width and height should be displayed here dynamically

How Much Fascism.

In 2008 startte BAK met Former West, een reeks conferenties, seminaries en onderzoekstentoonstellingen die de vraag stellen naar de transformatie van het Westen sinds 1989. De onderzoekstentoonstellingen worden begrepen als ‘modest sites of inquiry’ (www.formerwest.org), waarbij iedere tentoonstelling een bepaald idee geeft van wat ‘Former West’ precies betekent. Voor How Much Fascism? werkte BAK samen met het curatorencollectief What, How and for Whom uit Zagreb.

Het eerste werk dat opvalt bij het betreden van de expositieruimte is Foreigners, please don’t leave us alone with the Danes van Superflex. Dit werk, dat in 2002 ontworpen werd als artistieke aanklacht tegen de immigratiewetgeving van Denemarken, bestaat uit een oranje muurschildering met de titelslogan in dikke zwarte letters en identiek opgevatte posters. Het werk van Superflex valt echter enigszins uit de toon in deze expositie. Het wil immers een artistieke interventie zijn in een specifiek politiek debat, daar waar de meeste andere werken geen interventie zijn, maar een representatie van een politieke situatie. Toch is hiermee de toon gezet: op de benedenverdieping concentreren de werken zich evenzeer op nationalistische en militaristische tendensen binnen een bepaalde natiestaat (Nederland, Wit-Rusland, Israel). De bovenverdieping is wat losser van opzet en bevat werk van Milica Tomić, Burak Delier en Mladen Stilinović.

Trevor Paglen toont foto’s die van kilometers afstand met speciale lenzen getrokken werden. Het zijn troebele beelden van vliegtuigen zonder enige kentekens en basissen die officieel niet bestaan (zogenaamde black sites), en die door de CIA gebruikt worden voor het vervoer en de foltering van terrorismeverdachten. Paglen wil een idee geven van de reikwijdte van militaire undercoveroperaties, maar hij tast ook de mogelijkheden af om dit via beelden zichtbaar te maken. Het werk van Lidwien van de Ven, Etcétera en Marina Naprushkina op de benedenverdieping legt zich eveneens toe op de relatie tussen politiek, beeld en nationalisme. Van de Ven plaatst drie beelden naast elkaar: een toespraak van Marine Le Pen tijdens de Franse presidentsverkiezingen, een bijeenkomst van de Dutch Defence League (DDL) en demonstraties naar aanleiding van Angela Merkels excuses voor de racistische moorden in 2012. Alle drie zijn het momentopnamen, fragmentarische snapshots van racisme in Europa.

De muurschildering van Marina Naprushkina is in wezen een zelfportret. Met haar armen gekruist houdt ze twee vlaggen van Wit-Rusland omhoog: de linkervlag draagt de officiële kleuren (rood en groen) en wordt geflankeerd door een peloton saluerende soldaten, de rechtervlag heeft de nationalistische kleuren rood en wit en wordt geflankeerd door een roedel huilende wolven. Dit werk, een variant op wat ze eerder dit jaar op de Biënnale van Berlijn toonde, alludeert op de spanning tussen het autoritaire regime van Loekasjenko en het Slavische nationalisme. Problematisch is dat het werk lijkt te twijfelen tussen een artistieke interventie en een esthetische representatie van een politieke situatie. In de huidige versie is dit werk geen politieke interventie, zoals het dat misschien wel was tijdens de Biënnale van Berlijn (de clandestiene krant die Naprushkina uitgeeft in Wit-Rusland vormde daar een integraal onderdeel van het werk). Het blijft dus een ietwat voor de hand liggende representatie van een politieke tweestrijd. Eenduidigheid is ook het probleem in Vandaag en gisteren van Etcétera. Dit werk presenteert uittreksels van een gelijknamig propagandaboek voor het militaire regime van Pinochet in Chili. De herschikking van de propagandafoto’s moeten ons bewust maken van de ideologische strekking van Pinochets dictatuur. Het (in wezen romantische) geloof dat kunst een waarheid kan blootleggen over onze samenleving, wordt hier iets te gemakkelijk beleden.

Een meer overtuigende lijn in How Much Fascism? wordt gevormd door de aandacht voor de relatie tussen esthetiek en politiek in nationalistische en militaire regimes. In Politiek Kunstbezit III: Gesloten Architectuur werkt Jonas Staal het gevangenismodel uit dat de PVV-politica Fleur Agema ontwikkelde voor haar afstudeerproject als interieurarchitect. Agema vertrok van de strakke maar open architectuur van het modernisme en herwerkte die tot een ontwerp dat in de virtuele versie van Staal verrassend kil en gesloten overkomt. Een sterke bijdrage komt van de Israëlische documentairemaker Avi Mograbi. Zijn twee korte filmscènes stellen de vraag naar het effect van de aanwezigheid van de camera in de militaire zones in Israël. In Detail 2 gaat Mograbi in discussie met een Israëlische militair die hem het filmen wil verbieden. In Detail 3speelt Mograbi zijn eigen verontwaardiging en verbale agressie over de behandeling van enkele Palestijnse kinderen uit tegen de onwennigheid van de jonge soldaten, die zich geen houding weten te geven voor de camera. Zoals een van de soldaten Mograbi toeroept: ‘Can’t you see that [filming] us is a form of violence?’

Een van de knapste werken in How much Fascism? bevindt zich op de eerste verdieping. Tien minuten lang zien we Milica Tomić door het centrum van Belgrado wandelen met een plastic boodschappentasje in de ene hand, en een AK-47 in de andere. Herhaaldelijk passeert ze dezelfde parken, spoorwegen en kruispunten zonder dat iemand haar opmerkt. Hoewel we off-screeninterviews horen met verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog wordt pas na afloop duidelijk dat op de plaatsen waar Tomić wandelt belangrijke verzetsdaden plaatsvonden. Deze plaatsen zijn ongemarkeerd en blijven onopgemerkt, net als de vrouw met de AK-47. De subtiele wijze waarmee Tomić de politieke geladenheid van die anonimiteit voelbaar weet te maken contrasteert met de soms nogal groots opgezette politieke statements van andere werken in deze tentoonstelling. Maar al bij al is How Much Fascism? een goed doordachte tentoonstelling met enkele sterke werken en boeiende contrasten, die vooral ook duidelijk maakt hoe complex de relatie tussen politiek en kunst is.

 

• How Much Fascism, tot 23 december in BAK, Lange Nieuwstraat 4, 3512 PH Utrecht (030/231.61.25; www.bak-utrecht.nl).