width and height should be displayed here dynamically

Kunstenaarsboeken (10): Sound and Vision

 

Don’t you wonder sometimes
’Bout sound and vision?

– David Bowie, Low, 1977

 

Kunstenaarsboeken kunnen aan iets immaterieels – geluid, lawaai, geruis, stemmen – een tastbare vorm geven. Binnen een ruimtelijke envelop wordt luisteren als praktijk ge(re)activeerd, terwijl wat efemeer en sonisch is dankzij verbale of visuele uitingen ‘gekristalliseerd’ wordt en een vaste gedaante krijgt. Deze negen voorbeelden – vier duo’s en één recent literair werk dat Pieter Verbeke van de Amsterdamse boekwinkel San Serriffe onder mijn aandacht bracht – zijn zoals steeds afkomstig uit mijn archief van kunstenaarsboeken, en daarom is de selectie allesbehalve representatief. De keuze werd gebaseerd op vier aspecten: onomatopeeën in strips (zie ook De Witte Raaf, nrs. 234 en 235); het tactiele van het papier of omslag; de lezer als ‘performer’; en de zelfreflexieve score.

 

Adnan Balet Balcinovic, Dylan Dog #9. Morgana, [Wenen,] in eigen beheer, 2016, 98 pp., 21 x 14,4 cm, softcover, 20 ex.

In deze doorlopend gepagineerde editie is meer dan de helft van de pagina’s onbedrukt en blanco. Op de andere pagina’s staan onomatopeeën typisch voor strips, in duotoon gedrukt en min of meer prominent op de bladspiegel gezet, zoals tu-tum tu-tum, skreeeek, klick, zzzzz of aaargh. Het zijn zinspelingen op een rijdende trein, een krakende deur, een fotocamera, iemand die slaapt of wanhopig is. Bij ontstentenis van illustraties of tekst is het aan de lezer om zich een dramaturgie te verbeelden. Het ‘facsimile-détournement’ Dylan Dog#9 Morgana van de in Wenen gevestigde Adnan Balet Balcinovic (1980) is gebaseerd op de gelijknamige Italiaanse horrorstripreeks uit de jaren tachtig en negentig, die in het voormalige Joegoslavië populair was. Van de oorspronkelijk meer dan vierhonderd uitgaves werden er een vijftigtal in het Duits vertaald. Balcinovic botste in een Weens antiquariaat op acht nummers, die aan de basis liggen van deze in eigen beheer geproduceerde reeks met dezelfde conceptuele kenmerken: #4 Zed, #8 Johnny Freak, #9 Morgana, #12 Cagliostro!, #14 Der Flug der Möwen, #26 Todesmelodie, #43 Die Fee des Bösen en #44 Rosa Hasen Morden Gerne.

 

Christian Marclay, To Be Continued, Schwaz, Klangspuren Schwaz –Tiroler Festival für Neue Musik, 2016, 48 pp., 30,2 x 22,5 cm, softcover, 2000 ex.

