width and height should be displayed here dynamically

Saskia Noor van Imhoff

Het is voor mij een ingewikkeld begrip: de individuele kunstenaar. Dat is bijna een onmogelijke gedachte. Om echt alleen te werken zou je je moeten afsluiten van werkelijk alles en iedereen. Zo zie ik bijvoorbeeld informatie, ontmoetingen, lezen en zelfs kijken (op verschillende niveaus) als een vorm van samenwerking. Het is daarom al een onmogelijk idee om te denken dat alles vanuit mijzelf is ontstaan. Je gaat een relatie aan met de dingen die je meemaakt, leest, ziet of bespreekt. Ik werk met verschillende mensen, materialen, verhalen en planten om me heen. Waar ik elke keer opnieuw een verhouding mee aanga, een samenwerking.

Toch zit er uiteindelijk ook een individuele vertaalslag van mij in het werk. Ik ben altijd de laatste schakel in het proces en neem een besluit. Misschien spreek je van individualiteit op het moment dat je het kadert; hoe je iets ziet, op welke manier je het opneemt in je lichaam, hoe je iets interpreteert of op welke manier je de informatie opslaat. Dat wordt gedaan door één individueel brein. Dit heeft te maken met de verhouding die je hebt tot jezelf, het onderscheid tussen wat je van jezelf acht en wat van de ander. Waar ligt deze grens? Daarom spreek ik heel vaak over ‘we’. Mensen vragen dan steeds: maar wie is toch dat ‘we’?

Mijn eigennaam wordt verbonden aan en staat onder een kunstwerk, maar ik blijf het gek vinden dat die eraan verbonden is en blijft. Het voelt heel abstract aan. Mijn naam onder een kunstwerk of mijn naam op mijn paspoort – dat voelt totaal anders aan, ook al is die naam precies hetzelfde geschreven. Toen ik van de academie kwam, had ik nog niet het idee dat mijn naam ‘iets’ zou gaan betekenen – zou gaan staan voor een bepaald ‘individueel’ oeuvre. Het is onmogelijk te zeggen of ik achteraf gezien voor een collectieve benaming of een ander woord had moeten kiezen. Ik kan alleen zeggen dat er al vanaf mijn afstudeerwerk een thema, of beter gezegd een manier van kijken is geweest: hoe (of hoe niet) ik een grens tussen mij en het andere of de ander aanbreng, en hoe je verder kunt kijken dan de aangeboden kaders. Zo is het ook met kijken naar zoiets als de naam van een kunstenaar. Als je verder kijkt, is er altijd samenwerking, en is het maar de vraag wat de individuele kunstenaarsnaam betekent. Ik heb wel eens geprobeerd om alle mensen die betrokken waren bij de totstandkoming van een werk in de credits op te nemen; dat is oneindig. Hoe compleet je ook probeert te zijn, er zijn altijd onderdelen en schakels die worden vergeten of gemist.

Sinds de laatste maanden werk ik samen met (mijn partner) Arnout Meijer in en rondom een oude stolpboerderij uit 1873, achter de dijk van het IJsselmeer. We werken aan de gebouwen en in het landschap op een manier die we beiden toepassen in onze individuele praktijk. Ik vroeg me bijvoorbeeld bij bestaande museumcollecties af waarom iets wordt bewaard of achterhouden of weggegooid. En Arnout probeert altijd te werken met de materialen en elementen die er al zijn. Het is een plek die mijn eigen werk verrijkt, maar er ontstaat ook een nieuwe gezamenlijke manier van werken. Misschien word ik, naast mijn eigen naam, toch ook nog een echt collectief.

Met dank aan een gesprek dat ik ooit voerde met Melvin Moti in de Ateliers, en aan Arnout Meijer.

Saskia Noor van Imhoff (1982) studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en ontwikkelde haar werk vervolgens bij de Ateliers en in Künstlerhaus Bethanien (Berlijn). Ze stelde onder meer tentoon in De Appel, Stedelijk Museum Amsterdam, het Arnulf Rainer Museum (Baden, Oostenrijk) en het Centre Georges Pompidou in Parijs. In 2017 was ze de laureaat van de ABN AMRO Kunstprijs en genomineerd voor de Prix de Rome. Haar werk is opgenomen in diverse publieke en private collecties.