Un point de vue sur l’art belge?
Interview met Alain Noirhomme over Kunst in België na 1980
Koen Brams Hoe bent u op het idee gekomen om een boek en een tentoonstelling te wijden aan de Belgische kunst sinds 1980?
Alain Noirhomme Ik ben een praktisch ingesteld iemand. In belangrijke galeries en internationale kunstbeurzen, op de kunstmarkt dus, kon ik vaststellen dat de Belgische kunst sinds “Initiatief ’86” en “Chambres d’Amis” een plaats en een stem kreeg in dialoog met de internationale kunst. In belangrijke thematische of andere tentoonstellingen konden Belgische kunstenaars zich sinds lang manifesteren. Het werd tijd om dat ook te waarderen in een speciale tentoonstelling.
Koen Brams Waarom hebt u het Brusselse Koninklijk Museum van Schone Kunsten als locatie voor deze tentoonstelling gekozen?
Alain Noirhomme Ik vond dat deze tentoonstelling in Brussel moest plaatsvinden omdat ze kunstenaars uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel samenbracht. Alle problemen die te maken hebben met die dwaze dichotomie die bestaat tussen Vlaanderen en Wallonië wilde ik omzeilen – wat trouwens ook de kunstenaars doen. Ik ging dus op zoek naar een neutraal terrein, en in België is Brussel het enige neutrale terrein. In dit museum zijn we in de nog enige bestaande nationale instelling die zich met beeldende kunst bezighoudt.
Koen Brams Afgezien van het Paleis voor Schone Kunsten…
Alain Noirhomme Dat is geen nationale instelling, maar een parastatale.
Koen Brams Maar het is toch een neutraal terrein?
Alain Noirhomme Ja, dat klopt maar daar speelt een beetje het toeval, toen ik met het idee van deze tentoonstelling in mijn hoofd rondliep, heb ik in eerste instantie mijn vraag gericht tot dit museum dat me positief geantwoord heeft. Ik wilde ook de uitdaging aangaan om in deze structuur te werken en er een nieuwe oriëntatie aan te geven. Het is interessant om dit werkinstrument te hanteren voor andere tentoonstellingen dan de klassieke die er reeds in plaatsvonden.
Koen Brams Maar is het een interessant werkinstrument? Kan men in dit museum hedendaagse kunst tonen?
Alain Noirhomme Het is zeker niet de ideale ruimte. Zeker niet. Men mag zeggen dat dit gebouw geen grote architecturale verwezenlijking is. Maar er zijn ook voordelen aan deze plek verbonden. Het is een zeer zichtbaar instrument. Ik wilde niet in de Hallen van Schaarbeek werken of in een andere voormalige industriële ruimte in de periferie van de stad. Dit is een tentoonstelling voor het grote publiek, niet voor de specialisten. De specialisten kunnen hier niets nieuws leren.
Koen Brams Ik wilde u ook ondervragen over het criterium om tot een selectie van artiesten te komen…
Alain Noirhomme …in de pers heeft men het gebrek aan wetenschappelijke onderbouw van deze tentoonstelling bekritiseerd. Voor mij raakt deze kritiek kant noch wal want op het moment dat men aan de slag gaat met hedendaagse kunst kan men niet ontsnappen aan subjectiviteit. Men werkt met de kunstenaars, met hen kiest men de werken waarin de beschikbare ruimte een dominante rol speelt, en het verlangen meespeelt om een tentoonstelling te maken die een bepaalde – dramatische, discursieve – opbouw heeft.
Koen Brams U zegt dat men u verweten heeft geen wetenschappelijke aanpak aangekleefd te hebben, maar toch hebt u een streng en objectief criterium gehanteerd: de bekendheid van de kunstenaar in het buitenland.
