width and height should be displayed here dynamically

Nele Tas

Zelfportret zonder titel. Jezus. Ik sta voor de spiegel en kijk naar mezelf. ‘Ik’ schilder vervolgens ‘zelf’. Gehoorzaam als de schilder is aan de hedendaagse plicht tot zelfkennis en zelfinzicht. Oneigentijdse portretten.

1. Een eerlijk antwoord op je vraag? Vanaf het prille begin zoek ik samenwerking op. Het is wat ik wil: samen met iemand ‘iets doen’. Met anderen zijn. Maar ‘in het holst van de nacht’, voor het meest wezenlijke van mijn praktijk, ben ik helemaal alleen. Moet ik helemaal alleen zijn, helaas. Helaas? Ik weet het niet: het is een vaststelling, geen waardeoordeel. 2. Om vervolgens bij individueel auteurschap uit te komen. Deze keer écht helaas: de term ‘genie’ is in onbruik geraakt, individueel auteurschap in twijfel getrokken. Ik zou als vrouwelijke schilder ook wel graag even onder de hartverwarmende (en portemonneevullende) douche van de genialiteit willen staan. Even maar. Want vast staat dat ik dit werk vervaardigd heb, alleen. 3. Alleen…? Onzin! Ik ben geboren en opgevoed in een cultuur die haar ideeën hard gemaakt heeft in gebouwen, vormgegeven in objecten en neergeschreven in boeken en wetten. Die altijd – atheïst of alternatist – haar invloed uitoefent. Alles ademt: ‘ik besta al’. 4. Ik besta nog niet.’ Tijdens het schilderen probeer ik een opening te laten voor het onverwachte. Witruimte. Een schilderij is voor mij tegelijk een plek voor lampzwart en naakt doek. Een verzamelplaats voor ongecontroleerde afwijkingen, voor kleuren die zichzelf kiezen en voor nog maar eens een penseelstreek die ongewild wegglijdt. Voor leegtes, fouten, breuken. 5. En zo kan het gebeuren dat er ineens – uit het kruisen van het bekende en het onbekende – een Jezus uit mij komt. En dat het toch een zelfportret is. Jezus! Tegelijk icoon én popster van onze cultuur. Leesbaar en herkenbaar voor eenieder uit deze contreien.

5. Een eerlijk antwoord op je vraag? Vanaf het prille begin besef ik dat ik alleen ben. Het is ook wat ik wil: alleen zijn. Maar ‘in het holst van de nacht’, voor het meest wezenlijke van mijn praktijk, ben ik nooit alleen. Kán ik nooit helemaal alleen zijn. 4. Wanneer ik schilder, zit de wereld in mijn hoofd. Van individueel auteurschap is geen sprake. Ik ben deel van een ‘samen’ – of ik het nu wil of niet. Neem nu ‘familie’, ‘de wereld’, ‘de kunstgeschiedenis’. Of zelfs zoiets vuigs als ‘zelfkritiek’ – die botte buffer tussen atelier en buitenwereld. In fysieke vorm ben ik als maker enig lid van die strenge beoordelingscommissie. In mentale vorm zijn we met velen. 3. Wat ik met mijn schilderijen wil? In die samenleving staan. In de hoop, eigenlijk in de overtuiging, dat de reikwijdte van een zelfportret verder gaat dan het in verf weergeven van een naar binnen gekeerde zoektocht naar een zelf. Het wil door ‘nu in deze wereld te zijn’ juist raken aan gevoeligheden bij de toeschouwer. Op weg naar een bedenking, een bekentenis, een gesprek… aansluiting misschien? Zeg maar: gedeeld auteurschap. 2. En ook. In verf hard maken. Dat ik ik mag zijn, en niet iemand anders. Ik besta – alvast – in verf. 1. En zo kan het gebeuren dat er ineens een Jezus uit mij komt. En dat het toch een zelfportret is. Een schuchtere Jezus, weliswaar. En… geloof het of niet, ik keek in de spiegel terwijl het ontstond!

 

Nele Tas (1978) is beeldend kunstenaar. Ze woont en werkt in Borgerhout. In haar praktijk zoekt ze samenwerking op in tentoonstellingsprojecten zoals Temporary City (2007, Lokeren; 2009, Berlijn en 2014, Antwerpen), de salon (2018, Wenen), Tell Me about You (2019, Tokio) of in het lopende project 3 24 51 76, met onder meer Tine Colen en Jan Van Goethem.