width and height should be displayed here dynamically

L’autre moitié de l’Europe

De meeste thematische tentoonstellingen ogen op papier veel aantrekkelijker dan in de realiteit. Sommige onderwerpen zijn beter gediend met een degelijke studie en een rijk geïllustreerde publicatie dan met een tentoonstelling van kunst. Een schoolvoorbeeld van deze stelling is L’autre moitié de l’Europe die in vier opeenvolgende presentaties een overzicht tracht te geven van de hedendaagse kunst in wat bijna een halve eeuw lang werd aangeduid als het Oostblok en tien jaar na de val van de Berlijnse muur nog altijd het voormalige Oostblok genoemd wordt.

In het begin van de 20ste eeuw speelden kunstenaars uit Oost-Europa een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Europese avant-garde. Na de oorlog raakte de kunst er door het communisme geïsoleerd. Met L’autre moitié de l’Europe trachten de drie commissarissen, de Hongaar Lorand Hegyi (directeur van het Museum Moderner Kunst Stiftung in Wenen), de Rus Viktor Misiano (hoofdredacteur van het tijdschrift Moskow Art Magazine) en Anda Rottenberg (directrice van de Zacheta Gallery of Contemporary Art in Warschau), in het Jeu de Paume een overzicht te geven van de huidige situatie die zowel door de communistische erfenis als door de val van de Berlijnse muur bepaald wordt. De zevenendertig kunstenaars komen uit Polen, Bosnië, Hongarije, Rusland, Litouwen, Roemenië, Bulgarije, Georgië, Oekraïne en Tsjechië; hun werk werd niet gegroepeerd per nationaliteit, maar volgens welbepaalde thema’s, die achteraf uiteindelijk even oppervlakkig blijken.

Het eerste luik handelt over de geschiedenis, de herinnering en de (auto)biografie (8 februari tot 2 maart). Het tweede deel staat in het teken van de politiek, de sociale realiteit en het dagelijkse leven (14 maart tot 9 april). Het esoterische wordt samengevat in het geheim en het raadsel (21 april tot 19 mei). De tentoonstelling eindigt tenslotte met het vierde luik dat een blik op de toekomst wil bieden aan de hand van de kernbegrippen ‘project’, ‘utopie’ en ‘constructie’ (31 mei tot 21 juni). Voor elk thema kiest men een emblematische kunstenaar die in de westerse helft van Europa voldoende bekend is (omdat hij er toevallig ook al jaren woont) en waarrond dan jongere kunstenaars gegroepeerd worden. Zo wordt de geschiedenis ingeleid door Magdalena Abakanowics, het sociale door Ilya Kabakov, het esoterische door Roman Opalka en de utopie door Vitali Komar & Aleksandr Melamid.

Ondanks het interessante basisgegeven voldoet het eerste tentoonstellingsluik niet aan de verwachtingen. Het Jeu de Paume telt negen zalen, waarvan elke kunstenaar er een kreeg. Het thema van de herinnering, de geschiedenis of de biografie is nauwelijks herkenbaar of er met de haren bijgesleurd zoals in het werk van Braco Dimitrijevic, de ex-Joegoslaaf (nu Bosniër), die vanuit het westen zijn afkomst zowat tot zijn handelsmerk wist te maken. Een van de meest indringende werken is de video-installatie Bath house for men van Katarzyna Kozyra dat reeds vorige zomer in de Biënnale van Venetië in het Poolse paviljoen te zien was en later in De Appel in Amsterdam. Om met een verborgen camera mannen te gaan filmen in een Turks bad moest Kozyra haar lichaam transformeren tot dat van een man. De installatie toont gelijktijdig de transformaties van haar lichaam en de door haar op sluikse wijze gerealiseerde beelden van naakte mannen in het badhuis. Naast de gender-problematiek en daarmee gepaard gaande connotaties heeft het resultaat picturale kwaliteiten en een hoge graad van symbolisme. Spijtig dat Anda Rottenberg, tevens commissaris van het Pools paviljoen in Venetië, voor Parijs geen ander werk koos, omdat wat op de Biënnale te zien was hoge verwachtingen wekte en uitnodigde om het werk van deze jonge kunstenares beter te leren kennen.

Totaal verschillend, maar in dezelfde geest, is het werk van de andere Pool, Miroslaw Balka. Zijn op het eerste gezicht abstract geometrische installatie bevat subtiele autobiografische elementen (haar, zeep, de afmetingen van zijn lichaam) die vermengd worden met een op de minimal art geënt discours over de plaats (maar ook de energie, de warmte) van een lichaam in de ruimte. Ook hier zijn de behandelde thema’s zo universeel en de benaderingswijze dermate persoonlijk dat zijn werk ons niets zegt over de geopolitieke context waarin ze ontstaan zijn. Merkwaardig genoeg ontlenen deze twee werken hun artistieke kwaliteiten aan de autonomie van de kunstenaar en zetten ze op deze wijze het concept van de tentoonstelling op losse schroeven.

 

• L’autre moitié de l’Europe loopt nog tot 21 juni in de Galerie du Jeu de Paume, Place de la Concorde, 75001 Paris(01.47.03.12.50).