Middelheimmuseum breidt collectie uit

Sinds 2021 heeft het Middelheimmuseum 43 kunstwerken gekocht van 35 kunstenaars die in Vlaanderen wonen en werken. Deze plotse uitbreiding van de collectie is onder meer het resultaat van de relancemaatregelen van de Vlaamse Regering om de cultuursector te steunen tijdens de pandemie, met onder meer een eenmalige budgetverhoging van 3,75 miljoen euro voor de aankoop van kunstwerken van hedendaagse beeldende kunstenaars. Doelgroep daarbij waren jonge en mid-career kunstenaars die bij andere maatregelen uit de boot vielen. Hun werken worden opgenomen in de Collectie Vlaamse Gemeenschap, en in bewaring gegeven aan musea zodat ze ook getoond kunnen worden. Aan de Middelheimcollectie werd onder meer werk van Koba de Meutter,  Rein Dufait, Rossella Biscotti, Valérie Mannaerts, Filip Vervaet en Younes Baba-Ali toegevoegd. Ook de stad Antwerpen kocht verschillende werken aan voor de museumcollectie uit recente tentoonstellingen. La Paix des Braves (2019/2021) van Pascale Marthine Tayou en MM/Afrolampe (2021) van Jean Katambayi Mukendi zijn vandaag al te bekijken in de huidige collectieopstelling. De presentatie van vele andere werken vraagt nog veel voorbereiding. Ze moeten niet enkel een fundering en verankering krijgen, de keuze voor hun vraagt bovendien een zorgvuldige afstemming met de andere beheerders van het park, dat een beschermd cultuurlandschap is met waardevol groen. (middelheimmuseum.be)

Museum Arnhem gaat weer open

Oorspronkelijk was de opening van Museum Arnhem voorzien voor eind 2019. De verbouwingen zijn begonnen in 2017. De tentoonstellingsoppervlakte is met een vleugel naar ontwerp van Benthem Crouwel Architects uitgebreid met 550 vierkante meter. De nieuwbouw levert vier extra tentoonstellingszalen en twee publieksruimtes op die door grote vensters een uitkijk geven op de omliggende natuur. De gevel van de vleugel, bekleed met handvervaardigde tegels, symboliseert met een kleurverloop van ijsblauw naar aardse tinten de locatie van het museum op een door een gletsjer opgeduwde stuwwal. De koepel uit 1873 vormt het decor voor de ontvangstruimte en geeft toegang tot de vernieuwde beeldentuin, naar een ontwerp van landschapsarchitecten Karres en Brands. De collectie van Museum Arnhem is ondergebracht in een nieuw depot. Ze bevat ruim 25.000 objecten, met werk van onder meer Carel Willink, Pyke Koch, Jan Mankes en Fiona Tan, en van jonge kunstenaars als Esiri Erheriene-Essi en Zanele Muholi. Al vanaf 1980 verzamelt Museum Arnhem structureel werk van vrouwelijke kunstenaars en kunstenaars met diverse (culturele) achtergronden en vraagt daarbij nadrukkelijk aandacht voor andere perspectieven dan het dominante, westerse perspectief. Het museum heropent met een selectie uit eigen collectie, aangevuld met bruiklenen van en opdrachten aan niet-westerse kunstenaars. (museumarnhem.nl)

Lesley Lokko is directeur van de Architectuurbiënnale Venetië

In december is Lesley Lokko (1964) aangesteld als directeur van de achttiende Architectuurbiënnale van Venetië, die geprogrammeerd staat van mei tot november 2023. Lokko is architect, onderzoeker en succesvol literair auteur. Ze is geboren in Dundee en groeide op in Ghana en Schotland. Zowel in haar literair werk als in haar architectuurbeschouwingen staat de vraag centraal naar de relatie tussen ras, cultuur en ruimte. Ze is oprichter en directeur van de Graduate School of Architecture aan de universiteit van Johannesburg en van het African Futures Institute in Accra, dat ook Folio: Journal of Contemporary African Architecture uitgeeft. Ze gaf onder meer les aan de Bartlett School of Architecture, de Iowa State University en de University of Illinois in Chicago, aan de universiteiten van Johannesburg en Cape Town en aan de University of Technology Sydney. Ze won de RIBA Annie Spink Award (2020) en de AR Ada Louise Huxtable Prize (2021) voor haar bijdragen aan architecturale opleiding. Ze studeerde architectuur aan de University of London en de Bartlett School of Architecture. In haar reactie op haar benoeming, nadrukkelijk geformuleerd vanaf het ‘jongste continent van de wereld’, bood Lokko een glimp op de premisses die de programmatie zullen bepalen. Ze merkt op dat er een nieuwe wereldorde opduikt, met nieuwe kennis-, productie- en controlecentra. Om over ruimte, vorm en plaats te denken, zijn andere verhalen, instrumenten en talen nodig. Architecten kunnen met ambitieuze en creatieve ideeën bijdragen aan een rechtvaardigere en optimistischere gemeenschappelijke toekomst. (labiennale.org)

Nieuw festival voor hedendaagse kunst in Gent

Ghent International Festival (GIF) is een twee­jaar­lijks fes­ti­val voor heden­daag­se kun­sten, bin­nen en bui­ten, op en naast het podi­um. Het is een samenwerking van zes Gentse cultuurhuizen, waaronder S.M.A.K. Een stadsfestival vindt zijn legitimiteit intussen enkel nog door in te zetten op ‘verbinding’, en bij GIF gebeurt dat ’tus­sen het podi­um en de straat, tus­sen gene­ra­ties, tus­sen het cen­trum en de wijken…’ Het programma loopt tot 30 januari. S.M.A.K. presenteert een mini-editie van de Biënnale van België met kunstenaars(collectieven) uit Vlaanderen en Wallonië, een expo voor en door kinderen en jongeren, en de performance Cars beat People door Denicolai & Provoost. (gif.gent)

Alexis Blake wint Prix de Rome Beeldende Kunst 2021

Alexis Blake (1981, Pittsburg, VS) heeft op 30 november de Prix de Rome Beeldende Kunst 2021 ontvangen. Ze kreeg de onderscheiding voor haar performance Rock to jolt [ ] stagger to ash. Aan de prijs is een bedrag van € 40.000 verbonden. De Prix de Rome Beeldende Kunst wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan een beeldend kunstenaar in Nederland. Als gevolg van de geldende coronamaatregelen was het programma tijdens de uitreiking aangepast. Blake verdiepte zich in klaagzangen als uiting van rouw, volgens de jury een actueel onderwerp omdat ‘door de pandemie mensen veel verloren hebben’. Blake inspireerde zich op klaagzangen uit verschillende historische periodes. De vorm van de klaagzang wordt bepaald door onder meer gender, ras, sociaal-economische positie en seksualiteit. De jury stelt dat Blake deze verschillende vormen harmonieus samenbracht ‘in een klassieke dramaturgie die uitstekend wordt uitgevoerd’. Alexis Blake woont en werkt in Amsterdam. In 2007 behaalde ze een master Beeldende Kunst aan het Piet Zwart Institute in Rotterdam. Blake was artist-in-residence bij de Jan van Eyck Academie in Maastricht, de Delfina Foundation in Londen en Wiels – Centrum voor Hedendaagse Kunst in Brussel. De andere genomineerden waren Mercedes Azpilicueta, Silvia Martes en Coralie Vogelaar. De jury waardeerde de empathische wijze waarop de vier kunstenaars reflecteerden op de huidige tijd, met aandacht voor de pandemie, diversiteit, feminisme, technologie. ‘Zij werken multidisciplinair en weten zich te omringen met de juiste experts en mensen om tot veelzeggende kunstwerken te komen.’ Tot 20 maart zijn deze werken te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam. (prixderome.nl)

Kunstvereniging Diepenheim wordt Drawing Centre Diepenheim

Drawing Centre Diepenheim ziet het tekenen als een democratisch en herkenbaar medium dat een verbindende kracht kan vormen tussen kunst en publiek. Het wil het tekenen binnen de hedendaagse artistieke praktijk stimuleren en onderzoeken. Naast tentoonstellingen en publicaties biedt het residenties aan, masterclasses en een educatief programma. Het kunstpodium werd in 2008 opgericht onder de vleugels van Kunstvereniging, en kreeg in 2011 een eigen tentoonstellingsgebouw. Sinds oktober is het gevestigd in het voormalige gebouw van de Kunstvereniging aan de Grotestraat in Diepenheim. (drawingcentre.nl)

Brussels kunstencentrum Centrale opent vitrine

Op 29 september heeft het Brusselse hedendaagse kunstencentrum Centrale met een performance-installatie van Angyvir Padilla de tentoonstellingsruimte Centrale.vitrine geopend. Met Centrale.hall, Centrale.box en Centrale.lab telt het centrum nu vier ruimten. Central.vitrine is een uitstalraam in het pand aan de Sint-Katelijnestraat 13. Brusselse kunstenaars worden gevraagd om er een in-situproject te creëren, geïnspireerd op de stedelijke omgeving, de (voetgangers)straat, de wijk, de bewoners, de voorbijgangers en wandelaars. De vitrine moet de verbinding vormen tussen binnen en buiten, tussen de Centrale en de openbare ruimte, tussen kunst en het dagelijkse leven. (centrale.brussels)

KMSKA opent volgend jaar in september

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen zou in september 2022 weer opengaan voor het publiek. Het museum is al meer dan tien jaar dicht voor renovatie. De heropening was in 2019 voorzien, maar moest door bouwtechnische complicaties worden uitgesteld. De aanpassing van het negentiende-eeuwse gebouw gebeurt door een ‘inbreiding’, in de vorm van tien hedendaagse zalen op de plek waar vier patio’s zaten, en levert veertig procent meer exporuimte op. De collectie van het grootste Vlaamse museum omvat 8200 schilderijen, tekeningen en prenten, en loopt van de Vlaamse Primitieven tot de twintigste-eeuwse modernistische kunst. (kmska.be)

Documenta 15 maakt deelnemers bekend

Begin oktober heeft Documenta 15 een lijst van deelnemers bekendgemaakt. De komende editie van de vierjaarlijkse kunstmanifestatie, gepland van 18 juni tot 25 september 2022, wordt geleid door het Indonesische collectief Ruangrupa. De selectie omvat vele andere collectieven, zoals Black Quantum Futurism, Archives des luttes des femmes en Algérie en Sa Sa Art Projects, en individuele kunstenaars als Jimmy Durham, Graziela Kunsch, Dan Perjovschi en Saodat Ismailova. De selectie werd allereerst gepubliceerd in de plaatselijke daklozenkrant Apshalt. Daarin lichtte Ruangrupa ook het achterliggende concept voor de tentoonstelling toe, gebaseerd op de Indonesische term lumbung, een rijstschuur waarin de gezamenlijke productie wordt opgeslagen. De deelnemers zijn opgedeeld in groepen, mini-majeli’s genaamd, naar het Indonesische woord voor ‘raad’. Ze hebben vaak al eerder met Ruangrupa samengewerkt en ideeën uitgewisseld. Er zullen voor de Documenta 15 ook nieuwe locaties gebruikt worden, zoals de site van een transportbedrijf en het voormalige Bauhauszwembad Hallenbad Ost. (documenta-fifteen.de)

Plannen voor museum hedendaagse kunst op Amsterdamse Zuidas

De Amsterdamse kunstraad heeft een grotendeels positief advies uitgebracht over het plan van de Hartwig Art Foundation om in de voormalige rechtbank aan de Parnassusweg een nieuw museum voor hedendaagse kunst onder te brengen: het Museum of Contemporary Art for Amsterdam (MCA). Bedoeling is dat de gemeente het gebouw koopt, een investering van meer dan 26 miljoen euro, en het vervolgens verhuurt aan de Hartwig Art Foundation, die het zal renoveren. De stichting van zakenman en mecenas Rob Defares wordt bestuurd door Beatrix Ruf, voormalig directeur van het Stedelijk Museum. Het museum zal geen eigen collectie aanleggen en het tentoonstellingsprogramma wordt door wisselende curatoren samengesteld. Ook is het plan om werkplaatsen en productiefaciliteiten aan te bieden aan artists in residence. De kunstraad merkt op dat het initiatief van grote toegevoegde waarde kan zijn voor het Amsterdamse kunstenlandschap, maar dat de gemeente ‘zich er rekenschap van moet geven dat met deze handreiking aan een particulier initiatief de hedendaagse kunst in toenemende mate aan de particuliere sector wordt gelaten’. Des te belangrijker is de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de rest van het hedendaagse kunstenlandschap, waar volgens de raad een stevig ‘middenveld’ ontbreekt en de kleinere instellingen vaak in financiële nood verkeren, onder meer door het ontbreken van betaalbare huisvesting. In maart dit jaar publiceerde Platform BK een tekst van Timo Demollin (‘De fuik van filantropie’) over de problematische gevolgen van een terugtredende overheid en de toenemende afhankelijkheid van de kunstsector van particuliere fondsen. De Hartwig Art Foundation was een van de drie cases die Demollin behandelde, waarbij hij de discutabele herkomst van het opgebouwde kapitaal in flitshandel beschrijft. (kunstraad.nl, platformbk.nl)

