width and height should be displayed here dynamically

Gustave Marissiaux

Daar hebben we fotografiemusea voor. Om gedegen fotohistorisch onderzoek te doen en daar bij voorkeur zinnige tentoonstellingen en publicaties aan te koppelen. En bijvoorbeeld niet om met driemaandelijkse intervallen fletse, halfwassen schijnvertoningen van actuele ‘kunstfotografie’ over hun al dan niet mobiele muren uit te smeren. Wat dat laatste betreft zijn onze beide fotomusea geregeld aan mekaar gewaagd. Op het fotohistorische terrein lijkt de weegschaal vooral richting Charleroi door te wegen, al mogen daarbij – fair enough – factoren als beleid, middelen en mankracht – een van de fundamentele problemen van Antwerpen – niet uit de vergelijking worden weggegomd.

Hoe dan ook, Charleroi legt opnieuw een niet oninteressante matglanzende monografie voor. Na de beknopte studie over Leonard Misonne enkele jaren terug, staat weer een volbloed picturalist uit België centraal, Gustave Marissiaux (1872-1929). Deze Luikse professionele fotograaf, actief tussen 1895 en 1918, is, naast zijn wat wollige vrouwenportretten en naakten, vooral bekend om een impressionante ‘reportage’, die hij in 1905 in opdracht voor de Verenigde Luikse Koolmijnen realiseerde. Deze uitvoerige serie, La Houillère, functioneerde als showcase op de Exposition Universelle van 1905 en kende nog een ruim succes achteraf, zowel als stereoscopische reeks (de proto-view master, zeg maar) en als heus projectie-spektakel, voorzien van muziek en hoogdravende teksten. Net als de beelden maken die ons nu bovenal duidelijk hoe blind (ook) de Belgische bourgeoisie was voor de reële situatie van die dagen. Het is een sterk punt van deze studie van fotohistoricus Marc-Emmanuel Mélon, zelf overigens een verre neef van Marissiaux, dat het picturalisme (in België en daarbuiten) ook in die zin en in haar ruimere complexiteit wordt aangepakt en niet nog eens gereduceerd blijft tot een wazige fotografische voetnoot bij de (kunst)geschiedenis van het symbolisme. Een op het eerste gezicht louter esthetisch debat uit de beginjaren van onze eeuw, dat handelt over onscherpte of scherpte in de fotografie, krijgt wanneer het bijvoorbeeld tegen het licht van de toenmalige perikelen rond het algemeen stemrecht wordt gehouden, op zijn minst een extra tint. De burgerij was bang, het picturalisme heeft een geur van angstzweet om zich heen, vindt Mélon. Vanuit die context wordt onscherpte nog iets heel anders dan simpelweg een manier om een foto op een schilderij te laten lijken. Binnen deze context en vanuit het gegeven dat de meeste picturalistische fotografen zich afsloten in nauwelijks voor de buitenwereld toegankelijke groeperingen (zoals de Londense Linked Ring Brotherhood), krijgt onscherpte, le flou, een dubbele betekenis: het vergt heel wat middelen en knowhow, ligt dus niet in het bereik van velen en het houdt tegelijk de werkelijkheid die men niet wil zien op een afstand. De picturalistische beweging, schrijft Mélon, was letterlijk verblind door de angst voor de realiteit en trok zich terug achter een heel register van visuele barrières: van een landschap dat verdrinkt in de ochtendmist tot het gebruik van de techniek van de gomdruk die het beeld letterlijk dichtkleeft. Die esthetiek van het ‘bekleden’ (l’habillage du réel) van de werkelijkheid en van haar betekenis, biedt volgens Mélon vooral een beeld van de burgerij, de grote en de kleine, op een kritisch moment in haar geschiedenis. Alles wat ze zo mooi voor elkaar dacht te hebben gekregen met de industriële revolutie, gaat danig aan het schuiven en dat wil ze vooralsnog niet geweten hebben. Het verwerpen van de werkelijkheid en het zich op zichzelf terugplooien (‘intimisme als een ideologische noodzaak’), vormen de essentiële parameters van een praktijk, die zich beroept op een subjectieve expressie en haar resultaten afweegt op de waardeschaal van de Schone Kunsten.

 

 

• Het retrospectief Gustave Marissiaux (1872-1929) is nog tot 31 december te zien in het Musée de la Photographie, avenue Paul Pastur 11, 6032 Mont-sur-Marchienne (071/43.58.10), tot 30 november is er ook werk te zien van Christian Carez en van Evgueni Khaldei, fotograaf van het eerste uur voor het Russische persagentschap Tass.