Willem de Kooning
In Museum Boijmans Van Beuningen, waar men sinds het directoraat van Hannema een intense belangstelling voor dubieuze kunstwerken heeft, worden de late schilderijen (1981-1987) van Willem de Kooning getoond. Schaamteloos wordt erop gespeculeerd dat de bezoekers zullen toestromen door alle discussie over de invloed van de ziekte van Alzheimer op dit werk. In advertenties speelt het museum handig op de kwestie in door tegenstrijdige oordelen uit de pers te citeren, met de impliciete mededeling: dit moet u zèlf zien, kom kijken en vorm uw eigen oordeel! Wij adviseren u echter: ga niet naar Rotterdam dit najaar! In het Boijmans is het ontluisterende verloop van een aftakeling te zien. Een tentoonstelling die het equivalent is van reality-tv: zonder schroom wordt de teloorgang van een groot schilder op de voet gevolgd. In de eerste jaren is nog een zekere subtiliteit in de verfbehandeling merkbaar, maar na verloop van tijd wordt de uitvoering vlak en futloos. Lusvormen van schilderijen uit de jaren ’40 duiken weer op (assistenten lieten de demente meester ter inspiratie foto’s van vroeger werk zien), maar zonder de spanning die ze in die schilderijen van de worstelende jonge De Kooning hadden. Ze hangen er bij als slappe spaghetti in een saus van theosofische kleuren. Het zal het publiek wellicht niet deren – in een tijd die een ware boom aan outsider art beleeft, is het voor een kunstenaar immers een pro om niet over zijn volledige geestelijke vermogens te beschikken. De late schilderijen van Willem de Kooning tot 1 december in Museum Boijmans Van Beuningen, Museumpark 18-20, 3015 CX Rotterdam (010/441.94.00).