Alain Noirhomme Het is inderdaad relatief objectief maar ik ben me ervan bewust dat men me ook daarin kan bekritiseren. Wat dat betreft is er een probleem met de titel van de tentoonstelling. Als je in dit soort instelling werkt, word je geconfronteerd met de noodzaak om te schematiseren en alles zeer helder te formuleren. Een titel als “Un point de vue sur l’art Belge” zou misschien beter de lading van deze tentoonstelling gedekt hebben. We hebben bijvoorbeeld geen video-kunstenaars getoond omdat de videokunst een overzicht krijgt in het MUHKA maar ook omdat deze ruimte niet geschikt is om video’s te tonen. Ik kon die video(installaties) enkel tonen door ze te isoleren van de rest van de tentoonstelling, wat ik niet wilde. In Oostende vond nog maar pas de tentoonstelling “Modernism in painting” plaats, dus kon ik me permitteren om minder schilders te tonen. Met deze tentoonstelling wilde ik de heterogeniteit van de Belgische kunst tonen vanuit het standpunt van een mogelijke “coexistence”. Ik wilde tonen dat in België de beeldende expressie zeer autonoom is, dat de artiesten een persoonlijk oeuvre ontwikkelen, maar dat de werken van deze artiesten “samen kunnen leven”. Met de combinatie van het werk van Guy Mees, dat ik als “artistiek” zou willen karakteriseren, en het werk van Johan Muylle dat eveneens tussen aanhalingstekens een eerder populaire iconografie aankleeft, wil ik aantonen dat zulke uiteenlopende artistieke visies samen kunnen gaan. De idee die aan deze tentoonstelling ten grondslag ligt, is om het publiek te informeren over de kwaliteit van de actuele Belgische kunst, en die actualiteit bepaal ik niet maar alle instanties die interveniëren: galeristen, museummensen, critici. Het feit dat bepaalde werken hier niet getoond worden maar later toch beschouwd zullen worden als belangrijk voor de geschiedenis van de Belgische kunst is niet mijn probleem. Omdat ik niet als scheidsrechter wil optreden en de geschiedenis niet wil sanctioneren.
Koen Brams Het grote publiek wordt echter voorgehouden dat deze artiesten nog niet in België maar wel reeds in het buitenland succes hadden, ja zelfs nu pas voor het eerst in België geïntroduceerd worden.
Alain Noirhomme Het is inderdaad op een ongelukkige wijze geformuleerd. Ik heb weinig ervaring. Op dit moment zou ik alles anders aanpakken – een duidelijker standpunt innemen. Waarom hebben we op dat criterium van de buitenlandse bekendheid gehamerd? Omdat we bang waren dat we constant zouden getelefoneerd worden door deze of gene gemeenschap met de vraag waarom er niet meer Vlaamse of Waalse kunstenaars opgenomen zijn. Op die vragen kon ik antwoorden dat enkel de buitenlandse bekendheid mij interesseerde. Ondanks alles heeft deze formulering toch nog positieve kanten. Ze heeft tamelijk heftige reacties uitgelokt. België is een apathisch land, als ik van bij het begin had gezegd dat deze tentoonstelling mijn persoonlijke voorkeur zou weerspiegelen en enkel mijn persoonlijke voorkeur dan zou deze tentoonstelling misschien onopgemerkt voorbij zijn gegaan. Ik ben een weinig bekende persoonlijkheid in België.
Koen Brams Het feit dat een weinig bekende persoonlijkheid zou aankondigen dat enkel zijn subjectieve keuze zou weerspiegeld worden in een overzichtstentoonstelling zou volgens mij nog meer stof hebben doen opwaaien.
Alain Noirhomme Dat is mogelijk maar ten aanzien van het museum zou dat toch een onhaalbare kaart zijn geweest om deze tentoonstelling op die manier te presenteren. Zelfs nadat het museum mijn project had goedgekeurd, bleef het balanceren tussen loyale samenwerking en een gebrek aan solidariteit. Zelfs tot op de dag van vandaag weten ze zich nog niet te situeren ten opzichte van de tentoonstelling. Een andere reden die me ervan weerhouden heeft om me uitdrukkelijk te affirmeren, is niet een gebrek aan ambitie maar wel een poging om een ander beeld op te hangen van de tentoonstellingsmaker, niet de tentoonstellingsmaker als diegene die alle beslissingen neemt. Op een bepaalde manier heb ik me willen uitwissen ten voordele van de artiesten.
Koen Brams Hoe verklaart u de afwezigheid van Jean-Marc Navez?
Alain Noirhomme Als we ons criterium strict zouden gevolgd hebben zou Navez zeker moeten geselecteerd zijn maar ik wilde enkel artiesten presenteren waarvan het werk volstrekt origineel is, waarvan het werk een nieuwe visie uitstraalt. Het oeuvre van Jean-Marc Navez is uiteindelijk een zeer klassiek oeuvre dat problemen op het gebied van de esthetica aan de orde stelt die bekend zijn.