Nieuwe Brusselse ruimte geopend door Base-Alpha Gallery and DMW Gallery

Tijdens Brussels Gallery Weekend is aan de Koningsstraat de nieuwe Ballroom Gallery geopend. Het is een gezamenlijk project van de Antwerpse galeries Base-Alpha en DMW, bedoeld om werk van jonge kunstenaars te tonen. Elke galerie nodigt per expo één kunstenaar uit, wat kan leiden tot twee afzonderlijke solotentoonstellingen, een gezamenlijke tentoonstelling of een effectieve samenwerking. In aanvulling op de reguliere activiteiten biedt de galerie met ‘Ballroom Invites’, waar maandelijks een andere kunstenaar wordt voorgesteld, jonge kunstenaars een eerste solotentoonstelling. (ballroomgallery.be)

Museum Dhondt-Dhaenens heropent met zes permanente kunstwerken en een beeldentuin

Op 5 september is Museum Dhondt-Dhaenens weer opengegaan na een eerste renovatiefase van zes maanden, waarbij onder meer de tegelvloer werd vervangen. Het museumgebouw, dat de deuren opende in 1968, werd ontworpen door Erik Van Biervliet. SVR-Architects is verantwoordelijk voor de renovatie en stelt daarbij respect voor de originele architectuur en de omgeving centraal. Ter gelegenheid van de heropening presenteerde MDD zes permanente kunstwerken, gemaakt als reactie op de architectuur van het museum: een muurtekening van David Tremlett (1990), een interventie van Niele Toroni (2000), een installatie van Kelly Schacht (2008) en nieuwe sitespecifieke projecten van Lieve D’Hondt, Lili Dujourie en Bjarne Melgaard. Parallel aan deze permanente installaties zijn in het museum eveneens werken van deze kunstenaars te zien. In de beeldentuin worden sculpturen getoond van Paul Van Gysegem (1964), Bernd Lohaus (1991), Karel De Meester (1992), Isa Genzken (1998), Gary Hume (2020) en Rirkrit Tiravanija (2018/2021). (museumdd.be)

Platform Auguste Orts wordt curator Contour Biennale

Het Mechelse kunstencentrum nona heeft het Brusselse productie- en distributieplatform Auguste Orts aangesteld als curator van de tiende editie van Contour Biennale. Naast bewegend beeld presenteert Contour ook (geluids)installaties en performances. Sinds januari 2017 maakt Contour deel uit van kunstencentrum nona. Op de open call die het centrum begin dit jaar lanceerde, reageerden meer dan honderdvijftig kandidaten. Het voorstel van platform Auguste Orts – dat bestaat uit Herman Asselberghs, Sven Augustijnen, Manon de Boer en Anouk De Clercq – sprong in het oog door het ‘open en uitnodigend karakter’. Het toont een grote affiniteit met de geschiedenis van de biënnale en een passie voor het bewegende beeld, zo stelt het kunstencentrum. De tiende editie van de biënnale is gepland voor de herfst van 2023. (nona.be)

Mondriaan Fonds verdeelt drie miljoen euro over 22 kunstpodia

In de aanvraagronde 2021 voorziet het Mondriaan Fonds subsidies voor 22 Nederlandse kunstpodia, variërend van kleine kunstinitiatieven tot volwaardig professionele organisaties met internationale uitstraling. De bijdrage loopt over één tot maximaal vier jaar, en varieert van 25.000 euro tot 275.000 euro op jaarbasis. De vorig jaar ingevoerde regeling Programma’s Kunstpodia  is bedoeld voor een publiekstoegankelijk programma dat bijdraagt aan de ontwikkeling en presentatie van hedendaagse beeldende kunst. Er kwamen in totaal 74 aanvragen binnen, verdeeld over vier categorieën: Start, Basis, Pro en Breed. In de categorie Start, waarbij het gaat om een subsidie van 25.000 euro voor slechts één jaar, vroegen 40 instellingen subsidie aan, waarvan twaalf een bijdrage ontvangen; acht minder dan in 2020. Vijf aanvragers met een positieve beoordeling vielen uit de boot vanwege een tekort aan budget. Darkmatter Collective (Amsterdam), Radius (Delft), Salwa Foundation (Amsterdam) en Sea Foundation (Tilburg) ontvangen voor het eerst steun. In de categorie Basis, 110.000 euro voor twee jaar, werden vorig jaar reeds dertien instellingen geselecteerd; dit jaar worden er acht aan toegevoegd: Bewaerschole (Burgh-Haamstede), Club Solo (Breda), Kunstfort bij Vijfhuizen, Kunstpodium T (Tilburg), Metro54 (Amsterdam), Odapark (Venray), Post/Expoplu (Nijmegen/Arnhem), Rib (Rotterdam). Hier konden drie positief beoordeelde organisaties niet worden gehonoreerd wegens ontoereikend budget. In de categorie Pro, 175.000 euro voor drie jaar, werden twee bijdragen toegekend: aan If I Can’t Dance, I Don’t Want to be Part of Your Revolution (Amsterdam) en Nest (Den Haag). Vorig jaar kwamen reeds vijf instellingen in aanmerking. De twee aanvragers in de categorie Breed, 275.000 euro voor vier jaar, kregen een onvoldoende. Vorig jaar kreeg enkel De Appel (Amsterdam) in deze categorie een positief advies. In 2022 zijn ook diverse toekenningen uit 2019 nog geldig, via de oude regeling Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen. Het Mondriaan Fonds ondersteunt kunstpodia omdat ze van vitaal belang zijn voor de ontwikkeling en zichtbaarheid van beeldende kunst. In deze aanvraagronde viel het de selectiecommissie op dat kunstenaars steeds vaker initiatiefnemer zijn van met name kleinere kunstinitiatieven. Deze podia zijn vaak gevestigd in atelierruimtes, mogelijk als gevolg van hoge huurprijzen, zeker in de Randstad. Daarnaast bleken meerdere instellingen die niet noodzakelijk gericht zijn op de presentatie van beeldende kunst, zoals residenties of werkplaatsen, toch een aanvraag in te dienen als kunstpodium. Volgens het Fonds is dat vermoedelijk een gevolg van het wegvallen van financiële steun de afgelopen jaren voor productie, uitwisseling en onderzoek. (mondriaanfonds.nl)

Art on Paper 2021

Zowel in Brussel als in Amsterdam vindt in september een kunstbeurs plaats gericht op hedendaagse tekenkunst. In Bozar staat van 15 tot 19 september de zesde editie van Art on Paper geprogrammeerd, met als nieuwigheid een veiling van kunstwerken. Art on Paper Amsterdam loopt van 24 tot 27 september in de Westergasfabriek. (artonpaper.be en artonpaperamsterdam.nl)

Global Fine Arts Awards voor MSK en Design Museum Gent

Op 18 mei werden de laureaten van de zevende Global Fine Arts Awards bekendgemaakt. Meer dan tweeduizend tentoonstellingen en installaties wereldwijd kwamen in aanmerking. Museum voor Schone Kunsten (MSK) in Gent won in de categorie ‘Solotentoonstelling Oude Meesters’ met Van Eyck. Een optische revolutie en Design Museum Gent won de prijs ‘Best Design’ voor Kleureyck. Van Eycks kleuren in design, nog tot 14 november te zien in Tripostal in Lille onder de titel Colors, etc. Het Rijksmuseum Amsterdam kreeg een eervolle vermelding voor Caravaggio-Bernini. Barok in Rome (zie De Witte Raaf, nr. 205) in de categorie ‘Groepstentoonstelling Oude Meesters’. (globalfineartsawards.org)

Commotie rond benoeming artistiek directeur Kanal

Een internationale jury van tien leden werd aangesteld om een artistiek directeur aan te wijzen voor Kanal – Centre Pompidou in Brussel. Met zes stemmen tegen vier werd gekozen voor Kasia Redzisz, huidig senior curator van Tate Liverpool. De verbazing was groot toen het museum zijn keuze bekendmaakte voor een directeursduo, waarbij Redzisz de leiding zou moeten delen met Bernard Blistène, voormalig directeur van het museum voor moderne kunst in het Centre Pompidou in Parijs. De constructie zou een initiatief zijn van de huidige directeur Yves Goldstein. In een open brief vanuit de sector werd verduidelijkt dat de jury nooit voor een duobaan heeft geopteerd, en de artistieke leiding ondubbelzinnig enkel aan Redzisz had toegewezen. De Raad van Bestuur van de Stichting Kanal laat in een reactie weten dat zowel Kasia Redzisz als Bernard Blistène een rol te vervullen hebben bij Kanal. Redzisz zal artistiek directeur worden, maar zal met Blistène moeten samenwerken. De modaliteiten van zijn rol zouden voor 21 juli vastgelegd worden. (kanal.brussels)

Caroline Dumalin ontslagen bij AAIR

De Antwerpse instelling AAIR, die internationale kunstenaarsresidenties organiseert, heeft artistiek directeur Caroline Dumalin ontslagen. Dumalin was in 2020 aangesteld. Het ontslag valt opmerkelijk genoeg samen met de publicatie van een terreinsignaal door de Vlaamse Ombudsdienst over de organisatie, gericht aan twee subsidiënten, de Vlaamse Overheid en de stad Antwerpen. Het rapport laat er geen twijfel over bestaan dat bij AAIR een ongezonde situatie heerst op het vlak van bestuur en personeel. De genderkamer van de Vlaamse Ombudsdienst herkent op basis van verzamelde getuigenissen en documenten een ‘onderzoekswaardig beeld van overschreden grenzen, machtsposities, spanning op het terrein, spanning met de principes van cultural governance‘. De instelling kampt met grote ziekte-uitval en er is een groot verloop zowel bij personeel als in de bestuurskamer en algemene vergadering. Het recente werkingsverslag van AAIR rept met geen woord over de risicoanalyse die door een externe preventieadviseur werd opgestart in 2020, en geeft bovendien de samenstelling van bestuur en algemene vergadering foutief weer. De Vlaamse Ombudsdienst meldt in het verlengde van dit alles dat de reeds in 2011 geplande samensmelting van AAIR Antwerpen en Studio Start, een vzw die lokaal creatief talent ondersteunt, verder weg is dan ooit. De twee instellingen zouden uit elkaar gedreven zijn op bestuurs- en personeelsniveau. Online leek, met één website sinds 2019, de fusie van beide instellingen reeds een feit. (aair.be)

Nieuwe werkplaats De Huidenclub opent in Rotterdam

Op 30 juni opende in het Diepeveengebouw aan de Pelgrimstraat in Rotterdam De Huidenclub, een experimenteel en inclusief platform voor hedendaagse cultuur. De naam is ontleend aan de leerlooierij De Coöperatieve Vereniging Rotterdamsche Huidenclub die in het industrieel pand uit 1914 gevestigd was. De Huidenclub wil kunstenaars, ontwerpers en activisten een platform bieden voor uiteenlopende visies en perspectieven op urgente maatschappelijke onderwerpen. ‘Hoe kan een ‘bottom-up non-instituut’ zichzelf organiseren?’, zo klonk de startvraag bij de lancering. In twee speciaal daarvoor gebouwde kubussen werden aan dit vraagstuk een kunsttentoonstelling en een designtentoonstelling gewijd. Ieder half jaar stelt De Huidenclub via een oproep een publieksprogramma samen op basis van een specifiek maatschappelijk thema. Wisselende teams van curatoren selecteren de binnengekomen inzendingen en geven het programma vorm, dat kan variëren van tentoonstellingen, performances en lezingen tot films en workshops. De Huidenclub is opgericht door architect Chantal Schoenmakers en cultureel ondernemer Liv Vaisberg. Zij vormen ook de directie. Schoenmakers begon haar loopbaan bij MVRDV en richtte daarna samen met Bastiaan Kalmeyer het Rotterdamse bureau IWT op. Zij legt zich met name toe op de transformatie van gebouwen en terreinen, waarbij gepoogd wordt om via open en experimentele initiatieven een bijdrage te leveren aan de verbetering van het stedelijke leefklimaat. Liv Vaisberg werkte in Brussel als initiatiefnemer van Poppositions, een beurs voor opkomende kunst, en van A Performance Affair, de eerste beurs voor performancekunst. Zij was mededirecteur van Independent Brussels en medeoprichter van Collectible, de eerste wereldwijde beurs voor collectible design, en is verantwoordelijk voor internationale relaties en strategie van Art Rotterdam en Unseen. (huiden.club)

