Unravel. The Power and Politics of Textiles in Art
Het organiseren van een textieltentoonstelling in een museum voor hedendaagse kunst impliceert onvermijdelijk een strijd tegen diepgewortelde vooroordelen en aannames. Vanuit een westers perspectief bestaat nog altijd het beeld, zelfs binnen de kunstwereld, dat textiel weliswaar een cultureel fenomeen is, maar dat het vooral verwant is met specifieke historische periodes en traditionele, overwegend vrouwelijke ambachten. Met de groepstentoonstelling Unravel, met meer dan honderd werken van vijfenveertig kunstenaars uit de hele wereld, breekt het Stedelijk Museum Amsterdam met dit beeld. De tentoonstelling toont hoe textiel esthetisch vernieuwend kan zijn, ook als krachtig instrument voor kritische reflectie en contemplatie. Met textielkunst worden verhalen geweven die belangrijke maatschappelijke thema’s behandelen, zoals discriminatie, uitsluiting, onderdrukking en seksisme. Hoe kan textiel bijdragen tot verzet?
Op de benedenverdieping van het Stedelijk wordt de blik van de bezoeker onmiddellijk opgeëist door Quipu Austral (2012) van Cecilia Vicuña: tientallen meterslange, ongesponnen wolstrengen met quipu-knopen, gedrapeerd van het plafond naar de vloer. Het warme oranje-geel-rood is geïnspireerd door zowel Aboriginal-Australische rotsschilderingen als weeftechnieken uit de Andes. Quipu Austral verkent poëtische overeenkomsten tussen inheemse volkeren uit Zuid-Amerika en Australië, en verbindt hun wereldbeelden en omgangsvormen door middel van de quipu-knooptechniek. Het doel is tweeledig: het kleurrijke werk biedt een haptische ervaring die de tactiliteit van het medium passend introduceert. Tegelijkertijd wordt de rol gedemonstreerd van textiel als een autonome en experimentele kunstvorm die diepgaande verhalen huisvest.
De wollen strengen van Vicuña zijn een voorproefje van de tentoonstelling, en wat volgt zijn werken die sterk variëren in formaat en dynamisch verspreid staan. Vele stukken staan vrij in de ruimte, zodat ze integraal ervaren kunnen worden. Om bepaalde werken meer beslotenheid te geven, werden enkele wanden voorzien, die echter niet tot het plafond reiken, zodat de open atmosfeer behouden blijft. Werken interageren zonder elkaar te overschaduwen. Het geheel is een eclectisch patchwork van zowel grote als kleine elementen, verenigd in een kritisch kader.
De tentoonstelling ontstond uit onderzoek naar textiel in de collectie van het Stedelijk, geïnitieerd door curator Amanda Pinatih. Ze ontdekte niet alleen dat de recentste tentoonstelling over textiel als hedendaagse kunstvorm al uit 1969 dateert, maar ook dat het gebruik van textiel door jonge kunstenaars recent heropleeft. Zij gebruiken textiel om hun stem te laten horen over politieke thema’s, met werk gericht op sociaal-maatschappelijke veranderingen. Die combinatie van historische context met een hedendaags discours toont, voor Pinatih, hoe urgent het is om textiel opnieuw als artistiek medium onder de aandacht te brengen. Het Stedelijk en het Barbican Centre in Londen, waar Unravel eerder dit jaar te zien was, besloten gezamenlijk verder te werken aan de tentoonstelling. Samen met curatoren Lotte Johnson en Wells Fray-Smith koos Pinatih voor een thematische in plaats van een chronologische opstelling, en voor een transgenerationele en transhistorische dialoog rond de onderwerpen ‘Subversive Stitch’, ‘Fabric of Everyday Life’, ‘Borderlands’, ‘Bearing Witness’, ‘Wound and Repair’ en ‘Ancestral Threads’.
Sweven (2022) van Sanford Biggers is zo’n werk dat generaties en geschiedenissen vermengt. Inspiratie komt uit de quilts die gebruikt werken als gecodeerde berichten door de Underground Railroad, een netwerk van geheime vluchtroutes voor slaafgemaakten. Biggers voegt een extra laag toe door met genaaide uitsneden en geschilderde patronen optische illusies te creëren. Het symboliseert hoe mensen van kleur hun gedrag voortdurend moeten aanpassen als een overlevingsstrategie. Hoewel de techniek essentieel is voor dit werk, zijn het de realiteiten en de geschiedenis van slaafgemaakten die middels textiel gedeeld worden.