Koen Brams Maar er zijn toch ook kunstenaars in deze tentoonstelling opgenomen die een bepaald probleem dat reeds als bekend mag verondersteld worden tot in den treure uitgewerkt hebben, Rombouts/Droste bijvoorbeeld?
Alain Noirhomme Aan welk historisch kunstenaar denkt u?
Koen Brams Magritte bijvoorbeeld.
Alain Noirhomme Natuurlijk heeft de selectie van sommige kunstenaars ten nadele van andere ook te maken met de sympathie voor een bepaald oeuvre.
Koen Brams Hoe hebt u de accrochage van de werken aangepakt?
Alain Noirhomme In dialoog met de kunstenaars natuurlijk. Er zijn dingen die jij beter weet dan de artiesten maar er zijn ook dingen die zij beter weten omdat zij een betere en vooral fysieke kennis van hun werk hebben. Ze weten perfect hoe een werk kan functioneren en hoe niet, maar er zijn ook oplossingen die ik geforceerd heb.
Koen Brams Ik apprecieerde vooral de zaal waarin werken van Raoul De Keyser uit 1982 in dialoog traden met werken van 1992, en dit ensemble op zijn beurt uitgespeeld werd tegen twee sterk van elkaar verschillende werken van Bernd Lohaus.
Alain Noirhomme De Keyser en Lohaus hadden veel schrik om samen tentoon te stellen wat voordien nog niet gebeurd was. Ze hebben mijn voorstel geaccepteerd, me het vertrouwen gegeven en de stukken bepaald die zouden kunnen functioneren in deze confrontatie. We moeten de logica van de autoritaire tentoonstellingsmaker verlaten die eerst de kunstenaars selecteert, vervolgens de werken die tentoongesteld zullen worden en tenslotte zelf de werken ophangt. Ik hecht veel waarde aan het wederzijdse respect tussen tentoonstellingsmaker en kunstenaar.
Koen Brams Waren er artiesten die per se met een andere artiest tentoon wilden stellen, of juist niet?
Alain Noirhomme Die menselijke problemen hebben zich slechts in minieme mate voorgedaan omdat ik misschien geen grote tentoonstellingsmaker ben maar wel een tamelijk goed diplomaat. Ik heb voorstellen gedaan, gevraagd of de met elkaar geconfronteerde artiesten het met elkaars werk konden vinden. Wat de keuze van de werken betreft, heb ik vooral de sfeer die het ensemble van de werken uitstraalt, laten prevaleren. Een relatie tonen die aan de beelden ten grondslag ligt. Bijvoorbeeld het samenbrengen van Thiery Decordier en Jan Vercruysse die voor mij twee kunstenaars zijn die dicht bij elkaar staan op het niveau van de emotie, niet op het niveau van de theoretische reflectie over hun werk.
Koen Brams Wat wilde u met de confrontatie tussen Dujourie en Tordoir aantonen?
Alain Noirhomme Dat is mijn fout. Dat zou ik zo niet meer aanpakken. Het is een moeilijke combinatie omdat ze de werken teveel in de richting van de decoratie duwt. Maar wat dan weer zeer amusant is, is het feit dat het publiek veel van deze installatie houdt.
Koen Brams En de cabinetten op de eerste verdieping?
Alain Noirhomme Dat is inderdaad ook problematisch. Ik ben verstrikt geraakt in de problemen die de ruimte me stelde. Het werk van Delvoye vereist een grotere ruimte. De selectie van de werken van Fabre is om die reden beperkt gebleven tot wat we nu tonen – geen kisten, of een doek.
Koen Brams U wil een tentoonstelling maken voor het grote publiek maar u presenteert slechts een of twee werken van een artiest. Op die manier kan de toeschouwer toch geen inzicht verwerven in de complexiteit van de oeuvres van de door u geselecteerde kunstenaars.
Alain Noirhomme Er is altijd een beperking in wat men kan tonen, bekijk de Documenta bijvoorbeeld, kregen de bezoekers van de Documenta een duidelijk en coherent beeld van het oeuvre van een artiest: neen. Ook daar toonde men slechts enkele werken.
Koen Brams De mogelijkheid bestaat dat u deze tentoonstelling ook in het buitenland presenteert. Zal u er dan voor opteren om meerdere werken van dezelfde kunstenaar te tonen?