De Zwitsers-Amerikaanse Christian Marclay (1955) is internationaal bekend voor zijn op sampling en collage gebaseerde werken. De afgelopen veertig jaar heeft hij de fusie van beeldende kunst en audiocultuur onderzocht. Geluid en muziek geeft hij een zichtbare, fysieke vorm door middel van performance, collage, sculptuur, installatie, fotografie en video. De realtime videocompilatie The Clock (2010), met een lengte van 24 uur, is waarschijnlijk zijn bekendste werk – het kreeg in 2011 op de Biënnale van Venetië de Gouden Leeuw. Het kunstenaarsboek To Be Continued is een grafische partituur, gebaseerd op knipsels en fragmenten van strips en manga’s. Net als Balcinovic volgt Marclay het principe van de onomatopee, maar dan aangevuld met illustraties. Het felgeel gekleurde omslag toont meerdere knipsels van strippersonages van onder anderen Hergé (Kuifje), Morris (Martin Mystère) en Leo Baxendale (Beano). Geïrriteerd door ondraaglijk lawaai bedekken de stripfiguren de oren met hun handen. De alleszins erg wilde, visuele partituur die erna komt, is volgens Marclay geschreven voor gitaar, houtblazers, contrabas en percussie. De afgebeelde instrumenten (fluiten, drums, gitaren, cello’s), voorwerpen (hamers, wekkers, klokken, pistolen, uit de lucht vallende kluizen), striphelden, vogelzwermen of geluidsgolven roepen verschillende geluidsniveaus op, van piano-pianissimo tot forte-fortissimo. Dit kunstenaarsboek verscheen in 2016 ter gelegenheid van de solotentoonstelling Graphic Scores in Kunstraum Innsbruck, als onderdeel van het Sound-Festival Schwaz, met als thema Kunst wird Partitur. Naast Marclays achttien meter lange Manga Scroll (2010) en de diaprojectie Zoom Zoom met onomatopeeën van advertenties en verpakkingen (2007-2016), werd To Be Continued er voor het eerst live opgevoerd door het Zwitserse ensemble baBel.

 

Keith Godard, Sounds, New York/Los Angeles, Studio Works, 1973, [64] pp., 20 x 20 cm, softcover, oplage onbekend (heruitgave in 1992 en 2007).

In plaats van de lezer aan te moedigen om zich geluiden voor te stellen, kan je ook nagaan welke geluiden een boek zélf voortbrengt. Meer dan vijftig jaar geleden verscheen Sounds van de Britse grafisch ontwerper en onderwijzer Keith Godard (1938-2020). Het is een volledig onbedrukt boek met alleen in het colofon een korte intentieverklaring van de auteur, in het Engels: ‘Behalve wat u op deze pagina leest, bevat dit boek geen woorden of gedrukte afbeeldingen. Het is, zoals de titel suggereert, een boek met geluiden. De opeenvolgende pagina’s vormen een stil drama van subtiel geruis. Door de pagina’s om te slaan, ermee te ritselen of ze te betasten, zult u alles vinden wat bedoeld werd.’ Sounds tracht de zintuigelijke ervaring van de lezer te activeren. Het is een ‘tactiele partituur’ die bestaat uit een sequentie van papiersoorten zoals Offset, Kraft, Tissue of Glassine, met telkens een ander gewicht, een andere vezeldichtheid of coating. De opeenvolging eindigt in een onverwacht crescendo: de laatste dubbele pagina, als enige van half karton, is aan weerszijden voorzien van stroken klittenband, die zeker het duidelijkste geluid van dit boek voortbrengen.

 

Hwang Eun-Young, [Eb], Seoul, Black Dog, 2023, [0] pp., 16,5 x 10,5 cm, hardback, 50 ex. (herdrukt in 2024 op 100 ex.)

Dit recente boek van de Zuid-Koreaanse Hwang Eun-Young (1979) is nog minimalistischer. Zonder enige tekst, zonder titel, zonder pagina’s, bestaat het alleen uit een in muntgroen linnen gebonden omslag waarvan de twee kaften langs binnen met klittenband aan elkaar vastzitten. De in Letterpress gedrukte illustratie op de kaft vervangt de titel van het boek: vijf notenbalken met een solsleutel en ernaast een volle zestiende mi, voorafgegaan door een b-mol. Volgens de kunstenaar is dit de aanduiding voor de toon die weerklinkt wanneer de omslagen geopend worden en het boek in een klankkast verandert. In een e-mail aan de auteur schreef Hwang: ‘Ik wilde gewoon een boek maken dat voor zichzelf spreekt – of misschien helemaal niet spreekt. Ik merkte dat het geluid samen met de vorm veranderde, waarop ik twee versies maakte, identiek in concept, maar met een ander formaat en dus ook een andere noot. De mi blijkt bovendien niet voor iedereen hetzelfde te klinken, en sommige mensen slaan het boek steeds opnieuw open. Ik vond beide dingen interessant.’

