aflevering van De Witte Raaf, de negenenzestigste, hebben we aangegrepen om een balans op te maken. Middenin de eerste katern vindt u het register van de artikels die de afgelopen vijf jaar verschenen in De Witte Raaf, gerangschikt per auteur, onderwerp, en trefwoord.
Het register is echter al achterhaald, want hier zijn vijf nieuwe teksten. Het eerste essay is van de hand van Paul De Vylder. Met Janus Bifrons heeft De Vylder een beeld te pakken dat hem eerst en vooral in staat stelt om zijn ideeën over de verhouding tussen kunst en filosofie te verduidelijken. Daarnaast, en zeker niet minder belangrijk, kan Janus Bifrons ook staan voor de allegorie, het allon-agorein, het ‘andere uitspreken’. De Vylder houdt een verschroeiend betoog tegen de pogingen om dat ‘andere’ in te vullen, te verzelfstandigen, of anderszins te liquideren. Om de vreemdheid van het andere te tonen is geen enkel beeld geschikter dan de januskop.
De tweede tekst is een bespreking van Skulptur. Projekte in Münster door Frederik Leen en behandelt de problematiek van de verbeelding van de openbare ruimte. Voor de derde editie van Skulptur. Projekte werd Münster overspoeld door vijfenzeventig kunstenaars. Het is de vraag of de openbare ruimte in het algemeen, en een Duits provincieplaatsje in het bijzonder gediend is met zo’n massale artistieke belangstelling. Leen heeft toch een aantal waardevolle bijdragen opgemerkt die aanzetten tot een reflectie over de (artistieke) omgang met de openbare ruimte.
Mark Kremer levert de derde tekst, een recensie van de tentoonstelling OPENSTELLING, waarmee het nieuwe programma van het Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunsten van Hasselt van start ging. Kremer ontvouwt de ontwikkelingsgeschiedenis van het project en staat stil bij de lokale terugkoppeling en de institutionele kritiek van OPENSTELLING.
De vierde en vijfde bijdrage in dit nummer worden geleverd door Dirk Pültau. Na de analyses van de Vlaamse collecties van hedendaagse kunst, na de formulering van conclusies en aanbevelingen, na het openbare debat over het Vlaamse museumbeleid onderzoekt Pültau nu de mogelijkheden om het Vlaamse museumlandschap te herstructureren. Hij komt tot een ingrijpend voorstel, dat hij toetste in een gesprek met de nieuwe hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen, Robert Hoozee.
In de tweede katern vindt u naast de gebruikelijke informatie en duiding bij de kunstactualiteit, de complete correspondentie tussen de Mondriaan Stichting en de redactie over het marketingrapport van Olde Heuvelt & Visser dat in het vorige nummer van De Witte Raaf onder vuur werd genomen.