Roofkunst AfricaMuseum wordt Congolees eigendom

Het kernkabinet heeft het licht op groen gezet voor een meer globale en bilaterale aanpak van koloniaal erfgoed in België. Van alle onrechtmatig verkregen voorwerpen in de collectie van het AfricaMuseum die afkomstig zijn uit Congo en tussen 1885 en 1960 werden ontvreemd, wordt de juridische eigendom overgedragen aan de Congolese regering. Dankzij een zogenaamde ‘restitutie-depot’-overeenkomst kunnen de kunststukken in België blijven tot de Congolese overheid ze terugvraagt. Daarmee komt Thomas Dermine (PS), de staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, tegemoet aan de vraag van Congolese president Félix Tshisekedi, die bij de opening van het ­museum voor nationaal erfgoed in Kinshasa in 2019 het Congolese erfgoed had teruggevraagd. Van slechts 883 stukken in de collectie is vastgesteld dat ze onrechtmatig werden verkregen. Van 50.000 stukken, 58 procent van de collectie, is volgens Dermine onomstotelijk bewezen dat ze rechtmatig verkregen zijn via schenking of aankoop. Van ongeveer 40 procent is de oorsprong moeilijker vast te stellen. Dermine wil samen met Congo een bilaterale wetenschappelijke commissie samenstellen die zal onderzoeken hoe de ­stukken in de collectie zijn terechtgekomen. (africamuseum.be)

Stadsdeel Centrum schiet W139 te hulp

Eind vorig jaar klaagden een aantal vertegenwoordigers van kunstpodia in Amsterdam over de precaire situatie aan waarin ze zich bevinden door het gebrek aan structurele subsidie. Presentatieruimte W139 verloor haar subsidie van meer dan 300.000 euro bij het Amsterdams fonds voor de kunst, waardoor ze in haar voortbestaan bedreigd werd. Acht museumdirecteuren reageerden met een brief waarin ze de cruciale rol van instellingen als W139 onderstreepten als ‘couveuse voor de kunst’. Het Parool meldt nu dat W139 zal kunnen rekenen op een subsidie van 200.000 euro van stadsdeel Centrum. De instelling vond haar ontstaan in de Amsterdamse krakersbeweging en is reeds veertig jaar actief. De beslissing van het stadsdeel hangt samen met bezorgdheid om de leefbaarheid van het Wallengebied. W139 moet ‘een tegenhanger voor de toeristische monocultuur’ bieden. (w139.nl, parool.nl)

Luk Lambrecht krijgt Ultima Beeldende Kunst

Op 18 mei ontving tentoonstellingsmaker Luk Lambrecht (1959) de Ultima Beeldende Kunst, een prijs die de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks uitreikt als erkenning voor bijzondere verdiensten. De jury koos voor een curator om te benadrukken dat omkadering en ondersteuning bij de productie en presentatie van beeldende kunst van essentieel belang is voor kunstenaars en het kunstenveld in het algemeen. Lambrecht is vooral bekend geworden door de werking beeldende kunst in CC Strombeek waarvoor hij meer dan twintig jaar verantwoordelijk was. Hij programmeerde er (internationale) hedendaagse kunst, die volgens criticasters te hermetisch was voor een cultureel centrum. Zijn ontslag vorig jaar leidde tot veel reacties vanuit de sector, en tot de cruciale vraag welke functie de culturele centra in de Vlaamse gemeenten de komende jaren krijgen toebedeeld. In dat licht kan de keuze om de Ultima aan Lambrecht toe te kennen als een duidelijke stellingname gelezen worden. De jury benadrukt Lambrechts aanpak waarbij de kunstenaar centraal staat, en waarbij hij verbindingen legt tussen lokaal en internationaal niveau, tussen diverse disciplines en tussen kunstenaar en publiek. Er wordt echter afgesloten met de opmerking dat de prijs begrepen moet worden als een beloning voor alle kunstenaars die mee hebben gewerkt aan het ‘verbindende traject’ van Lambrecht. (ultimas.be)

Karrabing Film Collective wint prijs van het Eye Filmmuseum

Het Australische Karrabing Film Collective heeft de Eye Art & Film Prize 2021 ontvangen. Aan de prijs is een bedrag verbonden van ruim 29.000 euro. Het prijzengeld zal onder andere gebruikt worden om The Family af te ronden, een multidisciplinair kunstproject, waar een zestigtal internationale kunstenaars – onder wie Olafur Eliasson, Brian Eno en Vivienne Westwood – aan meewerken, gericht op het ontwikkelen van milieucampagnes. Het werk zal later in Eye getoond worden. Eerdere films en installaties van Karrabing waren al te zien in Tate Modern, Centre Pompidou en MoMA PS1, en op biënnales in Jakarta, Gwangju, Shanghai en Sydney. Het collectief werd in 2008 opgericht en bestaat uit oorspronkelijke bewoners van de Northern Territories van Australië. In hun werk koppelen ze feiten uit het dagelijkse leven aan verhalen van hun voorouders. De Eye Art & Film Prize is een samenwerking tussen Eye en het Paddy and Joan Leigh Fermor Arts Fund. De jaarlijkse kunstprijs, die in 2015 werd opgericht, is bedoeld voor het maken van nieuw werk, voor kunstenaars die zich op het grensvlak tussen kunst en film begeven, hetzij qua onderwerp, hetzij qua vorm. (eyefilm.nl)

Kunsthal Extra City heropend in voormalige dominicaner kerk

In het weekend van 7 mei heeft Kunsthal Extra City haar nieuwe ruimte geopend aan de Provinciestraat in Antwerpen. Een voormalige dominicaner kerk en kapel zijn omgebouwd tot tentoonstellingsruimte voor hedendaagse beeldende kunst. In de kerk loopt de groepstentoonstelling Radically Naive / Naively Radical, samengesteld door de nieuwe artistiek coördinator Joachim Naudts. In de kapel staat de eerste Belgische solotentoonstelling van multidisciplinair kunstenaar Michèle Magema geprogrammeerd. In het kader van het project Periphery creëren vijf kunstenaars en een kunstenaarsduo nieuw, semipermanent werk in de periferie van de kerk en kapel. (extracitykunsthal.org)

Nieuw Delfts kunstcentrum Radius opent in 2022

Aan de Delftse watertoren worden het voormalige pomphuis en waterbassin verbouwd tot een ondergrondse tentoonstellingsruimte bestaande uit een gangenstelsel van vijfhonderd vierkante meter. Radius, centrum voor hedendaagse kunst, zal in 2022 de deuren openen. Het bovengelegen gedeelte van het pomphuis en de aangrenzende tuin krijgen een horecafunctie, afgestemd op de esthetiek en waarden van de nieuwe instelling. Radius zal kunst presenteren die zich begeeft op het snijvlak van wetenschap, ecologie en (leef)klimaat, in de overtuiging dat kunstenaars een essentiële rol spelen bij het identificeren, bekritiseren en vormgeven van het verhaal rond klimaat en ecologisch verval. Naast tentoonstellingen wordt een educatief publieksprogramma uitgebouwd met lezingen, performances, vertoningen, workshops en seminars. (radius-cca.org)

Kunstinstituut Melly roept nieuwe prijzen in het leven.

Vanaf 27 januari zal Witte de With Center for Contemporary Art van naam veranderen en Kunstinstituut Melly heten. Het instituut wil niet langer geassocieerd worden met een naam die samenhangt met de koloniale tijd en zijn excessen. Kunstinstituut Melly stelt artistieke innovatie en betrokkenheid van het publiek voorop. In dat kader kunnen ook de prijzen begrepen worden die het instituut in het leven roept. De Berry Koedam Award erkent beeldmakers die het werk van kunstenaars, kunstenaarsgemeenschappen, kunstinstellingen, en -evenementen documenteren en zichtbaar maken, en daarmee een goed tijdsbeeld vast weten te leggen. Dustin Thierry is de eerste laureaat met zijn fotoserie Opulence die de ballroomscene in Amsterdam en andere steden documenteert. De Maker achter de Maker Award zet de prestatie van een ambachtspersoon in het licht die door een beeldend kunstenaar werd ingeschakeld om haar of zijn werk te kunnen verwezenlijken. De Visionary Award is bestemd voor een persoon die vorm geeft aan het culturele landschap van Rotterdam. Een potentiële winnaar wordt omschreven als ‘een daadkrachtig persoon met een briljante visie die gedurende een periode van ten minste vijf jaar een positieve bijdrage heeft geleverd aan de artistieke gemeenschap’. Aan elke prijs hangt een bedrag van vijfduizend euro. (fkawdw.nl)

Amsterdamse kunstpodia klagen onzekere positie aan

Op 21 oktober verscheen in NRC een artikel waarin een aantal vertegenwoordigers van Amsterdamse kunstpodia de alarmbel luidt. De stad zou voor de beeldende kunst steeds minder aantrekkelijk zijn, ondanks de nog steeds succesvolle postacademische kunstopleidingen aan de Rijksakademie, De Ateliers en het Sandberg Instituut. Er is uiteraard al jarenlang de tanende positie van het Stedelijk Museum, maar door een falend beleid krijgt ook het zogeheten ‘middenveld’ het moeilijk en is er voor beeldend kunstenaars steeds minder betaalbare woon- en atelierruimte beschikbaar. Vele jonge kunstenaars zouden daardoor na enkele jaren de stad verlaten. Kunstpodia ondervinden eveneens de gevolgen van onzekere huisvesting. Het zoeken naar ruimte verlamt voor een deel de uitvoer van de eigenlijke taken, onder meer om jonge kunstenaars met vaak experimenteel werk een platform te bieden. De kunstpodia kunnen die impuls tot vernieuwing, die volgens hen de algemene kwaliteit en dynamiek van het veld mee bepaalt, enkel garanderen als ze daarvoor voldoende financieel ondersteund worden. Structurele subsidies op langere termijn, drie à vier jaar, zijn schaars. Beeldende kunst komt er in vergelijking met podiumkunsten bekaaid van af. Onlangs verloor de presentatieruimte W139, die reeds veertig jaar in het centrum van de stad actief is, haar subsidie van meer dan 300.000 euro bij het Amsterdams fonds voor de kunst. De beoordelingscommissie stelt dat de instelling te zeer op een ingewijd publiek gericht is, er een klassiek idee van de vrije kunsten op nahoudt dat een nostalgische indruk wekt, zich te weinig verhoudt tot het lokale stadsweefsel en onvoldoende inclusief is. Het wegvallen van de stadsfinanciering zou voor W139 samen met de gevolgen van de coronacrisis fataal zijn. (amsterdamsfondsvoordekunst.nl, nrc.nl, w139.nl)

Sandra Kisters ontvangt Karel van Manderprijs

De Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK) heeft de Karel van Manderprijs, de belangrijkste kunsthistorische prijs van Nederland, toegekend aan Sandra Kisters voor haar publicatie The Lure of the Biographical. On the (Self-)Representation of Modern Artists (besproken in De Witte Raaf nr. 196). Kisters laat aan de hand van drie beroemde kunstenaars zien welke mechanismen en strategieën een rol spelen bij het tot stand brengen van een imago. Ze bestudeerde hoe de Franse beeldhouwer Auguste Rodin, de Amerikaanse schilder Georgia O’Keeffe en de Britse schilder Francis Bacon hun persoonlijke geschiedenis gebruikten om bekendheid te verwerven en invloed uit te oefenen op de interpretatie van hun werk. De Karel van Manderprijs wordt sinds 1958 jaarlijks uitgereikt door de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici en bestaat uit 1500 euro en een trofee. (kunsthistorici.nl)

Minister van Cultuur Jan Jambon voorziet relanceplan

Eind oktober maakte Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon een relanceplan voor cultuur bekend waarvoor 160 miljoen euro wordt vrijgemaakt. Een groot deel, 100 miljoen euro, gaat naar culturele infrastructuur, onder meer naar een nieuwe museumsite voor Musea Brugge, de kunst- en tentoonstellingssite Groeningeabdij Kortrijk, en naar nieuwe huisvesting voor het Vlaams Architectuurinstituut. Verder worden de projectsubsidies voor individuele kunstenaars en kleinere organisaties, in reactie op de protesten vorig najaar, structureel opgetrokken tot het oorspronkelijke budget van 9 miljoen euro per jaar. Volgens de minister trekt een goede infrastructuur mensen aan en stimuleert deze investering het culturele leven in het algemeen. De crisiscel cultuur, die in augustus door de culturele sector werd opgericht om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen, reageert met ongeloof op het feit dat er zoveel geld naar ‘bakstenen’ gaat. Investeren in infrastructuur is zinvol, maar kan op dit moment niet voor relance zorgen. Daarvoor is allereerst een investering nodig die de vele spelers in de sector helpt om de crisis te boven te komen, stelt woordvoerder Tom Kestens.

