Richard Meier, architect
De architectuur van Richard Meier (°1934) is van een zelfverzekerde luxe die we in Nederland nauwelijks kennen. De wervelende barokmuziek die op de overzichtstentoonstelling in het Nederlands Architectuurinstituut de audiovisuele presentatie van Meiers vroege werk begeleidt, past wonderwel. We zien villa’s in uitgestrekte landschappen en onder blauwe luchten, smetteloos ingericht met designmeubelen van Mies, Le Corbu en Breuer. Deze huizen zijn niet bedoeld om kinderen in te laten opgroeien of zelfs maar te koken. Het zijn leisure-paleizen voor de twintigste-eeuwse Amerikaanse koningen, die er hun gasten ontvangen en in de watten leggen. Meiers opdrachtgevers hebben meestal veel geld te besteden, wat een indrukwekkend aantal particuliere villa’s, musea en prestigieuze openbare gebouwen heeft opgeleverd. In Nederland is zijn naam verbonden aan het stadhuis en de openbare bibliotheek in Den Haag (1995) en een kantoorgebouw in Hilversum, dat tegenwoordig gebruikt wordt door Endemol Entertainment. De hoofdkantoren voor Siemens in München (1999) en Canal+ in Parijs (1992), en het Museum voor Toegepaste Kunst (1984) aan de Museumufer in Frankfurt zijn Meiers bekendste Europese werken. Maar het leeuwendeel van zijn oeuvre is te vinden in de Verenigde Staten. Daarbij ook zijn magnum opus: het Getty Center in Los Angeles (1997).
De tentoonstelling Richard Meier. Architect die tot 15 april in de Grote Zaal van het NAi is te bezichtigen, is georganiseerd door het Museum of Contemporary Art in Los Angeles en werd vormgegeven door Meier zelf. Het is dus niet toevallig dat ze volledig door maquettes, tekeningen en foto’s van het Getty Center gedomineerd wordt. Het definitieve presentatiemodel op een schaal van 1:50 (de boekenkasten en bureaus van het studiecentrum zijn voor wie door de raampjes tuurt goed te zien) neemt in het midden van de zaal een plek van tien bij vijf meter in. Voor wie, zoals ik, dol is op maquettes of een liefhebber is van het werk van Richard Meier, is deze tentoonstelling een lust voor het oog. Wie een gedegen overzichtstentoonstelling verwacht, komt echter bedrogen uit.
Meiers belangrijkste opdrachtgever en hijzelf hebben voor een allesbehalve reflectieve aanpak gekozen. De geschiedenis van veertig jaar architectenpraktijk is onzichtbaar. Alle maquettes, ook van vroegere projecten, zijn recentelijk gemaakt. Voordeel is dat ze vanwege de uniforme schaal 1:200 gemakkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden, maar het grote nadeel is dat de projecten zijn losgeweekt van hun tijd van ontstaan. Het aantal ontwerpschetsen en foto’s is minimaal, een typering van de opdrachtsituatie en informatie over de ruimtelijke context van de gebouwen ontbreken. Over Meiers opleiding, de organisatie van zijn bureau, de verhouding tot collega-architecten – zoals Peter Eisenmann, John Hejduk, Michael Graves en Charles Gwathmey met wie Meier de New York Five vormde – en over zijn inspiratiebronnen heerst een diep stilzwijgen. Nu is zijn schatplichtigheid aan Le Corbusier niet moeilijk te ontdekken. Ook Meier is een meester in contrasten en verhoudingen. Zware volumes steunen op dunne kolommen, hagelwitte gevels steken af tegen de stedelijke of groene omgeving. Een massief bouwvolume wordt opgebroken door het laten inspringen of uitkragen van delen ervan, al dan niet elliptisch van vorm. De plattegronden zijn strikt geometrisch opgebouwd volgens een grid of assenstelsel, maar krijgen middels lichte rotaties en verschuivingen in het hoofdpatroon een enorme dynamiek. De gevelopbouw is vaak asymmetrisch, maar ook uiterst strak gecomponeerd, op basis van een vaste maateenheid zoals de gevelplaat of een raam.
Toch zal Meier wel meer willen zijn dan de beste en trouwste leerling van Le Corbusier. Om daar iets over te weten, zullen we echter de talloze publicaties moeten raadplegen die over hem zijn verschenen. Op de tentoonstelling worden we afgescheept met een uitstalling van hoogtepunten, ontdaan van hun programmatische, ruimtelijke, materiële, filosofische, historische en persoonlijke specificiteit. Veertig jaar ontwerpervaring van één van Amerika’s belangrijkste architecten, wordt zo gereduceerd tot een efemere maquette-esthetica, opgeleukt met een enkele collage en ontwerptekening.
• Richard Meier. Architect loopt tot 16 april in het Nederlands Architectuurinstituut, Museumpark 25, 3015 CB Rotterdam (010/440.12.00).