Essays
-
De afvalman
Ilya Kabakov -
Hottentottententententoonstellingstenten
Museale installaties van Zaugg, Van der Mark/Van Grunsven, Beel & Co
Steven Jacobs -
Please don’t touch
Marc Holthof -
“Duistere musea” en het “Musée d’Art Moderne Département des Aigles”
Wim Van Mulders -
Correspondentie
Enkele stukken
Koen Brams -
Nageaapte melancholie
Over Maatschappij Discordia
Bart Meuleman -
Een theater van het zuivere zelf
Een beknopte geschiedenis van de badkamer
Erik Maertens -
Un point de vue sur l’art belge?
Interview met Alain Noirhomme over Kunst in België na 1980
Koen Brams -
Het banket van Trimalcion
Over de geschiedenis van het tentoonstellen
Yves Aupetitallot -
Het beeld is gestructureerd als een drempel
Bespreking van de publikatie Ce que nous voyons, ce qui nous regarde van Georges
Elke de Rijcke -
Schaduwschilderen
Over het werk van Ido Bar-El
Inge Henneman -
De blik van het geschilderde
Over het werk van Vladimir Kokolia
Hank Geerts
Besprekingen
43
mei-juni 1993
Rendez (-) vous
Van de tentoonstelling “Rendez (-) vous” , de enige groots opgezette tentoonstelling van het Museum van Hedendaagse Kunst van Gent dit jaar, waarin door Gentenaars geliefkoosde voorwerpen geïnstalleerd worden door Jimmie Durham, Ilya Kabakov en Henk Visch, vindt u in dit nummer slechts één beeld. Toch staat bijna het gehele nummer in het teken van “Rendez (-) vous” . Bij de uitwerking van deze aflevering heeft “Rendez (-) vous” immers als een centrifuge gefunctioneerd die de diverse eraan onttrokken onderwerpen weliswaar aan elkaar klit maar waarvan het centrum zich pas prijsgeeft als de tentoonstelling voor geopend wordt verklaard.
Ilya Kabakov schreef “De afvalman” , waarin zijn belangstelling voor chaos (afval) en de strategieën om chaos te bemeesteren in relatie wordt gebracht met het object (in de meest ruime betekenis van het woord). De museale tentoonstelling en installatie vormt het onderwerp van de tekst van Steven Jacobs.
Naast een discussie over het object en de museale installatie opent “Rendez (-) vous” ook de discussie over wat een museum de erin tentoongestelde objecten aandoet. In zijn bespreking van werken van Guillaume Bijl en William Engelen evalueert Marc Holthof de etalage als kritische metafoor. Wim Van Mulders confronteert de visies van Marcel Broodthaers en Leo Copers.
In een gesprek met Boris Groys typeert Ilya Kabakov de installatie op de volgende manier: “An installation is close to an intermediate sphere, in which we understand that we are in a theatre.” Even daarvoor vertelt Kabakov over een stuk op Broadway waarin de toeschouwers uitgenodigd werden om op de scène te komen om de scenografische trukendoos te komen inspecteren: “But the place was not demystified as a result – on the contrary, it acquired an additional mystery and an additional intrigue.” Scène, decor en kostuum staan centraal in de analyse van enkele theaterstukken in “Correspondentie” van Koen Brams ; Bart Meuleman bespreekt “De tijd dat we nog niets van elkaar wisten” , de ophefmakende theatertekst van Peter Handke die enkel middels regieaanwijzingen een passage van acteurs op de scène organiseert, en de interpretatie van het Nederlandse gezelschap Maatschappij Discordia. Hoe de inrichting van de badkamer de gebruiker veroordeelt tot “een choreografie van het zuivere zelf”, kan u lezen in de tekst van Erik Maertens.