S.M.A.K. zet samenwerking CC Strombeek stop

Het Gentse S.M.A.K. heeft het project Museumcultuur Strombeek Gent, een samenwerking met het cultuurcentrum Strombeek Grimbergen, eenzijdig opgezegd. Het museum heeft die beslissing genomen nadat curator Luk Lambrecht werd ontslagen. Lambrecht was sinds 1999 verantwoordelijk voor de tentoonstellingen in het cultuurcentrum, en mede-initiatiefnemer van het samenwerkingsproject. Het bestuur zou Lambrecht om ‘persoonlijke redenen’ ontslagen hebben, maar er waren ontegensprekelijk meningsverschillen over het te volgen beleid, zo valt op de nieuwssite Apache te lezen. CC Strombeek staat bekend om zijn gedurfde programmering van (internationale) hedendaagse kunst die volgens sommigen eerder in een museum thuishoort. Lambrecht werkte vanuit de overtuiging dat kunst niet elitair is, maar elitair wordt gehouden. Rudi Laermans vroeg zich in een opiniestuk in De Standaard af of de cultuurcentra ‘parochiezalen nieuwe stijl’ dreigen te worden. Met het aflopen van het samenwerkingsproject verliest CC Strombeek de bijhorende subsidie van de Vlaamse Gemeenschap en moet het alle bruiklenen terugbezorgen aan het S.M.A.K. De toekomst voor hedendaagse beeldende kunst in het cultuurcentrum lijkt onzeker. (apache.be, ccstrombeek.be, smak.be)

Nederlandse kunstwereld in beroering door beschuldigingen van seksueel geweld.

Op 30 oktober publiceerde NRC een uitgebreid artikel waarin bericht wordt over het gewelddadige en seksueel grensoverschrijdende gedrag van een succesvolle Nederlandse kunstenaar. Aan het stuk ging langdurig onderzoekswerk vooraf. De beschuldigingen tegen de man omspannen een periode van zeker veertien jaar. In een afweging van zijn privacy tegen het publieke belang besloten de journalisten de naam van de betreffende kunstenaar niet geheim te houden. Uit het artikel blijkt dat slachtoffers die bij de politie aanklopten amper of geen gehoor kregen. Ook binnen de kunstwereld is er kritiek dat op meldingen door (ouders van) slachtoffers te passief gereageerd is en klinkt de vraag of een betrokken opleiding, galerie of museum daardoor medeverantwoordelijk is. Voor ongewenste omgangsvormen in de culturele sector bestaat het meldpunt Mores, dat weliswaar opgericht werd door de podiumkunsten-, film- en televisiesector, waar het probleem tot voor kort urgenter leek. (nrc.nl, mores.online)

Kunstwerk David Lamelas bedreigd door renovatie KMSKA

De heropening van het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) was oorspronkelijk voorzien in 2017, maar de renovatie die in 2011 van start ging verloopt moeizaam en stootte op onvoorziene problemen. Opmerkelijk genoeg kwam men pas in 2018 tot de vaststelling dat het werk Quand le ciel bas et lourd van de Argentijnse kunstenaar David Lamelas een obstakel vormt voor de nieuwe ingang die aan de zijkant van het gebouw is voorzien. De sculptuur maakte in 1992 deel uit van de tentoonstelling America. Bride of the Sun: 500 Years Latin-America and the Low Countries in het KMSKA. Onder een hellend, trapezoïdaal stalen dak werden drie rijen van acht bomen geplant, die de structuur overgroeiden – enkele stierven af en lieten een leegte achter. Het werk zou een reflectie bieden op de relatie tussen natuur en de industriële samenleving, maar (in relatie met het museumgebouw) ook op postkoloniale vraagstukken omtrent onderdrukking, vrijheidsstrijd en censuur. Benjamin Buchloh verwerpt deze metaforische lezing in een essay speciaal aan het werk gewijd. Volgens hem is het zowel een kritiek op het sculpturale paradigma van de eenvoud van het natuurlijke, universeel aanwezige materiaal, als op de retoriek van grootschalige sitespecifieke installaties, geproduceerd met indrukwekkende industriële middelen in de openbare ruimte. Lamelas heeft in 2011 het werk aan het M HKA geschonken, op vraag van het museum, in de veronderstelling dat de conservatie ervan als onderdeel van een publieke collectie gegarandeerd zou zijn. Het M HKA heeft voorgesteld om Quand le ciel bas et lourd op een andere plek opnieuw op te richten. Lamelas stemt daarmee in zolang het naast het museumgebouw blijft staan omwille van de interactie. De kosten voor een verplaatsing zijn niet voorzien in het budget van de renovatie van het KMSKA, en de Vlaamse overheid komt niet over de brug met extra geld. De kunstenaar en zijn Belgische vertegenwoordiger Jan Mot vinden het de evidente rol van M HKA-directeur Bart De Baere om Vlaams minister-president Jan Jambon te wijzen op zijn verantwoordelijkheid, De Baere bepleit echter om de ingreep te bekostigen door privéfinanciering. (janmot.com, muhka.be)

Amsterdams architectuurmuseum Het Schip bedreigd

Het voortbestaan van het Amsterdamse museum Het Schip wordt bedreigd door het wegvallen van subsidie. Het museum is gewijd aan de Amsterdamse School en bevindt zich in het gerestaureerde volkswoningbouwcomplex Het Schip uit 1919, een ontwerp van Michel de Klerk. Ondanks een goede beoordeling door het Amsterdams Fonds voor de Kunst krijgt het museum bijna 150.000 euro minder. Dat is een derde van de exploitatiebegroting en het brengt de werking fundamenteel in het gedrang. Het museum heeft een steunbrief van de Getty Foundation gepubliceerd en is een petitie gestart om de Amsterdamse politiek alsnog te overtuigen de korting terug te draaien. (hetschip.nl)

S.M.A.K. stelt alternatief ontwerp voor nieuw museum voor

Terwijl in maart vorig jaar de plannen voor een nieuwbouw voor het Antwerpse museum M HKA de koelkast in gingen, presenteerde het Gentse S.M.A.K. in november het project Le Musée et son Double waarmee het naar eigen zeggen een publiek debat wil stimuleren over een mogelijke uitbreiding. Het museumgebouw kampt sinds geruime tijd met klimatisatieproblemen waardoor tijdelijke tentoonstellingen in het gedrang komen en de collectie niet volgens de normen kan worden geconserveerd. In 2017 bestelde het stadsbestuur een studie bij OYO Architects dat drie opties voorstelde. Een verdubbeling van de oppervlakte die in de plannen werd voorzien, zou het museum de mogelijkheid bieden om naast tentoonstellingen ook een volwaardige collectiepresentatie te organiseren. Dat het S.M.A.K. nu uitpakt met een eigen ontwerpvoorstel in samenwerking met het bureau CRIT. van voormalig Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen is opmerkelijk. Mogelijk vreest het museum dat het onvoldoende zijn stempel kan drukken op het complexe dossier van de Citadelparksite. Het stadsbestuur had pas bekendgemaakt dat het team rond 51N4E en NU Architectuuratelier de Open Oproep had gewonnen voor de renovatie van het Internationaal Congrescentrum en een masterplan voor het aanpalende Floraliënpaleis, twee buren van het S.M.A.K. Ook het team CRIT. / Lacaton-Vassal had meegedongen, en had bovendien een intensief gesprek gevoerd met museumdirecteur Philippe Van Cauteren, hoewel het S.M.A.K. in de projectdefinitie amper ter sprake was gebracht. Ongetwijfeld ziet het museum de voorwaarden voor een nieuwe huisvesting beter vervuld worden door de ideeën van CRIT. / Lacaton-Vassal, want Le Musée et son Double (de titel is een verwijzing naar een werk in de collectie van Daniel Buren, Le Décor et son Double) is gebaseerd op het ontwerp van de Open Oproep. De Floraliënhal wordt aan beide kanten geflankeerd door een identiek kopgebouw, een voor de collectie en een voor tijdelijke tentoonstellingen, dat lijkt op het huidige. Het depot komt in een nieuwe verdieping die onder de grote hal wordt gegraven. (OYO Architects had al gewezen op de voordelen van een ondergrondse verdieping met betrekking tot klimaatregeling.) Het stadsbestuur maakt geen probleem van het initiatief. Het ziet het project niet als een uitgewerkt plan, maar als een idee dat tot nadenken stemt. (smak.be, a-plus.be)

Mondriaan Fonds ondersteunt 183 musea met coronacompensatie

In Nederland zijn de bezoekcijfers van musea in 2020 gemiddeld met 65 procent gedaald. In totaal waren de musea 3,5 maand gesloten. Die in de Randstad zijn het zwaarst getroffen, en met name in Amsterdam. Het Mondriaan Fonds biedt binnen het kader van de ‘Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector covid-19’ financiële steun aan 183 musea. Er wordt een bedrag van 17 miljoen euro besteed, verdeeld in verhouding tot het gemiddeld aantal betalende bezoekers in 2017 en 2018. De compensatieregeling voor musea is onderdeel van een breder steunpakket voor de gehele sector beeldende kunst en erfgoed. (mondriaanfonds.nl)

Mu.ZEE gaat half jaar dicht

Na het plotse vertrek van directeur Philip Van den Bossche in 2019 blijkt voor Mu.ZEE in Oostende het moment aangebroken om het beleid aan te passen. De coronamaanden hebben het museum de kans geboden om de kelder op te ruimen en een aantal reflectiedagen in te lassen. Daaruit is naar eigen zeggen de nood ontstaan om een nieuw verhaal te schrijven dat ‘recht doet aan de eigenheid van het museum en de collectie’. 2021 moet een kanteljaar worden en de tijd van de sluiting zal gebruikt worden voor een hernieuwde focus op de kerntaak en missie, namelijk het tonen van kunst uit België tussen 1880 en nu. Op de eerste en tweede verdieping zal de collectie centraal staan, in een compleet herdachte scenografie. Het mandaat van Dominique Savelkoul, die vorig jaar werd aangesteld als waarnemend directeur, wordt met anderhalf jaar verlengd. Zij wilde met de vernieuwingsoperatie niet wachten tot na de grote verbouwingen in 2024. Het museum zal op 1 juni weer opengaan. (muzee.be)

Luuk Vulkers ontvangt Prijs Jonge Kunstkritiek – essay

Woensdag 16 december werden de winnaars van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2020 bekendgemaakt. De hoofdprijs in de categorie essay ging naar Luuk Vulkers voor zijn tekst ‘Beschermengel incognito’, die de vorm van een reisverslag heeft en waarin de sculptuur Frankfurter Engel van Rosemarie Trockel centraal staat. Vulkers vraagt zich af of er nog een toekomst is voor het fysieke, statische monument-als-symbool. Aan de prijs is onder meer een som van 3.000 euro verbonden en een jaar begeleiding door een mentor. Andere genomineerden in deze categorie waren Zippora Elders en Claire van der Mee. De hoofdprijs voor een recensie ging naar Esmee Postma voor haar bespreking van De Migrant van Anaïs López (De Witte Raaf nr. 208), een multimediale tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Dagmar Dirkx en Nadia de Vries ontvingen voor hun recensie de basisprijs. De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek is een tweejaarlijks initiatief van Mondriaan Fonds, De Appel, Kunstinstituut Melly, Stedelijk Museum Amsterdam, M HKA, Van Abbemuseum, De Brakke Grond, Mu.ZEE, Z33 en Museum M. (jongekunstkritiek.net)