Alain Noirhomme Zeer mogelijk, we gaan een andere tentoonstelling maken. Maar dan nog moet je per artiest de vraag stellen of het wel nodig is om meerdere werken te tonen. Van Johan Muylle bijvoorbeeld dien je misschien niet meer dan een werk te tonen, meerdere werken voegen niets toe aan de visie die de toeschouwer op basis van een werk kan ontwikkelen. Van Caeckenbergh daarentegen vraagt dat men meerdere werken van hem zou tonen opdat het door hem gecreëerde universum dat uit een veelheid van elementen bestaat recht zou gedaan worden. Met meer ruimte had ik nog steeds van sommige artiesten slechts een werk getoond, maar misschien vijf werken van een andere.
Koen Brams Waarom hebt u vooral bekende werken geselecteerd, werken die zich in openbare collecties bevinden?
Alain Noirhomme Dat was een van de grootste problemen waarmee ik geconfronteerd werd. Het museum wilde vooral zelf aangekochte werken tentoonstellen of werken die in het bezit zijn van musea in het binnen- of buitenland of die aangekocht werden door de verschillende gemeenschappen van het land, als een garantie voor de niet-commerciële bedoelingen van deze tentoonstelling. Het museum was bang dat de galeries handel zouden drijven in het museum en dat wij door de galeries beïnvloed zouden worden in onze keuze voor bepaalde werken. Daarnaast wilden we een publiek aanspreken dat deze werken toch niet kent. Ook vanuit economische overwegingen was het totaal onhaalbaar om een prospectieve tentoonstelling te maken. Geen enkele sponsor zou het geld voor nieuwe kunstwerken op tafel gelegd hebben. In sommige gevallen hebben we toch het werk van de kunstenaar zelf gekozen, gewoonweg omdat ik of de kunstenaar bepaalde werken zeer graag wenste te tonen.
Koen Brams Moet een tentoonstelling voor het grote publiek dat u met deze tentoonstelling ambieert om geslaagd genoemd te mogen worden niet ook altijd een tentoonstelling zijn die door specialisten geapprecieerd wordt?
Alain Noirhomme Daar ben ik het mee eens. Het heeft geen zin om een VTM-tentoonstelling te maken. Ik denk dat deze tentoonstelling ook voor de specialisten werkt. Ik ben een groot tegenstander van de mening dat een werk slechts een keer mag getoond worden: dat is pas de ware consumptie van de beelden. Het werk van Thiery De Cordier is toch geen werk dat men na een tijdje beu gezien is.
Koen Brams Dat klopt maar ik wil naast dat beeld van Thierry De Cordier, beelden van hem zien die ouder zijn en nog nooit getoond werden, of zijn meest recente.
Alain Noirhomme Met veel plezier, als ik drie keer zoveel plaats had gekregen. In deze ruimte kon ik echt niet meer tonen.
Koen Brams Dan moet ik nogmaals de vraag stellen waarom u hier deze tentoonstelling wilde organiseren.
Alain Noirhomme Als u van mij wilt horen dat dit geen geschikt werkinstrument is… wel, het is geen geschikt werkinstrument maar het is de enige beschikbare museale ruimte in Brussel naast het Paleis voor Schone Kunsten. Ik heb het Paleis voor Schone kunsten niet gecontacteerd omdat het zijn eigen programmatie heeft.
Koen Brams Ook het Museum voor Schone Kunsten heeft een eigen programmatie, waarom ging je dan niet in eerste instantie naar het Paleis voor Schone Kunsten?
Alain Noirhomme Waarschijnlijk omdat ik schrik had dat men mijn voorstel zou weigeren. Misschien had ik inderdaad toch eerst naar het Paleis voor Schone Kunsten moeten toestappen.
Koen Brams Er is niet alleen het probleem dat er teveel bekende werken tentoongesteld worden maar ook in de catalogus werden teksten opgenomen die reeds gepubliceerd werden, en het merendeel van de teksten zullen opnieuw gepubliceerd worden in het boek dat uitgegeven wordt door het Mercatorfonds.
Alain Noirhomme Maar het zijn allemaal originele teksten. Er is slechts een tekst die wij overgenomen hebben en dat is de tekst over Leo Copers.
Koen Brams De tekst van Leen De Backer over Marc Luyten is een gereduceerde versie van de tekst in de catalogus die uitgegeven werd naar aanleiding van zijn tentoonstelling in het MUHKA. Ook de inleidende tekst van Bernard Marcadé is een reprise.