Geluiden detecteren en ‘oproepen’ kan ook via instructies aan de lezer zelf, zoals in de volgende twee boeken, bijvoorbeeld door het geruis van de branding van de zee te evoceren.

 

 Cevdet Erek, SSS. How to imitate the sound of the shore using two hands and a carpet, Istanbul/Berlijn, Kayfa ta/Sternberg Press, 2017, 72 pp., 14,5 x 9,5 cm, softcover, 2000 ex. (adaptatie van de eerste oplage: SSS – Shore Scene Soundtrack. Theme and Variations for Carpets, Istanbul, BAS, 2007, 1000 ex.)

Het kleine boekje SSS van de Turkse kunstenaar Cevdet Erek (1974) heb ik in boekwinkel Norma T in Oslo van Mette Edvardsen cadeau gekregen, omdat het door waterschade beschadigd werd en opgezwollen raakte… achteraf gezien een toepasselijke meerwaarde. Erek combineert vaak video, geluid en beeld, in een poging de waarneming van een situatie te kantelen en een zintuigelijke ervaring te stimuleren. SSS is onderdeel van de gelijknamige installatie uit 2006 en bestaat onder meer uit een synthetisch tapijt boven op een Steinway Concert Grand piano, verschillende tekeningen, en een videoregistratie van de performance zelf. Zoals de lange titel suggereert, bevat het boekje in het Engels een stap-voor-staphandleiding om met je handen en een tapijt het geluid van de zee na te bootsen. In drie hoofdstukken – voorbereiding, uitvoering en illustratie – wordt deze simulatie beschreven. De ‘Formula for SSS’ in het eerste hoofdstuk verduidelijkt het hybride karakter en misschien zelfs het transcendente doel van dit boek: ‘if ‘IT=SHORE’ and if we want to obtain ‘YOU=IT’ then we need ‘SHORE=YOU’ or, become what you are imitating… (Chorus) ssss, shshshshsh, hshshshshs, tsssss, fushshshshsh, pshshshsh, pssss, frrrrr.’

 

Maxime Gambus, Point break. Un livre qui (se) déchire, Berlijn, backbonebooks, 2014, [40] pp., 26,2 x 17,8 cm, softcover, 100 ex.

Maxime Gambus (1990) presenteert in Point break hetzelfde natuurverschijnsel, maar dan op een puur visuele manier, zonder uitleg. In dit geval moet de lezer het boek voltooien. De onbedrukte, crèmekleurige kaft zit in een losse omslag met een blauw rubberbandje eromheen. Naast de titel werd in het blauw een afbeelding van brekende golven gedrukt. Het boekblok bestaat uit veertig, enkelzijdig in riso bedrukte vellen, met telkens een verticaal kleurverloop van licht- naar donkerblauw. De eerste pagina is, opmerkelijk genoeg, langs de rug reeds uitgescheurd. De Franse ondertitel (‘Een boek dat (zich) uit elkaar scheurt’) is een subtiele hint om ook de andere pagina’s te verwijderen, zodat het boek een finale gedaante krijgt: een illusie van brekende golven, met het scheuren van het papier als het geluid van een branding en de scheurlijnen als de verbeelding van schuimkoppen. Point break is erg effectief: de lezer wordt, subtiel, een coauteur, en een natuurverschijnsel wordt visueel, tactiel en auditief aanschouwelijk, binnen een conceptuele eenvoud.

 

Rafael Guijarro, hola hola hola hola, Madrid, Editorial Tejido Ajado, 2024, [128] pp., 20 x 12 cm, softcover, 200 ex.

