width and height should be displayed here dynamically

Ontwerpen voor kinderen

De Nieuwe Vleugel van het Stedelijk Museum te Amsterdam is ter gelegenheid van de tentoonstelling over Aldo van Eycks speelplaatsen omgetoverd tot een bewaarplaats voor het kind, deze allerkleinste homo ludens. Het is alsof de tijden van de tentoonstelling Kind en Kunstuit 1947, waaraan Van Eyck meewerkte, zijn teruggekeerd. Uit luidsprekers klinkt oorverdovend blij kindergekraai (ik weet niet of dit authentieke geluidsopnamen zijn), op de vloer liggen grijze betonnen stoeptegels (dertig bij dertig centimeter) in een strak patroon, en in het midden staan enkele glanzende klimrekken op een bed van rode rubberen tegels, om de tere kinderknietjes voor al te grote schrammen te behoeden.

Aan de grote kopse wand tegenover de ingang hangen twee enorme luchtfoto’s van Amsterdam. Gele, bijna luminescente punten lokaliseren een groot deel van de ongeveer 730 (!) kinderspeelplaatsen, rolschaatsbanen, klimrekkenformaties en betonnen speelheuvels die Aldo van Eyck tussen 1947 en 1978 ontwierp. Het is een waar melkwegstelsel van ‘kinderplekken’ en tevens een staaltje van cartografie, waar Constant, bedenker van het paradijs voor de volwassen homo ludens, Nieuw Babylon, alleen maar van had kunnen dromen. Ook van Constant toont deze zorgvuldig gemaakte expositie overigens een bescheiden ontwerp voor een speelplaats.

Het pièce de résistance van de inrichting wordt gevormd door zwartwitfoto’s van spelende kinderen (afkomstig uit het Amsterdams Gemeente Archief) die als velums over de gehele breedte en hoogte van de ramen van de Nieuwe Vleugel zijn gespannen. Het gelukzalige beeld van de Nederlandse wederopbouw dat de beelden zelf bieden, wordt nog versterkt door het binnenvallende licht. (De foto’s van onder andere Eva Besnyö, Cas Oorthuys en Carel Blazer zijn waarschijnlijk digitale prints, want ze vertonen zelfs op dit reusachtige formaat welhaast geen korrel, hetgeen hun hyperreële verschijning alleen nog maar versterkt.)

Plattegronden en schetsen completeren dit werkelijk fantasmagorische beeld van een ongekend perfect scenario van dwang en plezier. Het is fascinerend om het gehele, uiterst complexe repertoire van schakelingen en koppelingen van speelobjecten (met sciencefictionachtige namen als klimbollen, duikelrekken, klimbogen) en ruimtelijke, stedelijke disposities te ontrafelen. Ineens wordt een totale axiomatiek van de architecturale pretenties van Aldo van Eyck (en eigenlijk ook van die van zijn tijdgenoten) zichtbaar: geen oeuvrecatalogus en nauwelijks een artikel zijn er tot nu toe geheel in geslaagd dit dispositief feitelijk helder te krijgen. In dat verband is het bevreemdend dat het enige artikel over de speelplaatsen van Aldo van Eyck, een tekst die de inzet van diens opvattingen over de werking van architectuur en stedenbouw genadeloos en tevens vol bewondering heeft blootgelegd, in geen enkele bijdrage aan de catalogus wordt genoemd. Het bewuste artikel van Jan de Heer en Kees Vollemans heet voluit Postscriptum of Voorbij het laatste woord over de laatste stad (ook andere woorden kunnen dat). Een klein kadootje voor het verleden Jaar van het Kind en het eerverleden Jaar van de Vrouw. Het werd gepubliceerd in 1979 in een themanummer van het tijdschrift RASTER (nummer 12, 1979, pp. 129-149) dat gewijd was aan De Stad in literatuur, filosofie en beeldende kunst.

De tentoonstelling maakt dat echter goed: het getoonde werk ontzenuwt op eigen kracht de mythe Aldo van Eyck – de mythe als zou hij een humanist pur sang geweest zijn, die terugdeinsde voor de zelf gecreëerde leegte van het architectonische teken, en die zou hebben gepoogd die leegte opnieuw op te laden met een ideologie van het onbedorven, goede, wilde en onschuldige kind. Het gepresenteerde materiaal maakt, ondanks de theatrale enscenering, elke hagiografische vertelling over Aldo van Eyck onmogelijk en hopeloos pathetisch. Ontwerpen voor kinderen biedt ongewild een blik op Van Eycks microfysica van de macht, waarvan de categorische imperatief Gij zult gelukkig zijn! het motto vormt. Eens te meer blijkt de macht van de geschiedenis sterker dan die van degenen die haar dachten te kunnen maken. Tragisch, maar wel hoopvol.

 

• Ontwerpen voor kinderen. Speelplaatsen door Aldo van Eyck & presentatie Meubels en Speelgoed is nog te zien tot 8 september 2002 in het Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, 1071 CX Amsterdam (020/5732911). De catalogus Aldo van Eyck. De speelplaatsen en de stad  (red. Liane Lefaivre) bevat bijdragen van Ingeborg de Roode, Francis Strauven, Lia Karsten, Anja Novak en Erik Schmitz, en werd uitgegeven bij NAi Uitgevers, Mauritsweg 23, 3012 JR Rotterdam (010/201.01.32). ISBN 90 5662 248x.

Gedurende de tentoonstelling organiseert het Stedelijk een groot aantal activiteiten voor kinderen, onder andere een drietal workshops onder leiding van speelplaatsarchitect Sybolt Meindertsma. De resultaten van de workshops zullen uitgewerkt worden in de twee speelplaatsen die Meindertsma in 2003 gaat realiseren op het terrein van de Westergasfabriek te Amsterdam. Meer informatie bij Rixt Hulshoff (020/5732658; rixt@stedelijk.nl).