Alain Noirhomme Maar dat is een uitstekende tekst die een synthese maakt van zijn ideeën over de Belgische kunst en ik zie niet in waarom hij plots en systematisch andere standpunten zou moeten innemen. Ten aanzien van die tekst accepteer ik geen enkele kritiek, het is een verdere ontwikkeling van eerder gepubliceerde gedachten. Wat de teksten over de kunstenaars betreft, hadden wij een overeenkomst die stipuleerde dat wij de teksten zouden overnemen die verschijnen in het boek over de kunst in België na 1980.
Koen Brams Ik vind niet dat Bernard Marcadé plots andere inzichten moet vertolken over de Belgische kunst maar zijn ideeën zijn wel bekend, moeten die dan nogmaals vertolkt worden?
Alain Noirhomme Maar wie leest Artstudio?
Koen Brams De visie van Marcadé wordt gedeeld door een aantal andere auteurs die hun ideeën over de Belgische kunst reeds formuleerden. Ik heb geen probleem met hun stellingen, alleen word ik als toeschouwer met een tentoonstelling geconfronteerd die mij bekende beelden van bekende artiesten toont, krijg ik een catalogus te lezen die reeds gepubliceerde teksten bundelt, of teksten presenteert die later in nog luxueuzer vormgeving het licht zullen zien en bovendien een inleidende tekst die een visie ontwikkelt die ook al jaren opgeld maakt. Waarom hebt u geen eigen visie op de Belgische kunst ontwikkeld?
Alain Noirhomme Met deze tentoonstelling wilden we een synthese presenteren. Ik zou zeer graag nog andere tentoonstellingen met Belgische kunstenaars maken waarin ik een meer persoonlijke visie zou willen ontwikkelen. Voor de eerste tentoonstelling op deze schaal achtte ik me niet capabel om een volstrekt originele visie te schetsen.
Koen Brams U had zich kunnen omringen met tentoonstellingsmakers uit binnen- en buitenland, misschien ware een contact met buitenlandse curators nog het interessantst omdat deze een eigenzinnige, vernieuwende, zeker een onafhankelijke visie zouden hebben kunnen geven?
Alain Noirhomme Ik heb daar wel aan gedacht, bijvoorbeeld aan Nicolas Bouriaud, maar ook in dat geval hebben de omstandigheden anders beslist.
Koen Brams In plaats van een oorspronkelijke visie aan bod te laten komen, hebt u beslist om teksten te reproduceren, of te publiceren vooraleer ze hernomen zullen worden in het boek dat uitgegeven wordt door het Mercatorfonds.
Alain Noirhomme Dat is hun probleem. Dat is nu het probleem van het Mercatorfonds. Als het boek tegelijkertijd met de tentoonstelling uitgekomen zou zijn, zou men kunnen beslissen wat men zou kopen, de catalogus bij de tentoonstelling of het boek. Nu sommige mensen te laat teksten inleveren voor het boek zodat de uitgave van het boek grote vertraging oploopt, moet inderdaad de vraag gesteld worden of deze teksten die nu reeds in de catalogus afgedrukt werden opnieuw moeten gepubliceerd worden.
Koen Brams Het museum wilde absoluut dat er vooral werken uit openbare collecties opgenomen werden in de tentoonstelling opdat geen commerciële belangen zouden kunnen meespelen in de selectie van de kunstenaars en de werken. Bent u niet onder druk gekomen van de galeries?
Alain Noirhomme Neen. Weet u waarom? Omdat het collega’s zijn.
Koen Brams U hebt dus met de galeries aan deze tentoonstelling gewerkt?
Alain Noirhomme Ik was in de galeries als ik het nodig vond om er naartoe te gaan en ik heb bepaalde zaken gevraagd.
Koen Brams Met welke galeries?
Alain Noirhomme Met alle galeries die de kunstenaars representeren die aanwezig zijn in de tentoonstelling. Galeries zijn uitstekende instrumenten want zij hebben zich meestal het best gedocumenteerd over het werk van de artiest waarmee zij werken.
Koen Brams Hoe verklaart u de aanwezigheid van Michel Mouffe in deze tentoonstelling?
Alain Noirhomme (zet de bandrecorder af)
Koen Brams En Johan Muylle?