NICC opent nieuwe ruimte Botanicc

Na twee jaar heeft het NICC het gebouw van het M HKA verlaten om aan de Leopoldstraat 55 in Antwerpen een eigen ruimte te betrekken die Botanicc werd gedoopt. Het NICC zal er tentoonstellingen, lezingen en debatten organiseren, en er is een publiek toegankelijk archief. De vitrine van het pand zal gebruikt worden om tentoonstellingen 24/7 zichtbaar te maken. (nicc.be)

NICC opent nieuwe ruimte Botanicc

Na twee jaar heeft het NICC het gebouw van het M HKA verlaten om aan de Leopoldstraat 55 in Antwerpen een eigen ruimte te betrekken die Botanicc werd gedoopt. Het NICC zal er tentoonstellingen, lezingen en debatten organiseren, en er is een publiek toegankelijk archief. De vitrine van het pand zal gebruikt worden om tentoonstellingen 24/7 zichtbaar te maken. (nicc.be)

VGC voorziet één miljoen euro voor atelierruimte

De Vlaamse Gemeenschapscommissie investeert een miljoen euro om haar atelierbeleid verder te ontwikkelen. Het blijkt dat meer dan de helft van de kunstenaars in Brussel geen eigen werkplek heeft, driekwart heeft zelfs geen aparte kamer en moet in de woonkamer aan de slag. In 2030 is Brussel Culturele Hoofdstad van Europa. Bevoegd collegelid Pascal Smet wil in dat kader niet enkel inzetten op presentatie, maar ook op werkruimte. Door de huidige stadsontwikkeling worden de periodes van tijdelijk gebruik van leegstand steeds korter. Een grote groep kunstenaars moet om de haverklap op zoek naar een andere werkplek. Met Plan Atelier wil Smet meerdere partners aan tafel krijgen om onder meer de initiatieven die kunstenaars zelf opzetten een kader te geven. (vgc.be)

Kunstenpunt plaatst kanttekeningen bij limitering kunstenaarsbeurzen

In het nieuwe Kunstendecreet, dat vanaf 2022 van kracht wordt, zullen kunstenaars een ‘beurs opkomend talent’ of een ‘beurs bewezen talent’ kunnen aanvragen. In zijn visienota stelt minister van Cultuur Jan Jambon de individuele kunstenaar centraal, en bepleit hij een versterking van de positie van beeldende kunst en fotografie. Voor de aanpassing van het systeem ligt een voorstel op tafel om een limiet in te voeren op het aantal beurzen dat een kunstenaar gedurende de hele loopbaan kan aanvragen, met een plafond van 40.000 euro: hoogstens twee beurzen ‘opkomend talent’ van 5.000 euro en drie beurzen ‘bewezen talent’ van 10.000 euro. Voor Kunstenpunt was dit plan reden om de cijfers erop na te slaan. Dirk De Wit en Tom Ruette analyseerden het aantal toegekende beurzen en de courante bedragen tussen 2001 en 2018: de stipendia gingen vooral naar kunstenaars tussen 29 en 38 jaar; gemiddeld ontvingen kunstenaars vier beurzen, maar een substantieel aantal kreeg er vijf tot tien. Het gemiddelde totale bedrag per kunstenaar bedroeg 33.000 euro, terwijl een substantieel aandeel 60.000 euro of meer ontving. Opvallend is dat de kunstenaars die meer dan vier beurzen toegekend kregen, vaak (internationale) erkenning genieten. Het geld wordt voornamelijk gebruikt ter ontwikkeling en verdieping van de artistieke praktijk en om nieuw werk te maken dat nog niet in een concreet project gegoten kan worden. Vlaanderen blijkt 40 à 50% minder uit te geven aan kunstenaarsbeurzen dan Nederland en Denemarken. Op basis van deze gegevens suggereert Kunstenpunt dat een correctie van de onderfinanciering uit het verleden niet spoort met het opleggen van de voorgestelde limieten. (kunsten.be en vlaanderen.be)

Robbrecht en Daem architecten en Salens architecten ontwerpen Brugse kunstsite Brusk

De wedstrijd voor de realisatie van de nieuwe tentoonstellingssite Brusk in het historische centrum van Brugge is gewonnen door Robbrecht en Daem architecten en Salens architecten, in samenwerking met aannemer CIT Blaton. Musea Brugge wil met deze site van 22.000 m² op de Garenmarkt, naast het Groeningemuseum, inzetten op een vernieuwende, hedendaagse cultuur. Het ontwerp omvat twee grote museale ruimtes op de eerste verdieping, met een grote schuine glaswand gericht op het noorden die als in een kunstenaarsatelier voor natuurlijke lichtinval zorgt. De hoogte van de ruimtes, meer dan zeventien meter, moet refereren aan de schaal van een kathedraal. Tegelijk worden de bestaande zichtassen gerespecteerd en blijft de historische skyline onveranderd. Het gebouw wordt bekleed met groene glazen PV-panelen waardoor het zou aansluiten op het groen van het nieuwe, aanpalende park. De benedenverdieping blijft open en vrij toegankelijk – als een publieke ruimte waar de ontmoeting tussen kunst en publiek op ongedwongen wijze kan plaatsvinden. Meer dan een gebouw, wil Brusk een stedelijk gebaar zijn. De start van de werken is gepland voor 2022. (robbrechtendaem.com, museabrugge.be)

Verzamelaarsechtpaar schenkt surrealismebibliotheek

Het echtpaar Laurens Vancrevel en Frida de Jong heeft een verzameling van ruim vierduizend, veelal unieke monografieën, catalogi en literatuur over het surrealisme, vanaf de oprichting tot heden, geschonken aan Museum Boijmans Van Beuningen. De huidige surrealismecollectie van de museumbibliotheek, die sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is opgebouwd, is gerelateerd aan de kunstcollectie, en bevat daarnaast basiswerken van surrealistische auteurs. De geschonken verzameling is een belangrijke toevoeging, met materiaal waarin de samenhang met andere kunsten en politieke ideeën, op internationaal niveau, tot uiting komt. De schenking zal samen met de bestaande bibliotheek terechtkomen in het studiecentrum voor surrealisme, als onderdeel van het kenniscentrum dat bij de renovatie van het museum wordt gerealiseerd. Het centrum zal niet enkel toegankelijk zijn voor professionals, maar ook voor de gewone liefhebber van surrealistische kunst en literatuur. (boijmans.nl)

Gemeente Rotterdam verlaagt subsidie voor Boijmans Van Beuningen

De gemeenteraad van Rotterdam confronteert Museum Boijmans Van Beuningen met een structurele jaarlijkse bezuiniging van 400.000 euro, en volgt daarmee het advies van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC). Het museum hoort tot de zogenaamde RCB-instellingen die een ‘instellingsoverstijgende taak krijgen op grond van hun strategische positie voor de stad’. Zij dragen verantwoordelijkheid voor de Rotterdamse cultuursector als geheel en de ontwikkeling van talent in de stad, en moeten zich opstellen als strategische partner. De RRKC oordeelt dat het museum deze rol zonder overtuiging vervult en vooral oog heeft voor de eigen activiteiten, met name op het vlak van talentontwikkeling en interconnectiviteit schiet het tekort. Daarnaast wordt van het museum verwacht meer eigen inkomsten te genereren door sponsoring, door tentoonstellingen in het buitenland duurder te verkopen en door meer huurders te zoeken voor het nieuwe depot. De korting is volgens RRKC nodig omdat het museum ‘een prikkel nodig heeft om een andere visie te ontwikkelen op zijn rol in de stad’. In een reactie weerlegt het museum punt voor punt de kritiek en wijst erop dat de beleidskeuzes die nu bekritiseerd worden eerder door de gemeente werden ondersteund. Door de verbouwing en de sluiting van het museum zijn er geen reguliere publieksinkomsten en werd de personele omvang sinds 2019 reeds met 36 fte’s verminderd. Door de bezuiniging zal het aantal medewerkers uiteindelijk binnen ruim een jaar zelfs gehalveerd zijn. (boijmans.nl, rrkc.nl)

Nederlands galeriewezen luidt alarmbel

In een brief aan minister van OCW Ingrid van Engelshoven en minister van Economische Zaken Eric Wiebes waarschuwt de Nederlandse Galerie Associatie (NGA) voor de desastreuze impact die de coronacrisis ook in haar sector zal hebben. Als ondernemers kunnen galeriehouders gebruikmaken van de aangekondigde generieke compensatiemaatregelen zoals de tegemoetkoming in de loonkosten van werkgevers. Kunstenaars (ZZP’ers) kunnen beroep doen op de tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen. Volgens NGA zijn bijkomende inspanningen nodig en ze roept op om galeries op te nemen in de lijst met bedrijven die gebruik kunnen maken van het ‘noodloket voor getroffen ondernemers’, waar ondernemers op korte termijn een (vooralsnog eenmalige) tegemoetkoming kunnen krijgen van vierduizend euro. Ook uitstel voor afdracht van huur en het verruimen van (tijdelijke) overbruggingsleningen bij kredietverstrekkers zouden de nood kunnen lenigen. De vooruitzichten voor 2020 zijn voor vele galeries zeer zorgwekkend, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. NGA vreest echter dat in 2020 mogelijk geen enkele kunstbeurs nog doorgang zal vinden. Hoewel in Nederland de galeries geopend mogen blijven, zou de verkoop van kunstwerken, zoals het hele culturele leven, stilgevallen zijn. Het land telt in totaal 442 galeries voor moderne en hedendaagse kunst die samen ruim duizend personen een baan bieden, en aan het inkomen van achtduizend kunstenaars een bijdrage leveren voor een jaarlijkse omzet van meer dan honderd miljoen euro. (nederlandsegalerieassociatie.nl)

Melanie Bonajo verzorgt bijdrage Biënnale van Venetië

Op de Biënnale van Venetië in 2021 zal Nederland vertegenwoordigd worden door Melanie Bonajo. Een internationale jury maakte een selectie uit een longlist van kunstenaars en curatoren die zich voor eerdere edities hadden aangemeld, en kozen uit de ingezonden voorstellen unaniem voor Bonajo. De kunstenaar werkt samen met de curatoren Maaike Gouwenberg, Geir Haraldseth en Soraya Pol. Bonajo ‘maakt films over de ontwikkeling en samenhang tussen intimiteit, technologische vooruitgang, stigmatisering rond gender en gelijkheid, feminisme, ecologie en gevoelens van vervreemding’, zo meldt het persbericht. Haar werk zal te zien zijn in de Chiesetta della Misericordia in de Venetiaanse wijk Cannaregio. Voor het eerst sinds 1954 wordt de Nederlandse bijdrage niet gepresenteerd in het Rietveld Paviljoen in de Giardini. Eelco van der Lingen, directeur van het Mondriaan Fonds, argumenteert dat deze breuk met het verleden nodig is om te herijken en een nieuw uitgangspunt te formuleren. Meer bepaald stelt hij dat de Giardini een afspiegeling is van geopolitieke machtsverhoudingen van weleer. Nederland is het eerste land dat vrijwillig het ‘hoofdpodium’ van de Biënnale verlaat, al beperkt die beslissing zich tot de komende editie. Het Rietveld Paviljoen zal voor de gelegenheid in gebruik worden genomen door Estland, een nog recente deelnemer die anders nooit tot het centrum van deze kunstmanifestatie zou kunnen doordringen. (venicebiennale.nl)

