Luc Deleu & TOP Office
Onder de weinige architectuurlaboratoria die België telt, speelt het Antwerpse TOP Office al zo’n dertig jaar de rol van een verleidelijk randfenomeen. Opgericht en geleid door Luc Deleu produceert het bureau stedenbouwkundige en architecturale ‘voorstellen’, artistieke ingrepen, wedstrijdprojecten, teksten en gebouwen. Die verscheidenheid heeft er altijd toe geleid dat het gebouwde werk ver in de minderheid bleef tegenover de onuitgevoerde projecten. Precies daaraan ontleende het bureau zijn kritische positie binnen het architectuurdiscours. Tegelijk heeft TOP Office daardoor een eigen universum opgebouwd: ondanks de diversiteit aan contexten en media komen de verschillende ontwerpen toch samen in een bijzonder coherent oeuvre. Deleu realiseert niet zozeer gebouwen, maar bouwt geduldig aan een wereldbeeld, waarbij hij vertrekt van een lectuur van de fysische globe én van de globale maatschappij. Hij licht bepaalde elementen uit die bestaande wereld, om ze er in een afwijkende vorm weer in te projecteren en zo een alternatief wereldbeeld op te hangen.
Dat gebeurt ook letterlijk in de containerinstallaties van Deleu & TOP Office, waarvan er momenteel vijf in Park Middelheim worden tentoongesteld. Zoals bij vorige containerprojecten heeft Deleu een paar van die grote blokken gehuurd om er een tijdelijke sculptuur mee te maken, waarna de containers gewoon weer ingezet kunnen worden in het internationale transport. In de nieuwe tuin van het Middelheimpark torenen de vijf containersculpturen ver uit boven de recent aangeplante boompjes. De containers zijn op verschillende manieren tegen en op elkaar gezet. Vier van de vijf composities zijn heruitgaven of variaties van vroegere containerinstallaties, de vijfde sculptuur bestond voordien enkel als schaalmodel. De verschillende werken staan verspreid over het park; ze zijn opgesteld op de as van een bestaand pad, of vormen een denkbeeldige as met elkaar. Tijdens een wandeling langs de verschillende installaties ontstaat een spanning tussen de afgemeten perspectieven en het plastische geweld van de overhellende volumes.
Doordat ze in formele ensembles zijn opgenomen, herinneren de containers nog nauwelijks aan hun oorspronkelijke gebruik. Dat was ook al het geval toen Deleu in 1983 in Neuchâtel voor het eerst een triomfboog maakte met containers. De constructie stond op een stenen dijk in het meer voor de stad, en lag in de as van het stedelijk kunstmuseum. Sindsdien verschenen soortgelijke constructies in stadsparken, boven of voor (historische) monumenten, aan de dokken in Antwerpen, op de Maasvlakte en in nog enkele andere stedelijke omgevingen. Telkens ging het om tijdelijke installaties. De stedelijke omgeving bood niet enkel een formele verankering, maar vormde een soort natuurlijke biotoop: ten eerste zijn containers verbonden met een verstedelijkte en geglobaliseerde wereld, ten tweede treft men het soort bouwsels van Deleu (bijvoorbeeld triomfbogen) ook aan in een stedelijke context, en ten derde stralen ze een ruwheid uit die hen een vanzelfsprekendheid en geloofwaardigheid geeft binnen de ruimte van de stad.
Voor het eerst worden nu verschillende containerconstructies samen getoond; maar uitgerekend dit gebeurt niet meer in die ‘natuurlijke’ biotoop maar in een beeldenpark. De inplanting in een beschermde artistieke omgeving maakt het statuut van Deleus constructies problematisch. Er is sprake van een dubbele vervreemding: de containers waren al van hun oorspronkelijke functie vervreemd, en nu worden de containersculpturen nog eens uit hun stedelijke biotoop gehaald. Om dit verlies op te vangen, heeft Deleu de vijf installaties geschikt tot een doordachte compositie die gebaseerd is op de gulden snede. Daarmee benadrukt hij in feite dat de containers buiten de stadsomgeving meer nodig hebben dan de brute kracht van hun eigen verschijning. Bovendien wordt, in de pseudo-idyllische context van deze nogal halfslachtig ontworpen parktuin, de geprofileerde en beschreven stalen huid van de containers herleid tot een autonome, bijna abstracte textuur. Het harde en ruwe gebaar waarmee de constructies zich in een stedelijke omgeving manifesteerden, is verdwenen; zij hebben hun oorspronkelijk statuut van installatie ingeruild voor het uniform van een sculptuur. Daarbij zorgen de gigantische schaal en het constructieve spel van de containers ongetwijfeld voor glorieuze momenten. Maar wie de oorspronkelijke context van de installaties een beetje kent (en die wordt zeer overzichtelijk afgebeeld in de catalogus), zal de vijf werken van TOP Office ervaren als een indrukwekkende hedendaagse versie van de sprakeloze beelden die elders in het Park Middelheim opduiken.
• Luc Deleu & TOP Office, nog tot 14 september 2003 in het Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen (03/827.15.34; www.antwerpen.be/cultuur/museum_middelheim).