width and height should be displayed here dynamically

Rem Koolhaas. Content

De Koolhaas-gekte die architectuurminnend Europa de laatste maanden in zijn greep houdt ten spijt, is het moeilijk om tegen Rem Koolhaas te zijn. Bij de opening van de tentoonstelling Content in de Rotterdamse Kunsthal waren zoveel mensen dat het onmogelijk was om een project goed te bekijken. Niemand van de aanwezigen zal dan ook hebben opgemerkt dat al op een van de eerste tekstwanden de draak met hem werd gestoken. “Dichtheid: de meest succesvolle tentoonstellingen worden gekenmerkt door een totaal claustrofobische ervaring – voortbewegend in een stroom van langzaam verplaatsende lichamen, onderworpen aan één ritme en één ruimte, lichaamsdelen zijn feitelijk de voornaamste dingen die te zien zijn […], kunstwerken ondergesneeuwd door beweging, geur, fysieke aanwezigheid van vlees in lichaamsvorm, een meltdown met meerdere lagen van culturele voorwerpen.” En aldus geschiedde.

In Content houdt Koolhaas ons in de greep. In de Kunsthal, een door hemzelf ontworpen gebouw, valt niet te ontsnappen aan zijn universum en kan de bezoeker niet anders dan gehoorzamen aan de grillen van de meester, die beurtelings een serieuze of relativerende, een conceptuele of zakelijke toon aanslaat. Hoewel de projecten geordend zijn van west (San Francisco) naar oost (Tokio) ligt de onmiskenbare charme van Content in de ongrijpbaarheid van de tentoonstelling. De rommelige opzet en de slordige afwerking zijn zorgvuldig gepland; ze zijn het equivalent van de junkie look in de mode, een gecultiveerde onverzorgdheid. Soms is een project of statement vormgegeven als een driedimensionale versie van de publicatie die bij de tentoonstelling hoort: paste and copy, glossy en associatief. Bij de maquette van het Prada Epicenter, dat dit jaar in Los Angeles zal opengaan, wordt het ruimtelijke beeld gecompleteerd door een 1:1 schaalmodel van een kledingrek, een blauwgeverfde paspop en een tafel vol materiaalmonsters. Het Casa da Música, dat eveneens dit jaar in Porto de deuren opent, wordt daarentegen gepresenteerd als een adembenemende kijkdoos op ooghoogte; de bezoeker kan er omheen lopen en er doorheen kijken, zoekend naar aanknopingspunten om de interne organisatie te begrijpen. Het beroemde ontwerp voor een villa in Bordeaux (1998) wordt vergezeld door een video-installatie met een gigantische zitzak, symbool voor de inmiddels overleden eigenaar. Er is zelfs een utopisch ontwerp dat zich in Bangkok situeert: een constructie met een hoogte van één kilometer en een totaal vloeroppervlak van vijf miljoen vierkante meter. Het geheel biedt ruimte aan 120.000 inwoners. Het is OMA’s oplossing voor de huidige problemen van verkeersopstoppingen en luchtvervuiling waarmee de stad te kampen heeft.

Het gaat bij OMA tenslotte nooit om architectuur alleen. Rem Koolhaas was al een beroemd auteur voor hij ook maar één project gerealiseerd had. Conceptualisering en retoriek zijn nog altijd zijn sterkste wapens. “Architectuur is te langzaam. […] Bevrijd van de verplichting om te bouwen, kan het een manier van denken over wat dan ook worden – een discipline die verbanden, verhoudingen, verbindingen, effecten en diagrammen van wat dan ook representeert,” zegt hij in de catalogus. Wereldwijd onderzoek naar hoge en lage culturen, naar economische gegevens en maatschappelijke tendensen zijn minstens zo belangrijk als de gerealiseerde gebouwen. Daarom richtte hij enkele jaren geleden AMO op, een onderzoeksbureau dat de wereld in kaart brengt aan de hand van Big Brother-uitzendingen, werelderfgoedprojecten, militaire uitgaven per hoofd van de bevolking of zelfmoordpogingen. In de publicatie Content wordt de tentoonstelling omschreven als “een poging om de tweeslachtige verhouding van de architect met de krachten van de globalisering [te begrijpen], een verslag van zeven jaar durende verkenning van de wereld, niet als rugzaktoerist of als zakenman, maar als zwerver”. Gecommiteerd en ongebonden, met de wereld als werkveld. Maar het bureau ontpopt zich meteen ook als een zakelijke onderneming door een aantal specifieke kenmerken van de projecten te patenteren, zogezegd niet met commerciële bijbedoelingen, maar enkel om de vluchtigheid van architecturale concepten tegen te gaan. “Het collectieve geheugen van de architectuur ligt rond de zes maanden. Ideeën ontstaan, inspireren en worden gemakshalve vergeten.” OMA claimt onder meer het auteurschap van de Looptrick (1987), een systeem van elkaar doorsnijdende taluds die de verdiepingsvloer tenietdoen, en die bijvoorbeeld toegepast werden in de Kunsthal zelf of in de onlangs opgeleverde Nederlandse ambassade in Berlijn. Maar ook de Skyscraper Loop (2002) werd gedeponeerd. Deze methode om hoogbouw in een lus te vangen, werd gebruikt in het ontwerp voor de Chinese Staatstelevisie (CCTV) in Peking. In hoeverre het gerechtvaardigd is om het alleenrecht op dergelijke ‘stijlfiguren’ te claimen is maar de vraag. De looptrick is bij parkeergarages al decennialang in gebruik, en had Pi de Bruijn voor de Zuidas niet ook al eens een gebouw ontworpen dat leek op een Skyscraper Loop? Maar dan stuit de bezoeker op een hilarische foto met tekstballonnen waarop goeroe Rem doceert en de volgelingen langzaam het licht zien. Hoe serieus moeten we dit alles eigenlijk nemen? Aan een kraampje zijn t-shirts en tanktops te koop met daarop logo’s van de tentoongestelde gebouwen, alsof het hier een popconcert betreft. Is dit Koolhaas de zakenman? De zwerver uit het reeds aangehaalde citaat is bijna lijfelijk aanwezig in een kunstwerk van Tony Oursler. Onder de titel Junkspace is het afval van vermoedelijk de Amerikaanse vestiging van het bureau – werktekeningen, stukjes maquettemateriaal en koffiebekers van Starbuck’s – tot kunst verheven. Het werk alludeert op Koolhaas’ theorie over Junkspace. Volgens Koolhaas is Junkspace het voornaamste wat de mensheid op aarde achterlaat. Junkspace is de ruimte die overblijft nadat de modernisering zich heeft voltrokken; het is de fall-out van de gebouwde omgeving.

“Content omarmt instabiliteit als een nieuwe bron van vrijheid,” zo luidt het in het boek Content. In een wereld waarin niets meer zeker is, bestookt Koolhaas de mensheid met een legering van praktijk en theorie, concept en utopie. In Content stort hij zich gretig op de actualiteit. Hongerig naar informatie en vrij interpreterend schept hij een conceptueel en intellectueel universum dat de grenzen van de architectuur ver overstijgt, zonder zich vast te pinnen op een enkele invalshoek. Het resultaat is een meltdown met meerdere betekenislagen en een vooralsnog onmeetbare fall-out.

 

• Content. Rem Koolhaas en OMA-AMO. Gebouwen, projecten en concepten sinds 1996 loopt tot 29 augustus in de Kunsthal Rotterdam, Westzeedijk 341, 3015 AA Rotterdam (010/440.03.01)