width and height should be displayed here dynamically

Joëlle Tuerlinckx

Wandschilderingen, video, licht- en geluidsinstallaties, belooft het persbericht bij A stretch museum scale 1:1, de tentoonstelling van de Brusselse kunstenares Joëlle Tuerlinckx in het Bonnefantenmuseum van Maastricht. ‘Wandschilderingen’ klinkt naast de andere drie media wat vreemd en archaïsch. Het doet in eerste instantie denken aan klassieke fresco’s, die met levensgrote taferelen een nadrukkelijke impact hebben op de beleving van de architectuur. Maar Tuerlinckx’ werk associeer je niet meteen met zo’n monumentale kunstvorm. Ze concentreert zich doorgaans op discrete en zeer subtiele ingrepen. Zo vulde ze tijdens een tentoonstelling in de antichambres van het Brusselse PSK, enkele jaren geleden, spleten in de houten vloer met fijne streepjes plasticine. Die groeven zich letterlijk in de vloer van de zaal in, en lieten zich alleen nog opmerken door de kleur en het materiaal. Zo’n installatie toont hoe Tuerlinckx naar het kleinst mogelijke verschil zoekt tussen werk en achtergrond, hoe ze het punt opzoekt waarop een kunstwerk nog maar net te onderscheiden is van zijn omgeving. Een oppervlakte uitgezet met papierpropjes; strepen van doorzichtige plastic film op een witte muur; een micaplaat voor een open deur. Niet de objectwaarde van een kunstwerk maakt het los uit zijn omgeving; daarvoor zorgen subtiele materiële eigenschappen zoals reflectie, textuur, omkadering en transparantie. Door het verschil tussen werk en achtergrond te ondergraven, wil Tuerlinckx precies de aandacht op die achtergrond, op de omgeving van een werk vestigen. Met haar ingrepen presenteert ze de achterliggende wand of de vloer als essentieel onderdeel van het werk. In die zin zijn haar werken inderdaad wandschilderingen; alleen bedekken ze geen muren, maar tonen ze of presenteren ze die juist. Ze zijn, zoals klassieke fresco’s, nadrukkelijk bepalend voor de ruimte waarin ze zich ophouden.

In de tentoonstelling A stretch museum scale 1:1 wordt de relatie tussen ‘wandschildering’ en architectuur nog verder onderzocht. Het Bonnefantenmuseum confronteert Tuerlinckx in elk geval met een nieuwe situatie. Het is één van die recente grote musea die ontworpen werden door sterarchitecten, al gaat het dit keer om een traditionele sterarchitect, Aldo Rossi. Tuerlinckx’ werk is opgesteld in elf museumzalen: grote, witte volumes, meestal verlicht via een glazen dak en aaneengeschakeld in een tamelijk klassiek parcours. Het is meteen de eerste keer dat Tuerlinckx in zo’n grootschalige en afgeschermde omgeving tentoonstelt. Haar aanpak is dan ook verschillend. Slechts twee zalen zijn gevuld met ‘klassieke’ Tuerlinckxinstallaties: kleine voorwerpen uit lichte materialen, die uiterst precies geordend en geschikt zijn. Tientallen stroken papier, sommige met voetstappen op, liggen uitgespreid over de vloer van een zonverlichte ruimte. In de andere, donkere zaal zijn de voorwerpen dan weer keurig op een tafel geschikt, als om een inventaris op te maken. De beide zalen bevinden zich aan het begin van het parcours en geven samen een introductie op en een achtergrond voor wat volgt.

In de overige acht zalen werkt Tuerlinckx het concept ‘wandschildering’ verder uit. De grootste zaal is bijna leeg. Op de vloer liggen enkel een houten lat, een zwarte plaat, een VCR en twee luidsprekers; onopvallende voorwerpen die bovendien zijn opgesteld in twee hoeken, waardoor de aandacht direct naar de zaal zelf gaat. De vloer en het plafond zijn gebleven wat ze zijn; we zien een houten oppervlak en, vaagweg, de structuur van het daklicht. De wanden van de zaal zijn echter bijna volledig met stroken groen papier bedekt, losweg aan elkaar geniet. De stroken reflecteren het licht, de ruimte gloeit lichtjes groen. Dan wordt het donkerder, het licht neemt af, de gloed verandert. Boven het daklicht zijn zonneblinden geïnstalleerd, die volgens een bepaald patroon open en dicht gaan. De video toont cirkels, roosters die ingekleurd worden, en een hand die onverstoorbaar puntjes zet. En er is muziek.

Door de deuropeningen zijn andere zalen te zien, variaties op dezelfde thema’s: wanden met monochrome papierstroken, een veranderende lichtinval, minimale voorwerpen en projecties. De ruimten vormen een zintuiglijk parcours dat constant verandert van kleur, helderheid en reflecties. Het maakt van deze zalen een omgeving waarin je tot steeds wisselende parcours en invalswegen wordt uitgenodigd. Opnieuw gebruikt Tuerlinckx haar werk om de omgeving te tonen. Maar de omvang van het museum nodigde haar uit om minder de achtergrond (zoals een muur) te ‘tonen’, en meer de ruimte. Zo zoekt ook de installatie een relatie met de ruimte rondom, en de personen die er zich in ophouden; en zo werkt deze installatie opnieuw als een wandschildering, of beter, als een ‘ruimteschildering’. De kleurverschillen tussen de ruimtes, de gradaties tussen donker of verlicht, en de diverse materialen genereren een niet aflatende stroom van waarnemingen.

Het einde van de wandeling voert opnieuw langs het vertrekpunt: de twee zalen met ‘klassieke’ Tuerlinckxinstallaties. De ‘inventariszaal’ ontbindt als het ware de tentoonstellingswandeling in haar bestanddelen: we zien minimale voorwerpen, publicaties en projecties die zich autonoom naast elkaar bevinden, los van hun vroegere omgeving. Een video toont twee mannen die de papierstroken aan de muren bevestigen. De laatste zaal tenslotte, de ruimte vol papierstroken en voetstappen, ontmantelt de wandeling zelf. De stappen van de bezoeker en de stappen op het papier gaan wel in een tegengestelde richting, maar ze verdubbelen elkaar ook. De wandeling door de zalen wordt hier gerelativeerd, ze gaat over in de wandeling van anderen, en uiteindelijk in de wandeling buiten.

 

• Joëlle Tuerlinckx, a stretch museum scale 1:1 loopt tot 6 mei in het Bonnefantenmuseum, Avenue Céramique 250 in 6201 BS Maastricht (043/329.01.90).