width and height should be displayed here dynamically

Oublier Rodin? La sculpture à Paris, 1905-1914

Aan het begin van de 20ste eeuw domineert Rodin met zijn monumentale sculpturen de West-Europese beeldhouwkunst. Elke jonge kunstenaar met iets of wat sculpturale ambitie trekt naar Parijs om hem aan het werk te zien. In een prachtige tentoonstelling van het Musée d’Orsay wordt op overtuigende wijze aangetoond dat deze beeldhouwers, die zich omwille van Rodin in Parijs verzameld hadden, zich langzaam maar zeker tegen hun meester zullen afzetten om hun eigen sculpturale opvattingen door te drukken. Tegenover Rodins expressiviteit stellen ze de schoonheid van de lijn en de perfectie van de geometrische vorm. Op zoek naar de essentiële vormen vinden ze zowel aansluiting bij de traditie als bij de avant-garde. Onder hen bevinden zich kunstenaars als Bourdelle en Brancusi, grote bewonderaars als Zadkine en Gaudier-Brzeska, maar ook moderne schilders als Matisse en Picasso. George Minne, in de tentoonstelling vertegenwoordigd met een knielende knaap, werd reeds in 1891 in Parijs gesignaleerd. Na 1900 arriveerden onder anderen Julio Gonzalez, Pablo Gargallo, Jacob Epstein, Amadeo Modigliani en Alexander Archipenko. Een meer dan levensgrote Penelope (1905-1912) van Bourdelle doet denken aan de Huiselijke Zorgen (1913) van Rik Wouters, die in 1912 enige tijd in Parijs verbleef en die in de tentoonstelling ongetwijfeld ook een mooie plaats had kunnen krijgen.

Hoe groot hun bewondering voor Rodin ook was, voor de ontplooiing van hun eigen persoonlijkheid waren ze verplicht de meester te vergeten. Onder invloed van de plastische synthese van de Nabisschilders, wordt ook in de beeldhouwkunst de vereenvoudiging van de vorm doorgevoerd. Zo onderstreepte Maurice Denis bij Maillol ‘de graad waarin hij het gevoel van de vorm, de schoonheid van de lijn en de geometrische perfectie van zijn oeuvre’ beheerste.

Maar het is vooral de confrontatie met de primitieve beeldhouwkunst die hen nieuwe plastische oplossingen zal aanreiken. Realisme en oppervlakkige sensualiteit worden verworpen ten voordele van het herontdekken van de originele principes van de beeldhouwkunst. Met elementaire vormen wordt de essentie van een innerlijke schoonheid verbeeld. Ondanks hun antropomorfe kenmerken hebben deze sculpturen elke relatie met de werkelijke wereld verbroken. Hun betekenis ligt niet meer in een subjectieve beleving van de werkelijkheid, maar in de constructie van een artistieke realiteit.

De centrale figuur uit de tentoonstelling is ongetwijfeld Wilhelm Lehmbruck, die tussen 1910 en 1914 in Parijs verbleef. Hij is niet alleen vertegenwoordigd met talrijke beelden, maar ook met tekeningen, etsen en zelfs enkele schilderijtjes. Zijn werk is dan ook symptomatisch voor zijn generatie. Hij positioneert zich tegenover Rodin zonder daarom tot de zogenaamde avant-garde te behoren: een avant-garde, die eerder beschouwd werd als een schilderkunstige beweging en onder meer belichaamd werd door het kubisme en het fauvisme. Merkwaardig genoeg evolueert Lehmbrucks oeuvre op de vooravond van de Eerste Wereldoorlog naar een expressionisme zonder pathos, dat tijdens de oorlog somberder wordt en in toenemende mate wanhoop uitdrukt. Op de tentoonstelling ligt zijn Der Gestürzte naast de Ugolin van Rodin, de voorstelling van de gevallen held uit de Divina commedia van Dante, die veroordeeld werd tot de hongerdood nadat hij zijn eigen kinderen had opgegeten.

Tegenover deze angst en onzekerheid, die we later zullen terugvinden bij Giacometti en Germaine Richier, staat een eerder kalme en organische beweging die de meer poëtische sculpturen aankondigt van Hans Arp en Henry Moore.

Oublier Rodin? is een interessante tentoonstelling met een uitstekende catalogus. Daarom verdient ze beter dan de terrassen en de smalle gangen van de zuidelijke vleugel van het Musée d’Orsay. In het Grand-Palais was een uitgebreide versie niet alleen beter tot zijn recht gekomen, ze zou er ook ruimere belangstelling kunnen genieten. Waarom zou een kunstkritische tentoonstelling zich niet tot een breed publiek kunnen richten? Oublier Rodin? vormt immers een mooi alternatief voor blockbusters rond kunstenaars als Warhol of Picasso met een voorgekauwd verhaal.

 

Oublier Rodin? La sculpture à Paris, 1905-1914 tot 31 mei in het Musée d’Orsay, 1 rue de la Légion d’Honneur, 75008 Parijs (01/40.49.48.14; www.musee-orsay.fr).