Magisch Realisme. Natuurlijke wan/orde verbeeld

Na de groepstentoonstellingen Het afwezige museum (2017) en Risquons-Tout (2020-2021) presenteert Wiels een vervolg in de vorm van een ambitieuze, thematische zomertentoonstelling, die deels ook bij argos te zien is. De expo staat stil bij een actuele vraagstelling: hoe kunnen we de leefomgeving vormgeven in een tijd van planetaire verschuivingen en ecologische uitdagingen? Eenduidige antwoorden worden niet gegeven, omdat het thema al te meerduidig is aangepakt. Het weerklinkt in de ondertitel en in de vier overlappende personages als subthema’s: de wilde, de heks, de shapeshifter en de tijdreiziger.
Dat Magisch Realisme werk van een dertigtal kunstenaars uit verschillende generaties en van verschillende continenten verzamelt, versterkt die meerduidigheid alleen maar. Vijftien werken werden in opdracht gemaakt. Door die intergenerationele en intercontinentale aanpak lijken vragen én antwoorden elke keer anders geformuleerd. Rollen worden omgedraaid, posities ingewisseld. Soms lijken de werken te (on)realistisch voor een jong publiek (de metamorfosen van Cecilia Vicuña, met onder andere een menstruerende engel met barbiepopledematen en vleugels als van papier) en soms zijn het de kinderen zelf die de natuurlijke orde of wanorde verklaren aan de volwassenen (zoals bij Joan Jonas). Soms komt de realiteit dicht bij de magie, als de lijn tussen het ontastbare en het verifieerbare vervaagt (bij Ann Veronica Janssens). Soms is de magie realiteit, een uitnodiging om anders te kijken naar nieuwe aardse ruïnes (Daniel Steegmann Mangrané en Juliana Fausto). Nu eens zijn de werken dystopisch (Adrián Villar Rojas), dan weer naïef (Barbara en Michael Leisgen).
De curatoren, Sofia Dati, Helena Kritis en Dirk Snauwaert, slagen er ondanks al die verschillende verhalen toch in om nieuwe verwantschappen te ontwikkelen. Zo vertoont heel verschillend werk van Otobong Nkanga en Suzanne Jackson gelijkenissen in elkaars nabijheid. Beiden werken met gerecycleerde materialen, waaronder veel organische elementen. Allebei komen ze uit bij een soort totemgevoel: bij Nkanga is er de verschroeide boom als een opgebrande vuurpijl geplant in de aarde, bij Jackson het toekomstige woud van acryl, papier, tapijt en verschillende soorten metaal. Adrián Villar Rojas en Edith Dekyndt geven een afwijkende en toch verwante invulling aan ‘de tijd’. Villar Rojas verwijst naar een dystopische toekomst in een sculptuur van geïmplodeerde, Mad Max-achtige machineonderdelen. Dekyndt vertrekt vanuit een verleden, met verweerde artefacten, gevonden op het strand van Nova Scotia. Minia Biabiany en Barbara en Michael Leisgen kijken op een cultureel bepaalde manier naar het landschap. Biabiany vertelt een (post)koloniaal verhaal waarin insecticiden van de Franse koloniale industriële landbouw een rol blijven spelen in de giftige aarde van Guadeloupe. De Leisgens refereren in een reeks van vijf zwart-wit landschapsfoto’s aan een kunstgeschiedenis vanuit de sublieme, romantische blik van Caspar David Friedrichs Rückenfigur, maar ook aan de zich in hoeken en bochten plooiende Körperkonfigurationen van Valie Export, uit de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Op de tweede verdieping, die als thema ‘de heks’ meekreeg, verplaatsen Steegmann Mangrané en Fausto zich met La Pensée Férale (2020) in de positie van de boom in het Braziliaanse regenwoud. In de titel echoot het wilde denken van Claude Lévi-Strauss. De kunstenaars kijken, denken en schrijven als een boom; een verwilderd denken, gedekoloniseerd en weg van klassieke, westerse patronen, zoals Lévi-Strauss dat al in de jaren vijftig nastreefde. Naast de foto’s en teksten van La Pensée Férale plaatst Steegmann Mangrané de fragiel-mysterieuze schoonheid van zijn Split Branches (2021-2024): flinterdunne takjes op een fragiele, bezwerende manier gespleten over de volledige lengte.
Nog een verdieping hoger, bij de tijdreizigers, wordt Annie Ratti met haar door Aby Warburg geïnspireerde atlas van uitgestorven diersoorten gekoppeld aan Oikos (2025), het laboratorium van Anne Marie Maes, met uitstervende bijen in de hoofdrol. De geur van honing (bij Maes) en het kleurige klassement (bij Ratti) zijn misleidende verleiders uit een verdwijnend verleden.
Magisch Realisme is een ambitieuze tentoonstelling voor ambitieuze bezoekers. Je wordt niet vrolijk van het onderwerp. Hoe langer je blijft en hoe meer je kijkt, des te sterker het gevoel wordt dat er geen weg terug is. De aarde verarmt, vervuilt en warmt op, en dat keren we niet meer om. Geen wilde, geen heks, geen tijdreiziger of welke hybride dan ook zal daar iets aan veranderen. Wat rest zijn de verhalen over wat was.
Joan Jonas (88 jaar, de oudste nog levende kunstenaar in de tentoonstelling) verweeft bij argos die tegengestelde bewegingen – wat komt en wat was – in een even ontmoedigende als vrolijke installatie. In Moving Off The Land II (2019) toont ze het leven in zee. Jonas is zelf de speelse protagonist in haar videobeelden en laat de educatieve kant van het werk over aan een groep kinderen die ze rond zich verzamelt. Haar video-installatie is een herwerking van eerdere videoperformances in New York en Venetië. De kunstenaar beweegt in en uit het beeld. Ze duikt in de oceaan, danst met de zeedieren of reikt ze de hand in het aquarium. Het is een desoriënterend werk dat doet denken aan vroeger werk, zoals Left Side Right Side uit 1972, waarin ze speelde met haar videobeeld en haar spiegelbeeld. Hier ziet het wateroppervlak er vanuit de zee uit als een spiegel. De zee is, voor Jonas, waar alles begint en eindigt. Het is ons geheugen. Het toont de evolutie. En nee, ook haar verhaal maakt je niet blij. Wat ondanks alles toch doet glimlachen, zijn de herinneringen aan de kindertijd, aan hoe het was, gebracht door Jonas zelf en door de kinderen die ze betrekt in haar werk.
• Magisch Realisme. Natuurlijke wan/orde verbeeld, tot 18 september, Wiels, Van Volxemlaan 354 en Argos, Werfstraat 13, Brussel.



