width and height should be displayed here dynamically

Streamline. The Dawn of Tomorrow

In 1929 publiceerde Clarence Perry, een van de meest vooraanstaande socioloog-stedenbouwkundigen van de Verenigde Staten, zijn plannen voor de neighbourhood unit: een model suburbia met autoluwe en autovrije straten en vrijstaande eengezinswoningen rondom een centraal gelegen groene openbare ruimte. Het plan toonde sterke overeenkomsten met de Europese tuinsteden die rondom de grote steden werden gebouwd, met één cruciaal verschil. De Europese tuinsteden waren opgezet als ideale dorpsgemeenschappen voor de armere bevolkingslagen: gezinnen met kinderen, vrijgezellen, weduwen, ouden van dagen kregen allemaal een plek toegewezen. Perry daarentegen presenteerde zijn neighbourhood unit als een tijdelijke woonplaats voor ouders met kinderen, waar het collectieve ideaal van het beschermde gezins- en buurtleven de opvoeding vergemakkelijkte. Zodra de kinderen het huis uit waren, zouden veel echtparen weer naar de stad trekken, aldus Perry, naar een kleiner appartement. Ze beschikten over meer vrije tijd en wilden weer gebruik maken van de culturele mogelijkheden van de stad. De neigbourhood unit was een goed ontworpen wijk-op-maat voor een specifieke doelgroep, die een alternatief moest bieden voor de monotone buitenwijken waar geen stedenbouwkundige of architect aan te pas was gekomen.

Perry meende om een aantal redenen dat de tijd rijp was voor zijn idee. Ten eerste was de mobiliteit dermate toegenomen dat hierop een stedenbouwkundig antwoord moest komen: woonwijken moesten worden afgeschermd van doorgaand verkeer. Verder zouden zijn units meer rekening houden met de moderne economie, die luxegoederen als auto’s, designmeubels en huishoudelijke apparatuur voor steeds meer mensen beschikbaar maakte. Door de toenemende welvaart waren mensen veeleisender geworden. Waar men eerst genoegen nam met een nieuwe overjas, wilde men nu een overjas van een bepaald model. Perry gaf voorbeelden van talloze advertenties die hun producten niet aanprezen vanwege het nut, maar vanwege de lifestyle die ze uitdroegen. Woontijdschriften lieten mensen verschillende inrichtingsmogelijkheden zien, als een Dutch breakfast-room of een living in Louis XIV-stijl. Binnen afzienbare tijd, aldus Perry, zouden mensen geen genoegen meer nemen met een comfortabel huis in een nondescripte omgeving. De neighbourhood unit bood gezinnen niet alleen een huis dat bij hun levensfase paste, maar ook een woonomgeving.

Op de tentoonstelling Streamline. The Dawn of Tomorrow, in het Stedelijk Museum in Amsterdam, is het lifestyle-verschijnsel waar Perry over schreef in al zijn facetten te bestuderen. Perry’s woonwijk-op-maat had weinig succes omdat het creëren van openbare ruimte nauwelijks mogelijk was zonder overheidsfinanciering. De in het Stedelijk Museum tentoongestelde consumptieartikelen veroverden echter moeiteloos een plaats in de Amerikaanse huishoudens. Auto’s, vloerbedekking, stofzuigers, radio’s, scheerapparaten, waterkannen, stoelen, ventilatoren; allemaal werden ze aangeraakt door de toverstok van het design dat op zijn beurt de zintuigen van de consument op scherp zette. Het enige waarin de overheid de industrie behulpzaam was, was de benodigde mentaliteitsverandering. Het zelfbeeld van Amerika als een hardwerkende en godvruchtige samenleving, waarin luxe en begeerte als moreel verwerpelijk werden beschouwd, moest worden omgebogen. De consumptie-economie werd gepropageerd met leuzen als “democracy means material goods” en “spend and be a patriot”. Luxe kreeg een positieve connotatie door de associatie met gezondheid, hygiëne en welbevinden. Een moderne huisvrouw kiest voor Sealexlinoleum, maant een advertentie: “perfectly smooth surface with no cracks and crevices to catch dirt – exceptionally sanitary and easy to clean”.

De vormgeving die onder de noemer streamline bekend is geworden, met als bekendste ontwerper Raymond Loewy (1893-1986), wist als geen ander de moderniteit met alle bijbehorende associaties te visualiseren: mobiliteit, snelheid, lichtheid, hygiëne, communicatie, ze bleken zelfs op een strijkijzer of bureaulamp overdraagbaar. Aluminium, veelvuldig gebruikt door de vliegtuigindustrie, en nieuwe kunststofmaterialen als bakeliet, waren de favorieten materialen voor streamline producten. De zo kenmerkende afgeronde hoeken en quasi-aerodynamische strips en vormen gaven ook een onhandelbare Hoover-stofzuiger het aanzien van een licht, makkelijk wendbaar apparaat, en de tentoongestelde auto’s dragen tot de verbeelding sprekende namen als Pontiac Silver Streak (General Motors 1948) en Lincoln Zephyr V12 (Ford 1941). Van de Studebaker Champion, in 1954 ontworpen door Raymond Loewy, is de bakelieten replica speelgoedauto te zien, die een jaar later door de Tsjechoslowaakse fabrikant Tatra op de markt werd gebracht.

Streamline. The Dawn of Tomorrow is de afscheidstentoonstelling van conservator toegepaste kunst en vormgeving Reyer Kras, die ervoor zorgde dat de collectie van het Stedelijk Museum werd uitgebreid met streamline objecten. Nog geen twee decennia geleden werd aan deze producten van styling en commercie geen enkele artistieke en formele kwaliteit toegekend. Amerikaanse vormgeving werd niet verzameld in Nederlandse musea, die zich als bewaarplaats zagen van de Nederlandse toegepaste kunst en die van het Europese modernisme, en die met de schaamteloosheid waarmee overconsumptie werd aangewakkerd (“aesthetics of waste”, “discipline of consumption”) niets van doen wilden hebben. Bij het lezen van de citaten op de tentoonstelling borrelt dit gevoel van ongemak af en toe weer op. Niet alleen vanwege de merkwaardige actualiteit van een aansporing als “spend and be a patriot”, die weer van stal werd gehaald toen na de ramp op 11 september voor de ineenstorting van de Amerikaanse economie gevreesd werd. Maar ook omdat de onverbloemde verheerlijking van de overconsumptie van de jaren dertig, veertig en vijftig ons genadeloos een spiegel voorhoudt. Ongewild vraag je je af hoe het zover is kunnen komen dat we willoos onze kleding in de Leger des Heilszak stoppen en de stoelen bij het grof vuil zetten. Collectief gehoorzamend aan wat ontsproten is aan enkele geniale breinen van de vormgevingsindustrie.

 

• Streamline. The Dawn of Tomorrow. American Design ’30-’55 loopt tot 24 februari 2002 in het Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, 1070 AB Amsterdam (020/573.27.37).