Man Ray, la photographie à l’envers
Terwijl het werk van de Amerikaanse fotograaf Man Ray (geboren in 1890 in Philadelphia als Emmanuel Radnitzky en overleden in Parijs in 1976), wegens een spectaculair vervalsingsschandaal volop in de belangstelling staat, tracht het Centre Pompidou in een tentoonstelling met werk dat hoofdzakelijk afkomstig is uit de nalatenschap van deze dadaïstische en surrealistische kunstenaar orde op zaken te stellen. In 1994 verwierf het Musée National d’Art Moderne of de verzameling van het Centre Georges Pompidou via een dation, dit is een schenking van kunstwerken ter betaling van erfenisrechten, de archieven uit het atelier van Man Ray. Hierdoor bezit het museum het belangrijkste fonds van deze kunstenaar. In totaal gaat het om 13.500 negatieven en 5.000 contactafdrukken.
De opzet van de tentoonstelling is dubbel. Enerzijds wil ze het werk van Man Ray situeren in het tijdskader waarin het ontstaan is, namelijk het mondaine Parijs uit de jaren ’20 en ’30. Anderzijds wil ze de spanning tonen tussen zijn strikt professionele fotografie, met realistische, soms documentaire beelden en de creatieve fotografie, die in dit werk sterk tot uiting komt. Het verhaal van Man Ray is het verhaal van een kunstenaar die schilder wou worden, maar uiteindelijk als beroepsfotograaf de kost verdiende. Dit mythische verhaal vertelt hij zelf in zijn autobiografie die onder de titel Belicht geheugen in de reeks privé-domein bij de Arbeiderspers in het Nederlands verschenen is. Hij werkte op bestelling voor modeontwerpers en tijdschriften en had als portretfotograaf een druk bezochte studio. Gelijktijdig maakte hij ook schilderijen en surrealistische objecten. Een aspect van zijn artistieke arbeid die hier volledig buiten beschouwing gelaten werd.
Doorheen 500 foto’s tracht de tentoonstelling drie belangrijke richtingen te onderkennen. Een eerste deel toont zowel modefoto’s als landschappen, onder andere deze van een reis naar Lacoste in de voetsporen van de Markies de Sade, plus talrijke contactafdrukken van portretten uit het atelier. Een tweede deel besteedt aandacht aan de zogenaamde meesterwerken die voor het grootste deel afkomstig zijn uit andere publieke en private verzamelingen. Ze worden aangevuld met meestal onuitgegeven originele documenten die uit de nalatenschap werden opgediept. Hier wordt ook ingegaan op de door hem uitgevonden of verfijnde technieken als solarisatie, overdruk, raster of rayogram die hij gebruikte om de realiteitswaarde van zijn foto’s te camoufleren. Het derde deel maakt een synthese van de diverse stijlen en technieken. Hier wordt de nadruk gelegd op het gebruik van de fotografie als dadaïstisch of surrealistisch uitdrukkingsmiddel. Een van zijn films, de twee minuten durende Retour à la raison uit 1923 wordt permanent in de tentoonstelling geprojecteerd. De overige films worden op 12, 13 en 14 juni vertoond op het festival Man Ray directeur du mauvais movies, in de Vidéothèque de Paris. Daar het Centre Pompidou nog tot eind 1999 wegens verbouwingswerken gesloten blijft, werd de tentoonstelling in het kader van de programmatie Hors les Murs, georganiseerd in het Grand Palais. De catalogus bestaat uit de drie hoofdstukken die in de tentoonstelling terug te vinden zijn, Dupliquer le réel, Démarquer le réel en Dénaturer le réel, en bevat 320 zwart-wit foto’s waarvan de meeste nooit eerder gepubliceerd werden.
Man Ray: tot 29 juni in de Galeries Nationales du Grand Palais, Avenue du Général Eisenhower 3, 75008 Paris (01.44.13.17.17).