width and height should be displayed here dynamically

Het Van Eesterenmuseum

Stedenbouw tentoonstellen is lastig. Het formaat van stedenbouwkundige plannen maakt de presentatie ervan allesbehalve vanzelfsprekend. Het werk van stedenbouwkundigen is bovendien veelomvattend en abstract en daardoor voor buitenstaanders al gauw ontoegankelijk. Stedenbouw gaat over vrijwel alles: over het organiseren van alle functies in een stad of wijk, over demografie, verkeer, wonen, werken, groen en water. Stedenbouw gaat uiteindelijk over hoe de stedeling zijn stad beleeft. Omdat het een vakgebied is dat direct te maken heeft met de dagelijkse leefomgeving van alle stedelingen, is het een onderwerp dat voor grote groepen interessant kan zijn, als het op een toegankelijke manier getoond en uitgelegd wordt. Het Van Eesterenmuseum in de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden, dat in het najaar van 2010 openging, is gevarieerd opgezet. Een binnententoonstelling biedt de geïnteresseerde leek uitleg met tekst, tekeningen, documentaires en historisch materiaal. Een ‘buitenmuseum’ (zijnde een deel van de wijk zelf) laat zien hoe de stedenbouw in de praktijk werkt. De degelijke wandelroute op papier helpt bij de interpretatie en waardering van de stedelijke omgeving. Groepen kunnen beroep doen op gidsen voor tekst en uitleg. Daarnaast organiseert het museum discussieavonden en lezingen en is er een vrij uitgebreide collectie boeken over de wijk te koop.

Stedenbouw tentoonstellen is lastig. Het formaat van stedenbouwkundige plannen maakt de presentatie ervan allesbehalve vanzelfsprekend. Het werk van stedenbouwkundigen is bovendien veelomvattend en abstract, en daardoor voor buitenstaanders al gauw ontoegankelijk. Stedenbouw gaat over vrijwel alles: over het organiseren van alle functies in een stad of wijk, over demografie, verkeer, wonen, werken, groen en water. Stedenbouw gaat uiteindelijk over hoe de stedeling zijn stad beleeft. Omdat het een vakgebied is dat direct te maken heeft met de dagelijkse leefomgeving van alle stedelingen, is het een onderwerp dat voor grote groepen interessant kan zijn, als het op een toegankelijke manier getoond en uitgelegd wordt.

Het onderwerp van het museum is het revolutionaire plan dat stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren (1897-1988) in de jaren 30 maakte voor de uitbreiding van de stad. Van Eesteren was toen directeur van de Amsterdamse dienst Publieke Werken. Zijn Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) was gebaseerd op doorwrocht onderzoek naar allerlei aspecten die voor stedenbouw relevant zijn, van de historische en geologische ondergrond van het gebied tot de verwachte ontwikkeling van de industrie. Het onderzoek en de nieuwste inzichten, die ook door de internationale gemeenschap van modernistische architecten werden gepropageerd als De Functionele Stad, leidden tot een uitbreidingsplan waarin verschillende soorten woningen in een open structuur gegroepeerd zijn, zodat iedere woning optimaal van ruimte, daglicht en frisse lucht profiteert. Het ‘openbaar groen’ is overvloedig en gevarieerd. Het reikt vaak tot aan de gevels en verbindt de verschillende buurten met elkaar. De wegen zijn hiërarchisch geordend, van doorgaande stadsstraten tot smalle woonpaden, en in iedere wijk zijn voorzieningen gepland. Industrie en bedrijvigheid zijn buiten de woonwijk gesitueerd.

Maar de wijk kampte al sinds de jaren 80 met grote problemen. Het AUP is gerealiseerd in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, een periode waarin onder meer door materiaalschaarste een deel van de woningen noodgedwongen werd uitgevoerd in materialen van slechte kwaliteit. Daarnaast zijn sommige woningen niet goed geïsoleerd en nogal krap bemeten. Tegen het eind van de 20ste eeuw was een groot onderhoud van de openbare ruimte en voorzieningen onvermijdelijk en moest de woningvoorraad vernieuwd worden. Men zocht in die tijd ook naar ruimte in de stad om nieuwe woningen te bouwen. Voor delen van de Westelijke Tuinsteden werden ingrijpende sloop- en nieuwbouwplannen gemaakt, waardoor de ruimtelijke opzet van het stadsdeel in gevaar kwam.

Uit zorg voor Van Eesterens moderne stedenbouw kwam een museum tot stand dat de kwaliteiten van het AUP bij een breed publiek onder de aandacht moet brengen. In het binnenmuseum komen de verschillende niveaus van de stedenbouw aan bod. Op grote panelen wordt ingezoomd op het werk van architecten als Willem van Tijen, Willem Dudok en Jaap Bakema die ieder een buurt ontwierpen (en zo krijgen we een staalkaart van de naoorlogse woningbouw), op het groen en de waterlopen, op de speelplaatsen die Aldo van Eyck ontwierp, op de Stichting Goed Wonen, op de vele culturen die in de wijk vertegenwoordigd zijn en op herinneringen en verhalen van (oud-)bewoners. Over het vakgebied van de stedenbouw gaat de tentoonstelling niet expliciet. Door op diverse aspecten van de wijk in te zoomen, wordt de veelzijdigheid van de stedenbouw inzichtelijk gemaakt. Het Van Eesterenmuseum gaat in feite niet over Van Eesteren zelf, maar over het karakter van dit deel van Amsterdam. Het museum heeft dan ook een organisatorische relatie gelegd met het Amsterdam Museum (voorheen Amsterdams Historisch Museum) dat in de oude binnenstad gevestigd is.

Het Van Eesterenmuseum ontvangt (nog) niet veel bezoekers. Wel volgen veel uiteenlopende groepen een rondleiding en is er een redelijke opkomst voor de lezingen en discussieavonden. Het binnenmuseum zou meer expliciet in mogen gaan op het AUP als stedenbouwkundig plan en op het vak van stedenbouw, ook gezien de betekenis van de naamgever van het museum voor het vakgebied en voor de ontwikkeling van de Nederlandse naoorlogse uitbreidingswijk. De modernistische stedenbouw van Van Eesteren en de zijnen is vaak verguisd en verantwoordelijk gehouden voor tal van zaken die mislopen in de grote steden. Nochtans garanderen deze ontwerpen voor de bewoners van dergelijke wijken veel woongenot – dat weet ik uit ervaring. Delen van de Westelijke Tuinsteden zijn zeer intelligent en zorgvuldig ontworpen, met een groot gevoel voor ruimtelijkheid. Het zijn kwaliteiten die niet genoeg gekoesterd en uitgedragen kunnen worden. Van Eesteren en de zijnen hebben dat onnavolgbaar goed gedaan.

 

• Van Eesterenmuseum, Burgemeester De Vlugtlaan 125, 1063 BJ Amsterdam (020/447.18.57; www.vaneesterenmuseum.nl).