 Deze welverzorgde publicatie van de Spaanse kunstenaar, grafisch ontwerper en uitgever Rafael Guijarro (1991) bestaat uit een sequentie van 121 getranscribeerde teksten die op het eerste gezicht aan concrete poëzie doen denken. Wat ze weergeven zijn echter de geluiden die gemaakt worden bij het testen en afstemmen van een microfoon, voorafgaandelijk aan een voorstelling. De titel blijkt het tipje van de ijsberg. Lange tekstkolommen bevatten in het Spaans soortgelijke en vaak herhaalde woorden van iemand die voor een soundcheck achter een micro is gaan staan: ‘hola, si, probando, probando, uno, dos’, ‘check, check, uno, dos, tres, check, check’, ‘hola, hola, hola, probando, hola, hola, hola, ey, hola’, ‘hola, hola, ey, sí, hola, hola, sí’, enzovoort. Zoals de auteur op de achterflap toelicht: ‘Wanneer we een microfoon testen, verliezen de woorden die we uitspreken hun status als teken of als abstractie van een realiteit en worden ze in de ruimte losgelaten door een apparaat met een specifiek doel: het controleren van de correcte werking ervan. Deze woorden communiceren of verwijzen niet meer – het worden dingen. Iets vergelijkbaars gebeurt in de poëzie.’ Als hybride fragmenten van spontane uitspraken – ergens tussen abstracte, niet-representatieve, concrete, visuele of performatieve poëzie – spreken deze transcripties met een universeel verstaanbare stem.

 

Jonathan Monk, Booooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooook, Parijs, onestar press, 2010, [150] pp., 22,5 x 14 cm, softcover, 250 ex., genummerd.

Over de juiste schrijfwijze van de titel van dit boek bestaat onenigheid. De uitgever heeft het over BOOOOOOOOOOK, Bibliothèque Kandinsky in Parijs vermeldt Booooooo…ooook, Jonathan Hill Bookseller Inc. in New York maakt gewag van Boo…ook, en het MACBA-archief in Barcelona geeft als titel gewoon Book mee. Ik geef de voorkeur aan wat er op de rug staat: het Engelse woord voor boek, met 44 keer de klinker ‘o’. Op alle 150 pagina’s staat dezelfde letter, in een groot lettertype en romein. De 150 klinkers worden op het omslag voorafgegaan door een ‘B’ en eindigen op de achterzijde met een ‘k’. Behalve het colofon op de voorlaatste pagina bevat dit boek van Jonathan Monk (1969) geen enkele andere tekst of teken die het woord ‘book’ vormen. Het is een uitstekend voorbeeld van een boek als tautologie: een boek met als enige inhoud een ‘boek’. Eén enkel woord rekken doet ook aan een partituur denken, voor wie bij het doorbladeren de inhoud hardop probeert uit te spreken. Onmogelijk, zo blijkt, want na een aantal pagina’s kom je al snel adem tekort.

 

JJJJJerome Ellis, Aster of Ceremonies, Minneapolis, Milkweed Editions, 2023, 144 pp., 22,8 x 17,8 cm, softcover, 3000 ex.

Dit laatste boek is als een ‘addendum hors catégorie’ omdat het strikt genomen geen kunstenaarsboek is, maar een literair werk. JJJJJerome Ellis (1989) is, naar eigen zeggen, kunstenaar en trotse stotteraar. In Aster of Ceremonies contextualiseert hij niet alleen zijn Jamaicaanse voorouders, hun leven in slavernij en hun frequente stotteren, maar eveneens zijn onvermogen om vloeiend te spreken, wat hij rechtstreeks in de tekst verwerkt. Het boek bevat naast lyriek ook muziekpartituren voor zang en piano, een essay, persoonlijke aantekeningen en enkele namen en illustraties van planten, telkens in magenta gedrukt. De songs zijn uitingsvormen die de auteur toestaan ‘probleemloos’ te stotteren. Aster of Ceremonies verscheen in de reeks Multiverse over verschillende soorten creatief taalgebruik en over neurodivergente, autistische, neuroqueer of dove praktijken. Het grensoverschrijdende karakter en de poëtisch-politieke kracht van dit boek weerklinken nog het best in een van Ellis’ eigen verwoordingen: ‘the art of the stutter is to utter in time not on time’.