Vlaamse Cultuurprijzen voor Luc Tuymans en Walter Swennen

De uitreiking van de Vlaamse Cultuurprijzen stond dit jaar in het teken van het protest van de culturele sector tegen de besparingen die door minister-president en minister van Cultuur Jan Jambon werden doorgevoerd. De prijs voor Algemene Culturele Verdienste werd toegekend aan Luc Tuymans. De jury loofde hem voor zijn impact op internationaal niveau, maar ook voor zijn generositeit tegenover jonge kunstenaars en kunstinitiatieven. Tuymans was niet aanwezig op de uitreiking. Hij gaf de geldprijs van 20.000 euro door aan het Antwerpse jongerenproject Let’s Go Urban. De vereniging, in 2009 opgericht door Sihame El Kaouakibi, organiseert naschoolse programma’s voor stedelijke jongeren vanaf zes jaar. De prijs voor beeldende kunst (10.000 euro) ging naar de schilder Walter Swennen. De jury onderstreepte zijn veelzijdigheid, en apprecieerde zijn radicale en eigenzinnige traject. Door ziekte kon de kunstenaar niet aanwezig zijn, maar in een bericht dat hij liet voorlezen meldde hij het geld te schenken aan de politieke partij PVDA, die door andere politieke partijen als extreemlinks wordt beschouwd en buitenspel wordt gehouden. (ultimas.be)

Vlaanderen herziet selectieprocedure Biënnale van Venetië

Het Vlaamse Departement Cultuur, Jeugd en Media heeft besloten om het concept van de bijdrage aan de Biënnale van Venetië grondig te wijzigen. In het verleden werden doorgaans solopresentaties voorzien van bekende kunstenaars. Het Departement beschouwt die aanpak, ook al leidde die tot degelijke tentoonstellingen, als eerder conservatief. In de plaats legt het nu de nadruk op het curatorschap. Daarbij wordt expliciet vertrokken vanuit een inhoudelijk idee, met als doel een bijdrage te leveren aan het huidige internationale artistieke discours. Vlaanderen wil voor 2021 vertrekken van een doordacht concept, uitgewerkt door een curator en een (aantal) kunstenaar(s) die samen een traject afleggen en elkaar versterken, zo klinkt het. Het Departement stelde een jury samen die aan drie tot zes curatoren zal vragen om een concept uit te werken en dit voor te stellen: Dirk De Wit (voorzitter), Jozefien Van Beek, Els Wuyts, Hicham Khalidi, Devrim Bayar, Zeynep Kubat, Sofie Van de Velde en Frank Benijts. (kunsten.be)

Procedure voor nieuwbouw M HKA afgeblazen

In februari 2018 besloten het Antwerpse stadsbestuur en toenmalig cultuurminister Sven Gatz om te investeren in een nieuw gebouw voor het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA). Die beslissing viel nog geen jaar nadat het museum een transformatie van 1,3 miljoen euro had ondergaan die het in stelling moest brengen voor zijn rol van ‘internationale ambassadeur van de Vlaamse beeldcultuur’, met onder meer grotere aandacht voor de collectie (zie Dirk Pültau in De Witte Raaf nr. 189, die deze operatie ‘de duurste reclamecampagne ooit uit de geschiedenis van de Vlaamse kunstwereld’ noemde). Voor het nieuwe gebouw, dat tegen 2024 zou moeten verschijnen op de site Zuidersluis, vlak bij de huidige locatie, werd een budget van 65 miljoen euro vrijgemaakt. Het zou dubbel zo groot zijn als het huidige onderkomen, waardoor het M HKA eindelijk in een volwaardige collectiepresentatie zou kunnen voorzien. Het onder Gatz ingezette traject, met onder meer een architectuurwedstrijd, zou door de nieuwe cultuurminister Jan Jambon worden voortgezet, zo liet deze verstaan in zijn beleidsnota van november 2019. Voor het einde van de huidige regeerperiode, zo plande Jambon, moest de bouw van het museum beginnen. In maart, amper vijf maanden later, volgde het opmerkelijke nieuws dat de procedure wordt afgebroken. Officieel luidt het dat de jury van de architectuurwedstrijd niet tot een unaniem oordeel kon komen omtrent de in overweging genomen ontwerpvoorstellen van het Brits-Belgische team Caruso St John Architects & 51N4E en het Japanse architectenbureau SANAA. Niet de kwaliteit van de voorstellen, wel een voortschrijdend inzicht in de noden van M HKA zou daarvan de oorzaak zijn. Het kabinet communiceert niet over wat die plots opgedoken nieuwe noden inhouden. Die zullen moeten blijken wanneer een nieuwe procedure wordt opgestart, al dan niet met een ‘open oproep’. Aan de afgebroken procedure hangt een prijskaartje van algauw een half miljoen euro. De allesbehalve transparante gang van zaken roept in de context van de recente besparingen op het cultuurbudget niet alleen veel vragen op, maar veroorzaakt ook onbegrip. Vlaanderen bouwt de laatste jaren overigens een slechte reputatie op wanneer het gaat om ontwerpvoorstellen voor belangrijke culturele instellingen. Zo leidde onenigheid over het al dan niet respecteren van de budgettaire grenzen tot het afblazen van het oorspronkelijke project voor de openbare omroep. De Raad van State verwierp het geselecteerde ontwerp van 51N4E voor de verbouwing van het Kaaitheater omdat het niet voldeed aan een van de eisen van het bestek. Het KMSKA is sinds 2011 dicht voor renovatie- en restauratiewerken die veel complexer blijken dan voorzien; Manfred Sellink, die in februari in onderling overleg opstapte, is vijf jaar directeur geweest van een gesloten museum. Door toedoen van de Vlaamse Bouwmeester kon geen enkel Belgisch architectenbureau deelnemen aan de ontwerpwedstrijd voor de Opera in Gent, wat vanuit de architectuurwereld leidde tot de retorische vraag of het dan aan expertise ontbreekt in eigen land. (DM)

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen. Vanuit de sector wordt positief gereageerd op de ingrepen, maar tegelijk de twijfel uitgesproken of ze zullen volstaan om iedereen in de sector uit de nood te helpen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte generieke steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. Voorts heeft de Vlaamse regering bij de begrotingsaanpassing begin april vier miljoen euro vrijgemaakt voor een tweede aanvraagronde die als reactie op de coronacrisis specifiek gericht is op kortlopende beurzen, projectsubsidies voor individuele kunstenaars en projectsubsidies voor organisaties. Met deze maatregel compenseert minister van Cultuur Jan Jambon overigens de eerdere besparingen op de projectsubsidies, na het luide protest vanuit en gesprekken met de sector. Jambon noemt het een tactische, geen strategische beslissing.

Meer info over onder meer de steunmaatregelen is te vinden via kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl voor Nederland en flandersdc.be, kunsten.be, cultuurloket, cjsm.be voor Vlaanderen.

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen. Vanuit de sector wordt positief gereageerd op de ingrepen, maar tegelijk de twijfel uitgesproken of ze zullen volstaan om iedereen in de sector uit de nood te helpen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte generieke steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. Voorts heeft de Vlaamse regering bij de begrotingsaanpassing begin april vier miljoen euro vrijgemaakt voor een tweede aanvraagronde die als reactie op de coronacrisis specifiek gericht is op kortlopende beurzen, projectsubsidies voor individuele kunstenaars en projectsubsidies voor organisaties. Met deze maatregel compenseert minister van Cultuur Jan Jambon overigens de eerdere besparingen op de projectsubsidies, na het luide protest vanuit en gesprekken met de sector. Jambon noemt het een tactische, geen strategische beslissing.

Meer info over onder meer de steunmaatregelen is te vinden via kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl voor Nederland en flandersdc.be, kunsten.be, cultuurloket, cjsm.be voor Vlaanderen.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019 van zes procent op de structurele subsidies was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou besteden. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Over het theater (goed voor 28%) wordt hier en daar wel eens geopperd dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale markteconomie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen met zich meebrengen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak in gebreke blijft. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. De algemene overtuiging in de huidige samenleving dat kunst (te) elitair is, voert de minister tot de wens naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. Kunst wordt hier beschouwd als ‘gemeenschapsvormende hefboom’. Binnen dit kader wordt het belang van sociaal-artistiek werk benadrukt. De uitgesproken aandacht voor het erfgoed is een beleidslijn die al lang voorspeld was. Concreter leidt die tot een hogere waardering voor kunst die met erfgoed in wisselwerking treedt, en bij subsidietoekenning zal dat gevalideerd worden. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien. Dat het nieuwe beleid graag uitpakt met Vlaamse kunst die internationale uitstraling heeft, is een evenmin verrassend punt. ‘Vlaanderen zal excelleren,’ zoals de minister-president het graag formuleert. Blijft te bekijken of dat inderdaad zal lukken op het vlak van cultuurpolitiek. (DM)

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019 van zes procent op de structurele subsidies was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou besteden. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Over het theater (goed voor 28%) wordt hier en daar wel eens geopperd dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale markteconomie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen met zich meebrengen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak in gebreke blijft. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. De algemene overtuiging in de huidige samenleving dat kunst (te) elitair is, voert de minister tot de wens naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. Kunst wordt hier beschouwd als ‘gemeenschapsvormende hefboom’. Binnen dit kader wordt het belang van sociaal-artistiek werk benadrukt. De uitgesproken aandacht voor het erfgoed is een beleidslijn die al lang voorspeld was. Concreter leidt die tot een hogere waardering voor kunst die met erfgoed in wisselwerking treedt, en bij subsidietoekenning zal dat gevalideerd worden. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien. Dat het nieuwe beleid graag uitpakt met Vlaamse kunst die internationale uitstraling heeft, is een evenmin verrassend punt. ‘Vlaanderen zal excelleren,’ zoals de minister-president het graag formuleert. Blijft te bekijken of dat inderdaad zal lukken op het vlak van cultuurpolitiek. (DM)

Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) opent Brusselse afdeling

De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft op voorstel van collegeleden Pascal Smet, bevoegd voor Cultuur, en Sven Gatz, bevoegd voor Onderwijs, beslist een subsidie toe te kennen van 185.000 euro aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) uit Gent. Het instituut kan daarmee een ruimte in de voormalige Gossetfabriek in Sint-Jans-Molenbeek verbouwen en inrichten tot een multifunctionele ruimte met ateliers, werkplaatsen, event- en tentoonstellingsruimte. Het HISK zal zijn tweejarige postgraduaatsopleiding voor beeldende kunstenaars ook in Brussel aanbieden, en zal bovendien de nieuwe ruimte ter beschikking stellen van professionele kunstenaars, kunst- en cultuurorganisaties, de Nederlandstalige academies beeldende kunsten en de instellingen hoger onderwijs in Brussel. (vgc.be)

Renovatie Boijmans Van Beuningen stoot op hindernissen

In februari maakte de gemeente Rotterdam bekend dat Mecanoo architecten zou instaan voor de grootschalige renovatie en vernieuwing van Museum Boijmans Van Beuningen. Voor het project was lang op voorhand, in 2018, door de gemeenteraad een raming van 224 miljoen euro gemaakt. Mecanoo architecten maakte op basis van dat budget een eerste ontwerp. Begin juni raakte vervolgens bekend dat het beschikbare budget, door meerdere tegenvallers, is blijven steken op 176 miljoen euro. Als noodoplossing wordt een gefaseerde verbouwing niet uitgesloten. Francine Houben van Mecanoo architecten is daar niet onverdeeld gelukkig mee. Het lijkt erop dat door het geldgebrek vele bewindslieden nu pas echt over de inhoud van het project beginnen na te denken. Nochtans plaatste meer dan een jaar geleden al Paul Vermeulen, professor Urban Architecture aan TU Delft, in NRC Handelsblad fundamentele vragen bij de voorziene afbraak van de vleugel van Robbrecht en Daem. Deze uitbreiding dateert van 2004. In zijn stuk wees Vermeulen niet enkel op de architectonische verdiensten ervan, hij vermeldde ook nadrukkelijk de absurde economische en ecologische kost wanneer een gebouw na amper twintig jaar reeds tegen de grond moet. Hij rekende voor dat het om een slordige 72 miljoen euro gaat, en herinnerde er bovendien aan dat deze dure beslissing zijn oorsprong vindt in een vete tussen voormalige directeur Chris Dercon, onder wiens beleid de vleugel werd toegevoegd, en huidig directeur Sjarel Ex.

