Käthe Kruse. Jetzt ist alles gut

De keuze voor de 35 meter lange wand als entree voor de overzichtstentoonstelling van Käthe Kruse, pseudoniem voor Elke Kruse (1958), is strategisch. Beplakt met banen kleurig behang die refereren aan de tapijten die Kruse met haar band Die Tödliche Doris in de jaren zeventig en tachtig per hele rollen kocht en ‘willekeurig op het podium smeet’, vormen de basis voor de installatie Die Tödliche Doris auf Tapete (2025), die bestaat uit schilderijen, gestikte kussens en lampen. In de ruimte erna zijn vier eigentijdse grofkorrelige video’s te zien van liveconcerten en latere played back-versies. Het zijn grensverleggende optredens, van repetitieve postpunk met stroboscooplicht tot theaterdialogen vol subversieve humor en experimentele performances. Ze katapulteren de bezoeker onmiddellijk terug naar de wereld van de Berlijnse Kiez– en subcultuur van weleer. Het sluit aan bij een institutioneel kernpunt van de Berlinische Galerie, die dit jaar haar vijftigste verjaardag viert. Sinds het begin vervult deze instelling een belangrijke rol door kunstenaars te tonen en te volgen die bepalend waren en zijn voor de Berlijnse kunstscene.
Die kunstscene betrad Kruse bij haar verhuizing naar Berlijn in 1981. In de krakersbeweging van Kreuzberg kwam ze in contact met allerlei vrijdenkers. Eigenlijk wilde ze lerares handvaardigheid worden, gemotiveerd door haar interesse in stoffen en linten. Het kan een reden zijn voor haar naamsverandering. De ‘originele’ Käthe Kruse (1883-1968) was een Duitse, onconventionele actrice die zichzelf heruitvond als poppenmaakster. Elke alias Käthe Kruse viel op doordat ze al vuurspuwend in leren minirok en met geverfde vleugels optrad in de undergroundscene. Kunstacademiestudenten Wolfgang Müller en Nikolaus ‘Nikki’ Utermöhlen namen deze ‘zwarte engel’ op als lid en drummer van hun West-Berlijnse postpunkband Die Tödliche Doris. Gedrieën werkten ze ideeën uit rondom het Naturkatastrophenkonzert und -ballett (1982), een performance gebaseerd op teksten uit een kinderlexicon dat verschillende natuurrampen beschrijft. Kruse maakte de kostuums, met om het middel geknoopte linten met klokjes ter nabootsing van een wervelstorm, en met bekkens aan de knieën voor het onweer.
Müller en Utermöhlen hadden Die Tödliche Doris in 1980 opgericht als kunstproject. Doris was geen persoon, maar een metafoor voor een artistieke praktijk. De vraag naar ‘haar’ identiteit was tegelijk zinloos en vruchtbaar, want er was geen lichaam, essentie of definitie. Er was alleen veelzijdigheid en voortdurende vernieuwing. Het true crime-gehalte van Die Tödliche Doris gaat om de transformatiegedachte, die Kruse consequent voortzet in haar solowerk. Het meest in het oog springende voorbeeld is In Leder (2013, uitgebreid in 2023). Voor Kruse hebben de met geplet en geperst leer beklede instrumenten, met als eerste haar oude drumstel, een seksuele connotatie, maar zijn ze ook een logisch vervolg op de met huid bespannen trommels. Haar Fender-gitaar, de xylofoon en de kinderrammelaars werden ook met leer overtrokken. Alle instrumenten zijn nog bespeelbaar, maar brengen een geheel nieuw geluid voort. De overige instrumenten werden nieuw aangeschaft, omdat volledigheid een belangrijk principe is voor Kruse, die altijd obsessief met een thema aan de slag gaat. Wanneer ze dat compleet heeft ausgearbeitet en een ‘Profi-Moment’ heeft bereikt, dan is het voor haar klaar. Ordnung is het leidmotief. De leren podiumset staat te midden van andere belangrijke ‘orde’-werken. 48 Farben (2021-2022), met standaardkleuren polyestergaren op evenveel papiervellen op A4-formaat, is een subtiel werk met het artistieke proces als uitgangspunt, inclusief alle imperfecties ervan. Het sluit aan bij Kruses Streifenbilder, waaraan ze al sinds 1990 werkt. Als mens zijn we volgens haar onderworpen aan onze zintuiglijke waarneming; kunstenaars als Kandinsky en Mondriaan vonden het daarom noodzakelijk hun kleurgebruik te voorzien van een esoterische of filosofische legitimatie. Kruse liet dit achterwege en gaf in haar persoonlijke kleurensysteem iedere maand een eigen mengkleur. Deze twaalf kleuren worden als blokstrepen in acryl op doek uitgevoerd en daarna ook aangebracht op de muur, de architecturale ruimte in. Het is een programmatische visualisering van het verloop van de tijd, maar ook van haar manier van werken en schilderen.
