width and height should be displayed here dynamically

Dennis Tyfus

Tussen 2006 en 2017 werkte ik vaak samen met Vaast Colson. De samenwerking was altijd los-vast (wij waren nooit een uitgesproken kunstenaarsduo) en toch hadden we soms het gevoel dat ons eigen werk nog amper uitgevoerd kon worden, bijvoorbeeld omdat we bezig waren met het organiseren van een concert of een tentoonstelling in een van de ruimtes die we samen uitbaatten, zoals Gunther, Stadslimiet, Vansteensel & De Caigny Gallery en Pinkie Bowtie.

Ik kom waarschijnlijk niet met groot nieuws wanneer ik stel dat zowel een solitaire atelierpraktijk als een samenwerking in mijn persoonlijke ervaring voor- en nadelen met zich meebrengt. Beide manieren van werken zijn sinds het begin van mijn volwassen bestaan even belangrijk binnen mijn praktijk, maar de laatste jaren is er voor beide meer ruimte, door een duidelijke afbakening in de tijd.

Dankzij het paviljoen De Nor, dat ik samen met FVWW Architecten bouwde voor de groepstentoonstelling Experience Traps (2018) in het Middelheimmuseum in Antwerpen, keren mijn bezigheden elk jaar om: een solitaire, methodische (teken)praktijk wordt een zomerse, collectieve praktijk. De Nor is door het jaar te bekijken als onderdeel van de collectie van het Middelheimmuseum, maar van begin juni tot eind augustus wordt het paviljoen geactiveerd via wekelijkse concerten, performances, debatten, lezingen en presentaties allerhande. De Nor kan wat mij betreft enkel bestaan als de ruimte ook jaarlijks wordt geactiveerd. Voor de organisatie van deze wekelijkse luim kan ik rekenen op een ruime groep kennissen, zonder wie alles als een pudding in elkaar zou zakken: de artiesten op het podium, de technieker die ervoor zorgt dat er klank uit de luidsprekers galmt, de mensen die aan de deur tickets controleren, het barpersoneel en de medewerkers die het servies ophalen en afruimen in de ruime tuin rondom het paviljoen, de kok die voor de artiesten en het personeel kookt, en natuurlijk het publiek. Hoewel we geen vast collectief zijn, is het team medewerkers al jaren min of meer ongewijzigd.

Dit gezegd zijnde doe ik voor bijna al mijn werk, de tekeningen niet meegerekend, een beroep op derden. Ik heb moeten leren dat technische problemen of onmogelijkheden bijna altijd een oorspronkelijk idee in de weg zitten. Ik ben dit gaan zien als een deel van het werk, en als iets spannends. Door telkens met dezelfde mensen te werken voor het maken van sculpturen, geluidswerken, video’s en neonwerken, bepalen zij voor een deel mee hoe het werk eruitziet, omdat ik geregeld kom aanzetten met ideeën die onmogelijk uitvoerbaar blijken te zijn. Dat kan nadelig lijken, maar ik vind het net prettig dat je zo ook een soort toeschouwer wordt van je eigen werk. Het is een bijna psychedelische ervaring.

Het grootste voordeel van samenwerken is dat er meestal enorm veel plezier gemaakt kan worden: je steekt elkaar aan, en daaruit ontstaan nieuwe ideeën. Ik vergelijk het graag met een rondtrekkende band, zoals Beastie Boys. Wanneer ik hun muziek hoor, merk ik zonder uitzondering meteen hoe ongelooflijk veel plezier ervan afstraalt.

 

Dennis Tyfus (1979) is een Belgisch beeldend kunstenaar, muzikant, uitgever, radio-omroeper en applausmeter. Hij wordt vertegenwoordigd door Tim Van Laere Gallery in Antwerpen, waar hij begin dit jaar deelnam aan de groepstentoonstelling Swim the Mountain Climb the Sea, en waar tijdens de zomer van vorig jaar zijn solotentoonstelling Satellite of Lard te zien was. Op zaterdag 11 juni viert hij de vijfentwintigste verjaardag van uitgeverij en platenlabel Ultra Eczema, samen met de heropening van De Nor.