Mecanoo architecten ontwerpen renovatie Museum Boijmans Van Beuningen

In februari heeft de gemeente Rotterdam bekendgemaakt dat Mecanoo architecten het ontwerp gaat maken voor de grootschalige renovatie en vernieuwing van Museum Boijmans Van Beuningen. De beoordelingscommissie, bestaande uit rijksbouwmeester Floris Alkemade, architect André van Stigt, voormalig directeur Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed Cees van ’t Veen, de directie en experts van de gemeente Rotterdam en Museum Boijmans Van Beuningen, was unaniem in haar keuze. Mecanoo levert een integrale visie en een allesomvattende benadering, waarbij een betere beleving van het museum, de verbinding van het museum met het Museumpark en de stad en de restauratie en verduurzaming van de monumentale bouwdelen centraal staan. Het bureau van Francine Houben heeft niet enkel veel ervaring met het ontwerpen van culturele gebouwen, maar ook met renovaties. Zo is het momenteel verantwoordelijk voor de renovatie van de New York Public Library, een  beaux-artsgebouw uit 1907, en van de Martin Luther King Jr. Memorial Library in Washington, door Ludwig Mies van der Rohe ontworpen rond 1965-1966.

Xavier Hufkens opent een derde galerieruimte in Brussel

Op 18 juni heeft Xavier Hufkens aan de Van Eyckstraat 44 in Brussel, op slechts honderd meter van de hoofdlocatie in de Sint-Jorisstraat, een derde tentoonstellingsruimte geopend. De galerist stelt dat overwogen werd om in het buitenland te openen, maar dat uiteindelijk bewust werd gekozen om in Brussel te blijven. Met een oppervlakte van 350m² biedt het derde filiaal de kunstenaars nieuwe ruimtelijke mogelijkheden. Het wordt ingewijd met de tentoonstelling A Relief Lashed + A Still Pose van Sterling Ruby, die nog tot 1 augustus loopt.. Xavier Hufkens begon zijn galerie voor hedendaagse kunst in 1987 in een leegstaand magazijn in de buurt van het Zuidstation. Vijf jaar later verhuisde ze naar de Sint-Jorisstraat. Een tweede ruimte in dezelfde straat werd geopend in het voorjaar van 2013. (xavierhufkens.com)

Oproep Prijs voor de Jonge Kunstkritiek

Jonge kunstcritici tot 35 jaar kunnen tot 1 september teksten inzenden in de categorie essay en recensie. Naast een geldbedrag van 3.000 euro en persoonlijke begeleiding door een mentor kunnen zij verschillende schrijfopdrachten winnen. Dit jaar wordt ook een redacteur genomineerd. Het is de zevende keer dat de prijs wordt georganiseerd. Met dit gezamenlijk initiatief willen vooraanstaande kunstinstellingen in het Nederlandse taalgebied, waaraan met deze editie overigens Vlaams Cultuurhuis, de Brakke Grond, Mu.ZEE en Z33 als nieuwe partners worden toegevoegd, de Nederlandstalige kunstkritiek onder de aandacht brengen en het belang ervan onderstrepen. De prijs wil een tegenwicht bieden voor de almaar afkalvende ruimte voor kunstkritiek in de algemene media, en staat een hoogstaand kunstdiscours voor dat zonder verlies van kwaliteit ook toegankelijk is voor lezers met minder expertise op dit gebied. Oftewel: de kunstcriticus kan een brug zijn tussen kunstwerk en toeschouwer. Om de zevende editie in te zetten, publiceerden De Groene Amsterdammer en Knack op hun website een artikel waarin hoogleraar cultuursociologie Pascal Gielen stilstaat bij kunst en cultuur in tijden van de coronacrisis. Jonge critici en essayisten worden aangemoedigd om verder na te denken over de gevolgen van de huidige crisis, en om vooruit te blikken op de toekomst van de culturele sector. (wwwjongekunstkritiek.net)

Oproep Prijs voor de Jonge Kunstkritiek

Jonge kunstcritici tot 35 jaar kunnen tot 1 september teksten inzenden in de categorie essay en recensie. Naast een geldbedrag van 3.000 euro en persoonlijke begeleiding door een mentor kunnen zij verschillende schrijfopdrachten winnen. Dit jaar wordt ook een redacteur genomineerd. Het is de zevende keer dat de prijs wordt georganiseerd. Met dit gezamenlijk initiatief willen vooraanstaande kunstinstellingen in het Nederlandse taalgebied, waaraan met deze editie overigens Vlaams Cultuurhuis, de Brakke Grond, Mu.ZEE en Z33 als nieuwe partners worden toegevoegd, de Nederlandstalige kunstkritiek onder de aandacht brengen en het belang ervan onderstrepen. De prijs wil een tegenwicht bieden voor de almaar afkalvende ruimte voor kunstkritiek in de algemene media, en staat een hoogstaand kunstdiscours voor dat zonder verlies van kwaliteit ook toegankelijk is voor lezers met minder expertise op dit gebied. Oftewel: de kunstcriticus kan een brug zijn tussen kunstwerk en toeschouwer. Om de zevende editie in te zetten, publiceerden De Groene Amsterdammer en Knack op hun website een artikel waarin hoogleraar cultuursociologie Pascal Gielen stilstaat bij kunst en cultuur in tijden van de coronacrisis. Jonge critici en essayisten worden aangemoedigd om verder na te denken over de gevolgen van de huidige crisis, en om vooruit te blikken op de toekomst van de culturele sector. (wwwjongekunstkritiek.net)

Witte de With trekt naam in

Op 27 juni is de naam Witte de With Centrum voor Hedendaagse Kunst opgehouden te bestaan. De Rotterdamse instelling heeft de logo’s en de naam aan de gevel van het gebouw gedemonteerd, de naam verwijderd in sociale media en van het briefpapier. Dit gebeurde twee weken nadat de gevel werd beklad met rode verfhandjes tijdens een antiracismeprotest. De instelling besloot een jaar geleden al om op termijn naar een nieuwe naam te zoeken, omdat ze de associatie met de zeventiende-eeuwse marineofficier Witte Corneliszoon de With niet langer houdbaar vindt. Het zoeken naar een nieuwe naam zal de komende maanden onder meer gebeuren via een reeks openbare forums en online enquêtes. De naamsverandering moet de rol benadrukken die de instelling voor zichzelf ziet weggelegd in de samenleving: het bevorderen van wederzijds begrip. De vraag is of het wegzuiveren van de koloniale geschiedenis, waar de activistische eis om alle symbolen ervan uit de openbare ruimte te verwijderen op neerkomt, daar werkelijk toe bijdraagt. Het zet bijvoorbeeld tot nadenken wanneer iemand als Juliana Lumumba fijntjes opmerkt dat het weghalen van de beelden van Leopold II in België de geschiedenis van het land niet zal veranderen. Wie weet een goed vertrekpunt voor de denkoefening die moet leiden tot de nieuwe naam waaronder de Rotterdamse instelling zich op 27 januari 2021 wil presenteren. (fkawdw.nl)

Nxt Museum: eerste Nederlandse ruimte voor mediakunst

Eind augustus is aan de Asterweg 22 in Amsterdam het Nxt Museum geopend, een nieuwe expositieruimte voor mediakunst. Ze is ondergebracht in een voormalige productiestudio met een oppervlakte  van 2100 vierkante meter. Het idee ontstond bij zakelijk directeur Merel van Helsdingen die samen met creatief directeur Natasha Greenhalgh het initiatief nam. Van Helsdingen werkte in Londen als marketeer voor technologiebedrijven. Daar maakte ze kennis met presentatieruimtes voor mediakunst zoals de Science Gallery of 180 The Strand. In Nederland is Nxt Museum de eerste ruimte die zich exclusief richt op grootschalige immersieve installaties, die vaak tot stand komen door een samenwerking tussen kunstenaars, designers en wetenschappers. Naast de programmatie van exposities en performances ontwikkelt Nxt Museum een researchprogramma en biedt het residenties aan. De openingstentoonstelling Shifting Proximities omvat acht installaties en loopt tot 30 november. (nxtmuseum.com)

Kunstenveld becommentarieert Princiepsnota nieuw kunstendecreet

In 2021 wil de Vlaamse minister van Cultuur Jan Jambon een nieuw Kunstendecreet klaar hebben. Begin juli verscheen een Princiepsnota met een aantal voorstellen om de subsidiëring te stroomlijnen. Een Reflectiegroep, bestaande uit dertien ‘kunstenaars, kunstwerkers en experten’ werd gevraagd om op de nota te reageren in een Reflectienota. Het gesubsidieerde kunstenveld wordt opgedeeld in een ‘Dynamische Ruimte’, het ‘Brede Veld’ en de ‘Kern- en Kunstinstellingen’, met specifieke subsidie-instrumenten en procedures. Los van de benaming wijkt die opdeling niet radicaal af van vorige decreten. De Reflectiegroep stelt echter dat ‘het installeren van de nieuwe categorie Kerninstellingen de huidige eenheid binnen het systeem [dreigt] op te breken en [dreigt] te leiden tot een sterke ‘verkaveling’ van het landschap’. Er wordt gevreesd voor ‘het ontstaan van ‘eilanden’ daar waar er één sterk continent zou moeten zijn’. De vraag is of verkaveling vaak niet al (lang) een feit is en – vooral – niet ook voordelen heeft. De programmatie van een instelling kan belemmerd worden indien ze verplicht rekening moet houden met ‘lokale’ dynamiek en met andere ‘spelers’. Verkaveling draait vaak negatief uit voor kunstenaars, zo betoogt de Reflectiegroep. Ongetwijfeld kan een slim Kunstendecreet dat in bepaalde mate verhelpen, maarenkel indien de wettekst opening laat voor een gediversifieerde aanpak. Beide bewegingen moeten mogelijk zijn: ‘afzonderen’ enerzijds en ‘verbinden, samenbrengen’ anderzijds. Voor individuele kunstenaars formuleert de Reflectienota een ander belangrijk punt door te pleiten voor een omkadering op maat en voorbij te gaan aan het clichématige beeld van de loopbaan die evolueert van ‘klein en dynamisch’ naar ‘groot en gevestigd’.  De Reflectiegroep wijst op het probleem dat de Kerninstellingen louter kwantitatief benaderd worden, en geen heldere inhoudelijke invulling krijgen. Het is de moeilijkste oefening van elk cultuurbeleid: ‘inhoudelijk invullen’ zonder het inhoudelijk beleid van een instelling bij voorbaat vast te leggen. Om tot een ambitieus decreet te komen, moet de politiek die uitdaging aangaan. Ook de vraag naar een kader voor een begeleide en gefaseerde uitstroom is opmerkelijk; in een dynamisch landschap verliezen instellingen soms hun relevantie en moet op verantwoorde wijze de subsidie afgebouwd kunnen worden. De Reflectiegroep wil een vaste budgettaire verhouding en stelt tien procent voor de Dynamische Ruimte voor. Dat in de Princiepsnota ‘geen opening wordt gemaakt naar mogelijke verbindingen tussen de kunsten en de samenleving’ wordt betreurd. Vraag is of het aan de subsidiënt is om dit te stimuleren, bijvoorbeeld met nog meer betuttelende criteria. Moeten kunstenaars niet de vrijheid hebben helemaal geen verbinding aan te gaan? Een overtuigend subsidiebeleid moet voorts steunen op deskundige beoordeling. Pleiten voor een commissie die professioneel geremunereerd wordt en voldoende tijd krijgt, is terecht. Tot slot wijst de Reflectiegroep op de besparingen van de voorbije jaren, maar vooral op de nauwelijks te overschatten gevolgen van de coronacrisis. Enkel een fundamenteel herstelbeleid zal op langere termijn soelaas bieden. (vlaanderen.be/cjm/nl)

Urban.brussels organiseert Archiweek

De administratieve afdeling van het Brusselse Gewest Urban.brussels organiseert van 5 tot 13 oktober de archiweek met gratis rondleidingen over hedendaagse architectuur, opendeurdagen van architectenbureaus, colloquia, workshops, conferenties en tentoonstellingen. Een twintigtal recente realisaties kunnen met een deskundige bezocht worden die er zijn of haar visie op geeft. (archiweek.urban.brussels)