De Unhörbar-Set (2023) van zes draagbare kofferplatenspelers toont met olieverf beschilderde, onspeelbare platen met opnamen van het dubbelalbum 3927 Wörter (2020). Een penseel werd zoals de naald op de draaiende plaat gezet. Zo werd de verf verdeeld en de opname onhoorbaar gemaakt. Het resultaat is een stiltebeeld dat conceptueel aansluit bij de oorspronkelijke opname. Tussen 2015 en 2016 onderzocht Kruse de ruk naar rechts via Duitse krantenkoppen. Die leest ze voor op de elpees, waaruit een verruwing van het taalgebruik valt te constateren. Ook in haar andere politiek gemotiveerde ‘woordwerken’ ordent Kruse alfabetisch en chronologisch de verharde taal. In Von Abstiegsangst bis Zuwanderungsrekord (2016-2020) wordt de rechts-radicale toon zo gerangschikt op doek dat de letters samen de zin ‘Wir geht es dir jetzt’ vormen – ‘Hoe gaat het nu met je’. Het antwoord is de titel van de tentoonstelling. Deze in hout, papier en olieverf uitgevoerde woordgroepen zijn recent werk, maar ze vinden hun oorsprong in het vierde en zesde album van Die Tödliche Doris. Unser Debut en Sechs werden in 1985 tegelijk opgenomen. De muziek is zo gearrangeerd dat als beide platen samen worden afgespeeld, er een vijfde ‘onzichtbare lp’ hoorbaar wordt. De saamhorigheid van de platen wordt kenbaar gemaakt via dezelfde vraag op Unser Debut en het antwoord op Sechs.
De laatste ruimte leidt terug naar de overzichtsinstallatie aan het begin en naar Die Überordnung, de alternatieve benaming voor Kruses eerste zelfstandige werk, Der geregelte Zustand (1986). Müller en Utermöhlen creëerden een werk met gevonden foto’s, maar Kruse vond het pas ‘af’ als ze er een obscure, overkoepelende ordening aan gaf. Die Überordnung is tactisch opgesteld nabij het andere sleutelwerk om de hoek, Der Vertrag (2013). In een wandvullende video leest een naakte Kruse achter een bureau het contract uit 1987 voor waarmee de leden de erfenis van Die Tödliche Doris vastlegden. De ontbinding betekende het begin van de uiteenzetting, met haar eigen verhaal binnen en buiten Die Tödliche Doris. De video geldt voor Kruse als een Überordnung van het oeuvre van de band. Met humor – indien ze chic aangekleed was geweest, had ze er als een advocate uitgezien – en een feministische inslag is het een krachtig statement van een icoon van de Berlijnse subcultuur die zich daar op eigenzinnige wijze bovenuit heeft weten te tillen.
• Käthe Kruse. Jetzt ist alles gut, tot 16 juni, Berlinische Galerie, Museum für Moderne Kunst, Alte Jakobstrasse 124-128, Berlijn.