width and height should be displayed here dynamically

Tea & Coffee Towers

Het Gentse Design museum stelt een nieuw designproject van het Italiaanse productiehuis Alessi tentoon. Op voorstel van Alessandro Mendini, ontwerper en vaste medewerker van het bedrijf, nodigde Alessi 21 architecten uit om een thee- en koffieservies te ontwerpen. Het resultaat wordt voorgesteld onder de titel Tea & Coffee Towers. Bij de deelnemers zitten bekende namen als Vito Acconci, Wiel Arets, Shigeru Ban, David Chipperfield, Zaha Hadid, Toyo Ito, Greg Lynn, MVRDV, Jean Nouvel, Dominique Perrault en Kazuyo Sejima & Ryue Nishizawa. Hoe men tot die selectie kwam, blijft onduidelijk. Het enige criterium dat vermeld wordt, is het feit dat geen van deze bouwmeesters ooit industriële producten zou hebben ontworpen. De resultaten van het project – waaronder ook een nieuw ontwerp van Mendini – staan in het museum elk in een aparte vitrinekast opgesteld. Enkel de koffie- en theeset van Vito Acconci ontbreekt; uit de catalogus kun je afleiden dat dit ontwerp nog niet helemaal op punt staat. Overigens heeft het Design museum al zeven serviezen uit deze collectie aangekocht: de keuze viel op Will Alsop, Wiel Arets, Zaha Hadid, Toyo Ito, Jean Nouvel, Dominique Perrault en Mendini.

De thee- en koffieserviezen zijn erg uiteenlopend. De meeste ontwerpers hebben een soort tafelsculptuur gemaakt, een representatief en bijzonder plastisch gebruiksobject, maar binnen die opzet kozen zij voor erg diverse strategieën. Zo is het servies van Zaha Hadid een soort driedimensionale puzzel. Zolang het niet gebruikt wordt, vormen de verschillende onderdelen – de koffiekan, de theekan, de suikerpot en de melkkan – een gestroomlijnde, puntige sculptuur. Om het servies te gebruiken moet je de bestanddelen omkeren en draaien – een sjabloon op het dienblad dient daarbij als ‘handleiding’. De zilveren ‘tafelsculptuur’ van Kazuyo Sejima & Ryue Nishizawa ziet eruit als een fruitschaal. De koffiepot, de theepot, de suikerpot, de melkkan en het snoepdoosje hebben de vorm van appels of peren, en het spel van weerkaatsingen tussen schaal en ‘fruit’ levert een feeërieke schittering op. Het project van Toyo Ito lijkt het meest op een traditioneel servies. Hij heeft in een witte, cirkelvormige keramiekschaal op schijnbaar willekeurige plaatsen cirkeltjes uitgespaard, waarin de cilindrische kopjes, potjes en kannetjes van het servies passen. Aan elk van die objecten hangt een klein groen kikkertje. Voor Ito verwijst het servies naar een watervlak met zijn cirkelvormige rimpelingen; de kikkers herinneren aan een oud Japans gebruik om keramische kikkers naast de inkom van het huis te plaatsen om het geluk aan te trekken. Het ontwerp doet echter net zo goed aan een humoristisch bordspel denken. Zoals de titel van het project aangeeft, hebben verschillende architecten ook ‘serviestorens’ gebouwd. MVRDV stapelt bijvoorbeeld een thermos, een melkkannetje en een suikerpot tot een sculpturale (en gedeukte) zuil in transparante hars.

Tea & Coffee Towers heeft een precedent bij Alessi. In 1979-83 organiseerde het bedrijf, eveneens onder leiding van Mendini, een vergelijkbaar project onder de titel Tea & Coffee Piazza. Toen werden elf architecten met een internationale reputatie uitgenodigd, waaronder Aldo Rossi en Michael Graves. De bedoeling was om daarmee een internationaal debat te openen over vormgeving. Tegelijk wilde men het Italiaans design, dat tot dan toe nagenoeg uitsluitend door Italianen werd ontworpen én gefabriceerd, ‘toegankelijker’ maken. Ook met Tea & Coffee Towers wil men het designdebat stimuleren en vooral ‘nieuwe impulsen’ genereren voor het industrieel ontwerp. Volgens Mendini is het industrieel ontwerp immers in een ‘impasse’ terechtgekomen. “Kijken we naar het panorama van design van nu, wereldwijd, met name op het gebied van meubilair,” aldus Mendini in de catalogus, “dan zien we een algemene afwijzing van diepgang, van een kritische of zelfkritische houding, een morele visie van de toekomstige wereld: alles is inschikkelijkheid, samenspannen, collaboratie, onnadenkendheid.” De nieuwe serviezen van Alessi getuigen volgens Mendini wél van intellectuele inzet en morele verantwoordelijkheid. Volgens hem komt dat vooral omdat ze door architecten ontworpen zijn.

Alessi deed al vaker beroep op architecten om een designproblematiek aan te kaarten. Alberto Alessi, een van de zaakvoerders, ziet in deze strategie een manier om “de oorsprong van het Italiaanse ontwerp” te benutten. Hij verwijst hiermee naar de jaren vijftig, toen het design van een aantal jonge Italiaanse architecten, waaronder Achille Castiglioni, de ontwikkeling van de industriële vormgeving in Italië merkbaar beïnvloedde. De onderliggende gedachte is dat design het geesteskind is van de architectuur en dat een wisselwerking tussen verwante disciplines wederzijds verrijkend kan zijn. Mendini en het bedrijf Alessi stellen dan ook hoge verwachtingen in deze Tea & Coffee Towers. De nieuwe serviezen zouden allerlei “originele culturele, esthetische, antropologische en technologische stimuli” bevatten voor het design van de eenentwintigste eeuw. Waar die ‘stimuli’ dan zitten en hoe we dit moeten interpreteren, is niet helemaal duidelijk. Alessi waagt zich niet aan een grondige analyse van de ontwerpen. De organisatie van het project zelf, de nieuwe contacten, de interne feedback, de internationale aandacht, de interesse vanuit het museumwezen, het is voor dit bedrijf wellicht allemaal belangrijker dan een ‘designkritische’ evaluatie. Niettemin roept dit project heel wat vragen op. Hoe legitiem is het vandaag nog om architectuur als ‘grote broer’ van het design te zien? Zijn de verhoudingen tussen beide disciplines niet veranderd sinds de jaren vijftig? In hoeverre zijn er verschillen tussen het design van architecten en dat van professionele ontwerpers? Mendini lijkt er niet in geïnteresseerd – en ook het Gentse Design Museum laat deze problematiek onbesproken.

 

• Tea & Coffee Towers loopt tot 6 juni 2004 in het Design Museum Gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent (09/267.99.99; http://design.museum.gent.be).