width and height should be displayed here dynamically

– / – / – (Ralph Bauer en Christine Lemke)

De titel van het boek van Ralph Bauer en Christine Lemke, – / – / -, is er tegelijk geen. Daarenboven presenteert het boek zich als een geschenk, met papier omwikkeld, kortom, als iets dat zich niet onmiddellijk geeft. Binnenin de wikkel vindt men een reeks foto’s, één per bladzijde, voorzien van drie getallen: – / – / -. Het eerste is een volgnummer, de twee andere duiden coördinaten op een imaginaire X- en Y-as aan. Ralph Bauer vond een foto, te situeren in de jaren veertig, begin jaren vijftig, vergrootte die en verdeelde de blow-up in tachtig gelijke delen. Als we de oorspronkelijke foto pogen te reconstrueren, moeten we besluiten dat het wellicht om een vakantiefoto gaat, een foto van een schoolreis of een jeugdkamp, maar we zien in feite alleen fragmenten die door uitvergroting wazig zijn geworden. Men is geneigd ze als quasi-simulacra te categoriseren. ‘Simulacra’ omdat men zich van het origineel – dat op zijn beurt al een afgeleide want een foto is – geen precies idee kan vormen: in de operaties die op het origineel zijn uitgevoerd is het verloren gegaan. ‘Quasi-simulacra’ omdat ze door de numerieke aanduidingen nadrukkelijk naar een oorspronkelijke eenheid en coherentie verwijzen en omdat het beeld dat men zich kan vormen er een is van een foto genomen op een uitstap waarvan we veronderstellen dat die ooit moet hebben plaatsgevonden. Simulacra die nooit van zichzelf willen of kunnen zeggen dat ze simulacra zijn, en in die zin problematische en daarom misschien echte simulacra: kopieën zonder origineel die met de verworven autonomie evenwel geen blijf weten. Kortom, het zijn dolende idolen.

Elke referentie of contextualisering ontbreekt, wat ons ervan verzekert met een esthetisch object te maken te hebben. Binnen de grenzen van een esthetisch formalisme vindt men er plaats voor stemmingen als rouw, nostalgie en verstilling. Men vindt er ook een minimaal verhaal of beter, de contouren van een verhaal: stukken van een landschap, mistig als elk einde en begin, en daar tussenin (stukken van) aangezichten, kledij, een paar armen rond de opgevouwen benen geslagen. Wie in het boek bladert, is geneigd te mijmeren over hoe elke foto iets uit het verleden aanwezig stelt, over hoe elke ervaring door melancholie gemarkeerd kan zijn – men weet dat maar niet wat men er verliest – en hoe tegelijkertijd de foto’s een soms richtingloze nostalgie kunnen vasthouden of een zwaartepunt geven. Wie naar de foto’s kijkt, kan zich niet van de indruk ontdoen dat zij het zijn die de rouwarbeid niet alleen provoceren maar ook van ons overnemen.

Dat dit werk niet tot het huidige ‘emotionele conceptualisme’ moet worden gerekend en aan het sentimentele raakt maar er niet in opgaat, is te wijten aan Reverse, het gedicht van Christine Lemke dat als een prière d’insérer aan het boek is toegevoegd. Het gedicht is niet gedacht als een directe commentaar bij of een woordelijke herhaling van de beelden. De foto’s en de tekst staan in een gespannen verhouding tot elkaar: daar waar het boek ‘zelf’ getuigt van een transcendentale en dus wezenlijk ahistorische reflectie over af- en verbeelding, geheugen en verlies, cirkelt het gedicht rond twee eigentijdse citaten (een uit Der Spiegel en een uit een nummer van Joni Mitchell). De foto’s confronteren ons op directe wijze met datgene waar het gedicht mee eindigt: “They are always what they left behind.” Tezelfdertijd roepen ze, dankzij het gedicht, ook de vraag op wanneer ‘we’ ‘they’ worden, en of we de volgorde misschien niet veeleer moeten omkeren, van ‘they’ naar ‘we’, en of het überhaupt wel mogelijk is de twee uit elkaar te houden. Er is sprake van “self-watching monitors”, met andere woorden, sauve qui peut…


• – / – / – van Ralph Bauer en Christine Lemke verscheen op driehonderd exemplaren. Meer informatie bij Kim Thehu, Jan van Eyck Academie, Academieplein 1, 6211 KM Maastricht (043.3503721; kim.thehu@janvaneyck.nl).