Unravel bevat ook (relatief) historische werken. Sinds de jaren dertig verzamelt het Stedelijk textiele kunstwerken, die volgens directeur Rein Wolf sinds de jaren zestig steeds sculpturaler en politiek geladener werden. Sheila Hicks was een sleutelfiguur als prominent lid van de Fiber Art Movement, die de persoonlijke betekenis beklemtoonde van vezels en hun alomtegenwoordigheid in ons dagelijks leven. Kunstenaars zoals Hicks verkenden de grenzen tussen textiel en beeldende kunst en verleenden stof een nieuwe status binnen de avant-garde van hun tijd. Op Unravel is Hicks vertegenwoordigd met Family Treasures. Tijdens een bezoek aan Amsterdam in 1993 verzamelde ze kleine, geliefde kledingstukken van collega-kunstenaars en medewerkers van het Stedelijk. Ze omwikkelde deze stukken met garen en draad, waardoor de persoonlijke geschiedenis van de objecten letterlijk werd ingepakt: textiel is meer dan enkel kleding.
Slechts enkele werken zijn direct gerelateerd aan het lichaam. People Like Us (2019) van Jeffrey Gibson is deels geïnspireerd door de kostuums van dansers tijdens feestelijke powwow-ceremonies van inheemse bevolkingsgroepen in Amerika. Ondanks hun T-vormige contouren worden ze niet getoond op poppen of mannelijke figuren, maar functioneren ze in de eerste plaats als textielkunst die opvattingen over inheemse identiteit verkent.
De expo besluit met twee intrigerende kamers die inspelen op gevoel en emotie. De eerste ruimte dompelt je onder in een ogenschijnlijk verfijnde droomwereld, gevormd door wolken gesponnen van zilverdraad. Achter deze etherische verschijning schuilt de diepere betekenis van Gebedswolke (2021-2024): Igshaan Adams onderzoekt de betekenis van wenslijnen in Zuid-Afrikaanse stedelijke gebieden na de apartheid. Informele paden ontstonden door veelvuldig gebruik en dienden vaak als sluiproutes. Adams beschouwt deze paden als een collectieve ‘draad’ van verzet, een manier waarop mensen, ondanks uitsluiting en marginalisatie, hun weg weten te vinden. Gebedswolke belichaamt veerkracht en hoop, en nodigt uit om na te denken over de kracht van deze symbolische netwerken en hun oorsprong. De tweede en aangrijpende ruimte is bijna volledig donker, met twee centraal geplaatste lichtbakken als enige lichtbron. Het werk american Juju for the Tapestry of Truth (2015) bestaat uit met bloed gekleurde stoffen, afkomstig van vrouwen die een gewelddadige dood stierven. Teresa Margolles verzamelde de stoffen en liet ze door lokale gemeenschappen borduren tot er wandkleden ontstonden met een diepere lading. Via borduurwerk en textiel bevraagt Margolles de machtsstructuren die geweld tegen Afro-Amerikaanse gemeenschappen in stand houden.
Het Stedelijk heeft veel willen tentoonstellen – misschien te veel. Ondanks de samenhang via de geselecteerde thema’s, die elk een afzonderlijke tentoonstelling zouden kunnen vormen, is het moeilijk om de volledige betekenis en complexiteit van sommige werken en hun context te doorgronden, en kan de indruk ontstaan dat bepaalde betekenissen onderbelicht blijven. Unravel presenteert textiel als een experimentele kunstvorm, boordevol verhalen die periodes en locaties overstijgen, met behoud van aandacht voor techniek en ambacht. Het Stedelijk heeft een waardevolle aanzet gegeven door enkele draden uit het breisel los te halen, maar veel omtrent deze rijke kunstvorm kan nog verder ontrafeld worden.
• Unravel. The Power and Politics of Textiles in Art, tot 5 januari, Stedelijk Museum Amsterdam, Museumplein 10.