width and height should be displayed here dynamically

Harun Farocki – Ernste Spiele/Serious Games

In Hamburger Bahnhof is momenteel de eerste tentoonstelling in Duitsland van de filmmaker Harun Farocki (1944) te zien. Farocki, die vooral door zijn essayistische films bekend is geworden, maakt sinds eind jaren negentig ook analytische, kunstzinnige video-installaties waarin de steeds toenemende macht van de technologie op kritische wijze wordt onderzocht. Het oeuvre van Farocki bestaat inmiddels uit ruim honderd films, documentaires en installaties, die mondiale, economische, sociale en culturele ontwikkelingen aan de orde stellen.

De installatie Ernste Spiele/Serious Games I-IV (2009-2010), die het museum onlangs van Outset Contemporary Art Fund ten geschenke kreeg, is tot 13 juli in de zijvleugel van het instituut te bezichtigen. De vier films, drie van acht minuten en één van twintig minuten, behandelen de rol van virtuele techniek in de oorlogvoering van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten (Irak en Afghanistan). Het eerste deel van de serie toont Amerikaanse soldaten in opleiding. Door middel van computerspellen worden de soldaten op het werk in situ voorbereid. In de simulatie rijden ze met een pantserwagen door een woestijn en communiceren ze met elkaar over mogelijke plekken waar vijanden staan opgesteld en bommen liggen, die door een instructeur worden gepositioneerd. De schijnbaar emotieloze soldaten in het klaslokaal voeren de opdracht individueel uit, zittend in schoolse rijtjes achter hun computer.

Dit contrasteert met het tweede deel van de indringende filmserie, dat tevens een militaire oefening in beeld brengt. In de Californische Mojavewoestijn is een Iraakse stad nagebouwd met circa driehonderd inwoners. ‘De stad zag eruit alsof men de werkelijkheid van een computeranimatie had nagebootst’, aldus Farocki. De compleet in harnas gestoken soldaten praten hortend en stotend met de lokale bewoners, die in het Arabisch vragen stellen als ‘hebben de soldaten een vrouw of gezin thuis’ of ‘misschien zin om een potje voetbal te spelen’. Maar bovenal zitten ze met de vraag wat ze hier in vredesnaam komen doen. Niet alleen de taalverwarring, maar ook het enthousiasme van de lokale bewoners staat haaks op het rigide gedrag van de soldaten. Hierin komen het menselijke aspect en de interculturele situatie van een oorlog tot uitdrukking. Ook zien we vrijwilligers die in een gaarkeuken eten aan de bewoners uitdelen. Maar deze op het eerste gezicht gemoedelijke situatie slaat om: schoten maken de verhoudingen en de oorlogssituatie ineens zichtbaar. Voor de toeschouwer is het niet duidelijk of het hier gaat om een gefingeerd tafereel in de Californische woestijn, dan wel om een werkelijke scène in het Midden-Oosten.

In de derde, langstdurende video zien we veteranen met een posttraumatische stressstoornis deelnemen aan een computersimulatie. De veteranen vertellen specifieke belevenissen aan een therapeut, terwijl op de achtergrond diverse plekken in beeld worden gebracht die aan de traumatische gebeurtenissen zijn gekoppeld. Aan het einde van de film blijkt dat de soldaten eigenlijk acteurs zijn in een performance. Het bekomen videomateriaal wordt door het defensieapparaat gebruikt om de waarde van virtuele realiteit tijdens de behandeling van oorlogstrauma’s te demonstreren. In de slotfilm licht een instructeur de twee computerprogramma’s nader toe. Het programma dat voor de training wordt gebruikt is van betere kwaliteit dan dat voor de therapie. Daardoor lijkt het dat de veteranen een tweederangsbehandeling krijgen vergeleken met de jongens die nog richting oorlogsgebied moeten vertrekken.

De video-installatie stelt de wereld achter het oorlogvoeren aan de orde. Farocki nodigt hiermee uit tot een algemeen scepticisme over de representatie van de realiteit. Hij probeert voor de ogen van zijn toeschouwers de simulaties te analyseren die dankzij de huidige technologie voor een ‘volwaardige ervaring’ zorgen. In welke mate wordt onze realiteit bepaald door een apparaat dat bestaande beelden reproduceert, zo lijkt de kunstenaar ons voor de voeten te werpen? En door wie wordt dat reproducerend apparaat gestuurd, met welke strategische doeleinden?

Farocki’s sceptische en doordringende filmstijl is sterk gekleurd door de idealen van de protestbeweging op het einde van de jaren 60, toen de officiële representaties van publieke waarden voortdurend ter discussie werden gesteld. De films van voor 1980 zijn politiek gezien in bepaalde opzichten verouderd, zo geeft Farocki zelf toe. Dit geldt echter niet voor de belangrijkste agitpropfilm die hij maakte voor de vredesbeweging, Nicht löschbares Feuer (1969), die nog vaak vertoond en bediscussieerd wordt. De film handelt over het gebruik van napalm tijdens de Vietnamoorlog en weerspiegelt treffend de toenmalige tijdgeest. Hij is opgesteld in het begin van de tentoonstelling en zorgt voor een geslaagde introductie tot het vierluik.

Farocki klaagt in zijn films niet zozeer mistoestanden aan in de wereld. Met zijn analytische beschouwingen stimuleert hij vooral de waakzaamheid van de kijker, en meer in het bijzonder de wetenschappers, technici en andere experten onder hen. Ernste Spiele is een proeve van Farocki’s engagement binnen de audiovisuele technologie. Op scherpzinnige wijze toont hij wat ze vermag.

 

Harun Farocki: Ernste Spiele, tot 13 juli 2014 in Hamburger Bahnhof, Invalidenstraße 50-51, 10557 Berlin (030/3978.3411; www.hamburgerbahnhof.de).