Alain Noirhomme Johan Muylle is een boeiend kunstenaar die bijna een synthese brengt van de bekommernissen die de Belgische kunstenaars bezighouden. In de lichtheid en makkelijkheid van de uitdrukkingswijze zit hij tussen het drama dat de werken van Vercruysse of De Cordier uitdrukken, en de ironie en de humor van een aantal hier aanwezige artiesten, en van een onthechting waarvan het werk van Walter Swennen of Jacques Charlier getuigt. Vele van deze kunstenaars praten over de dood maar nooit op een morbide manier, hun werk jaagt u niet de stuipen op het lijf, nochtans wordt de vraag op een juiste wijze aan de orde gesteld.
Koen Brams U hebt reeds meermaals gesproken over de samenwerking met de kunstenaars, die u als positief beleefde. In mijn contacten met enkele kunstenaars bleek dat het engagement ten aanzien van deze tentoonstelling niet onverdeeld groot is.
Alain Noirhomme Dat is een realiteit waaraan men niet kan ontsnappen. Je mag niet van een artiest als Panamarenko verwachten dat hij zich engageert voor een tentoonstelling als deze maar we werkten op een boeiende wijze samen binnen de proporties die deze tentoonstelling stelde. Ik vond het noodzakelijk Panamarenko in deze tentoonstelling op te nemen omdat zijn werk is blijven interageren met de Belgische kunst in de jaren ’80.
Koen Brams Hebt u met de artiesten gesproken over de veranderingen die zich voltrokken hebben in de jaren ’80?
Alain Noirhomme Nee, artiesten zijn daar niet in geïnteresseerd. Ze zijn met hun eigen werk bezig, ze hebben daar misschien wel een mening over, als je hen expliciet de vraag stelt. Trouwens ik ben niet als een reporter te werk gegaan, dat is een andere job.
Koen Brams Welke ontwikkelingen hebben zich volgens u voorgedaan in de kunst in België in de jaren ’80?
Alain Noirhomme Er zijn structuren verschenen om met hedendaagse kunst om te gaan, voordien waren er geen geschikte structuren. Er is een museum in Oostende opgericht, een in Antwerpen, dit museum in Brussel is opengegaan. In Charleroi heeft Laurent Busine een tentoonstellingsbeleid kunnen ontwikkelen dat zich vooral op de hedendaagse kunst richt. Dat lijkt me de belangrijkste ontwikkeling in de jaren ’80. Deze ontwikkeling heeft trouwens gevolgen gehad voor de kunstkritiek – de oprichting van Artefactum bijvoorbeeld: voordien was er ook niets op dat gebied.
Koen Brams Wat vindt u van de kwaliteit van de structuren die het licht zagen in de jaren ’80?
Alain Noirhomme Vanuit een louter architecturaal standpunt zou mijn voorkeur zeker naar het museum van Gent uitgaan, dat lijkt een ideale ruimte om kunstenaars aan te bieden, en tentoonstellingen in te organiseren, niet te groot, het vraagt een aantal renovaties maar voor de rest: ideaal. Het MUHKA is een catastrofe op architecturaal vlak. Het hergebruik van een industrieel pand stoort me niet maar men heeft te veel willen maskeren. Het museum van Oostende is geen slecht museum, men zou misschien enkele vaste wanden kunnen bouwen om de interne architectuur te organiseren. Wat er in België ontbreekt, is een heldere en veel kleinere structuur. In Brussel heeft men echt behoefte aan een “lichte” structuur, type Kunsthalle of Porticus.
Koen Brams Het belangrijkste en misschien wel enige argument dat pleit voor deze tentoonstelling is het uitgangspunt: kunst in België. Misschien is dit wel de laatste keer dat een tentoonstellingsmaker een dergelijk geografisch standpunt durft innemen.
Alain Noirhomme De eerste en de laatste keer, inderdaad.
Koen Brams En dat betreur ik, dat een accrochage van Vlaamse en Waalse artiesten misschien niet meer onder de noemer van Belgische kunst gepresenteerd zal worden.
Alain Noirhomme Dat heeft niets met nationalisme te maken, toch voor mij niet, meer met vriendschap. Is dat in de tentoonstelling te zien, ik weet het niet. Het is alleszins een dimensie die ontbreekt in vele tentoonstellingen die ik de afgelopen jaren bezocht. Vanuit een machinaal standpunt gemaakt, met welgekozen acteurs die op hun status staan, die hun posities versterken, dat interesseert me niet. Misschien is dit de laatste tentoonstelling die ik gemaakt heb; ik ben geen carriërist.
“Kunst in België na 1980” loopt nog tot 30 mei in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Museumstraat 9, 1000 Brussel (02/508.32.11).