Nieuwe galerie Newchild in Antwerpen geopend

Op 25 juli is in Antwerpen in een 150 jaar oud pand aan de Geuzenstraat de nieuwe galerie Newchild opengegaan. In de verbouwde ruimte zal het werk van kunstenaars te zien zijn die in West-Europa nog niet worden gerepresenteerd. Het initiatief kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen de Amerikaanse architect en designer Chandler Noah, de Colombiaanse kunstenaar Diego Castaño en de Belgische kunsthistoricus Sarah Vanwelden die eerder voor Christie’s in Londen werkte. Voor de verbouwing, naar het ontwerp van Chandler Noah, werd gewerkt met lokale ambachtslieden. Newchild zal in samenwerking met de New Yorkse galerie Dobrinka Salzman naast hedendaagse kunst ook een selectie twintigste-eeuws design aanbieden. (newchildgallery.com)

Kunstbeurzen uitgesteld

Als gevolg van de coronacrisis is Art Basel verplaatst naar 17 tot 20 september, Art Cologne moet plaatsvinden van 19 tot 22 november. Art Brussels en Art Paris hebben daarentegen hun editie van dit jaar afgeblazen.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou besteden. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. Een laatste mogelijk enigszins verrassend punt is de wens, die tevens als criterium zal doorwerken bij beoordeling van subsidiedossiers, naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. Kunst wordt hier beschouwd als ‘gemeenschapsvormende hefboom’. Binnen dit kader wordt het belang van sociaal-artistiek werk benadrukt. De aandacht voor het erfgoed is een beleidslijn die al lang voorspeld was. Concreter leidt die tot een hogere waardering voor kunst die met erfgoed in wisselwerking treedt, en bij subsidietoekenning zal dat gevalideerd worden. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien. Dat het nieuwe beleid graag Vlaamse kunst ziet die internationele uitstraling heeft is een evenmin verrassend punt.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou besteden. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. Een laatste mogelijk enigszins verrassend punt is de wens, die tevens als criterium zal doorwerken bij beoordeling van subsidiedossiers, naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. Kunst wordt hier beschouwd als ‘gemeenschapsvormende hefboom’. Binnen dit kader wordt het belang van sociaal-artistiek werk benadrukt. De aandacht voor het erfgoed is een beleidslijn die al lang voorspeld was. Concreter leidt die tot een hogere waardering voor kunst die met erfgoed in wisselwerking treedt, en bij subsidietoekenning zal dat gevalideerd worden. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien. Dat het nieuwe beleid graag Vlaamse kunst ziet die internationele uitstraling heeft is een evenmin verrassend punt.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou verdelen. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. Een laatste mogelijk enigszins verrassend punt is de wens, die tevens als criterium zal doorwerken bij beoordeling van subsidiedossiers, naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. 

 

 

Verwachte kernpunten van het vooropgestelde beleid zijn onder meer de aandacht voor het erfgoed. Kunst die daarmee in wisselwerking treedt, zal bij subsidietoekenning op meer achting kunnen rekenen. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou verdelen. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen. Een laatste mogelijk enigszins verrassend punt is de wens, die tevens als criterium zal doorwerken bij beoordeling van subsidiedossiers, naar een kwalitatief en laagdrempelig kunstenaanbod voor kinderen en een brede laag van de bevolking. 

 

 

Verwachte kernpunten van het vooropgestelde beleid zijn onder meer de aandacht voor het erfgoed. Kunst die daarmee in wisselwerking treedt, zal bij subsidietoekenning op meer achting kunnen rekenen. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou verdelen. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen.

 

 

Verwachte kernpunten van het vooropgestelde beleid zijn onder meer de aandacht voor het erfgoed. Kunst die daarmee in wisselwerking treedt, zal bij subsidietoekenning op meer achting kunnen rekenen. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien.

Strategische Visienota Kunsten besteedt meer aandacht aan architectuur en beeldende kunst

Na de doorgevoerde besparing in 2019, met de kaasschaaf voor de structurele subsidies (6%) en met het snijmes voor de projectsubsidies (oorspronkelijk 60%, na correctie 47%), was het uitkijken naar de wijze waarop cultuurminister Jan Jambon de middelen in de toekomst zou verdelen. De krachtlijnen die zijn beleid vorm moeten geven, zijn na te lezen in de Strategische Visienota Kunsten die begin april werd gepubliceerd. Opmerkelijk is het voornemen om binnen het kader van ‘een evenwichtige spreiding van de middelen’ aan onder meer beeldende kunsten, vormgeving en architectuur meer aandacht te schenken. In de huidige verdeling van de structurele subsidies, abstractie gemaakt van de ‘grote instellingen’, gaat meer dan 65% van het budget naar theater, muziek en multidisciplinair. Beeldende kunst en architectuur ontvangen samen amper 6%. Van het theater (goed voor 28%) wordt wel eens gesteld dat het overgesubsidieerd is, met een negatieve impact op de kwaliteit. Anderzijds maken studies duidelijk dat de verschillende kunstvormen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Zo genereren beeldende kunst, design en architectuur in een liberale economie vlot eigen kapitaal, terwijl dat voor theater bijna onmogelijk is. Ook zijn er vanzelfsprekend grote verschillen in de kosten (personeelskosten, materiële kosten) die de productie binnen verschillende kunstvormen veronderstellen. Is het toevallig dat het nieuwe beleid extra aandacht wil besteden aan kunstvormen die meer marktgericht zijn ? Nog een opmerkelijk punt, zeker na de eerder doorgevoerde korting op de projectsubsidies, is de visie die de individuele kunstenaar als hoeksteen van het kunstenlandschap en -beleid beschouwt. Hoewel het de evidentie zelve lijkt, wordt het Vlaamse cultuurbeleid al jarenlang bekritiseerd omdat het op dit vlak steeds in gebreke is gebleven. Jambon wil kunstenaars op rechtmatige wijze in verschillende fases van hun carrière ondersteunen. Anderzijds zet de minister in op ondernemerschap en zelfredzaamheid. Een moeilijke evenwichtsoefening wordt het dan ook in vele gevallen om uit te maken wanneer een kunstenaar ondersteuning door de overheid nodig heeft, dan wel dient te worden aangepord tot meer ondernemerschap. Het maakt nieuwsgierig naar hoe dit deel van het beleid vorm zal krijgen.

 

 

Verwachte kernpunten van het vooropgestelde beleid zijn onder meer de aandacht voor het erfgoed. Kunst die daarmee in wisselwerking treedt, zal bij subsidietoekenning op meer achting kunnen rekenen. Een dergelijke inhoudelijke sturing is binnen de Vlaamse cultuurpolitiek ongezien.

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de cultuursector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. 

 

Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot de minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie van een meerderheid van kunstenaars

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de cultuursector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. 

 

Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot de minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie van een meerderheid van kunstenaars

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. Meer info onder over onder meer de steunmaatregelen is te vinden via kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl voor Nederland en flandersdc.be, kunsten.be, cjsm.be voor Vlaanderen.

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. Meer info onder over onder meer de steunmaatregelen is te vinden via kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl voor Nederland en flandersdc.be, kunsten.be, cjsm.be voor Vlaanderen.

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. 

 

 

Meer info onder meer op kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl, kvk.nl

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen is een noodfonds van 200 miljoen euro opgericht voor de sectoren Cultuur, Jeugd, Sport, Media, de sierteelt, de mobiliteit en delen van de toerismesector. Hoe dit zal aangewend worden, is nog niet duidelijk. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot federaal minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie voor vele kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. 

 

 

Meer info onder meer op kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl, kvk.nl

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen wordt voorlopig geen extra budget vrijgemaakt. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot de minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie van een meerderheid van kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. 

 

 

Meer info onder meer op kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl, 

Coronacrisis treft cultuursector zwaar: de steunmaatregelen

In Nederland kondigde minister Ingrid van Engelshoven aan dat het kabinet 300 miljoen euro extra beschikbaar stelt om de culturele sector door de zware eerste maanden van de coronacrisis te helpen. Ook gaat de overheid leningen verstrekken aan onder meer galeries. De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) wees op de zorgwekkende vooruitzichten voor vele galeries, niet in het minst omdat een belangrijk deel van de omzet gerealiseerd wordt in de maanden maart tot juni. In die periode vinden immers belangrijke internationale kunstbeurzen als Art Paris, Art Brussels, Art Cologne en Art Basel plaats. De eerste twee zijn afgelast. Art Basel is uitgesteld tot september, Art Cologne tot november. Het ministerie berekende dat de culturele sector in het geheel door de coronacrisis één miljard euro aan inkomsten zal derven tussen 12 maart en 31 mei. Van Engelshoven maakt zich sterk dat tijdens de recessie die op de crisis volgt de sector geen bezuinigingen hoeft te verwachten. Het extra budget is bedoeld om instellingen van vitaal belang te ondersteunen en zo de werkgelegenheid in de sector te stimuleren. Kunstenaars die zzp’er zijn kunnen beroep doen op generieke maatregelen zoals tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandigen.

In Vlaanderen wordt voorlopig geen extra budget vrijgemaakt. Wouter Hillaert en Kobe Matthys richtten zich in Knack tot de minister van Werk en Economie Nathalie Muylle om haar aandacht te vestigen op de problematische situatie van een meerderheid van kunstenaars. Ze wijzen erop dat een derde van de kunstenaars ‘vaak of enkel via ‘sociale bureaus voor kunstenaars’ (SBK’s als Amplo, Smart, Tentoo) werkt, soms in combinatie met een vaste deeltijdse job of andere statuten als zelfstandige in bijberoep’. De uitgewerkte steunmaatregelen houden geen rekening met deze flexwerkers. Hillaert en Matthys berekenen dat drie- à vierduizend cultuurwerkers tot zeker eind augustus geen inkomen zullen hebben, onder meer omdat ze niet in aanmerking komen voor tijdelijke werkloosheid. Als oplossing stellen ze voor om dat recht minder strikt te interpreteren. 

 

 

Meer info onder meer op kunsten92.nl, kunstenbond.nl, boekman.nl, 

Kunstbeurzen

Traditiegetrouw staan in april een aantal grote kunstbeurzen op het programma. Art Paris met 150 galeries en meer dan 60.000 bezoekers vindt plaats van 2 tot 5 april; Art Cologne met 183 galeries en iets minder dan 60.000 bezoekers vindt plaats van 23 tot 26 april, net als Art Brussels met 160 galeries en een kleine 25.000 bezoekers. Tegenover de grote kunstbeurs heeft Poppositions als grassrootsinitiatief de voorbije acht jaar een alternatief model willen bieden, waarbij voor elke editie een andere locatie werd gezocht. Met de eerder algemene vaststelling dat de kunstwereld en de stad Brussel de voorbije jaren grote veranderingen hebben ondergaan, kondigde Poppositions in februari aan dat de editie voor 2020 niet zal plaatsvinden. De nieuwe situatie noopt tot een nieuw model, dat nog moet worden ontwikkeld. (poppositions.com)

Museum abstracte kunst geopend in Jette

Op 9 november is in Jette het nieuwe Museum voor Abstracte Kunst geopend. Het is ondergebracht in een recent gerestaureerd pand naast het René Magritte Museum, en is er een uitbreiding van. Het initiatief sluit aan bij de opdracht die dat museum zich heeft gesteld om naast werk van Magritte ook het werk van tijdgenoten te tonen. Vooraleer hij bekendheid verwierf als surrealist onderhield Magritte nauwe banden met abstracte kunstenaars. Er zijn permanent 250 werken van voornamelijk Belgische kunstenaars te zien. De gehele collectie omvat 750 werken en is samengebracht door André Garitte, die ook conservator en mecenas van het museum is. Eén verdieping is gewijd aan de pioniers van de Belgische abstractie, met werk van onder andere Jozef Peeters, Pierre-Louis Flouquet, Victor Servranckx, Georges Vantongerloo. De twee andere verdiepingen tonen abstracte kunst van na 1950, met bijvoorbeeld Pol Bury, Pierre Alechinsky, Jean Rets of Jo Delahaut. Volgens het museum is de Belgische abstracte kunst een gedeelde geschiedenis tussen Brusselaars, Vlamingen en Walen, en geven deze werken blijk van een Belgische identiteit. Het wordt financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (magrittemuseum.be)

Belgian Art Prize opnieuw geannuleerd

Voor de tweede keer in twee jaar tijd wordt er geen Belgian Art Prize uitgereikt. In juni vorig jaar werden vijf genomineerden bekendgemaakt: Agentschap, Sammy Baloji, Saddie Choua, Jacqueline Mesmaeker en Joëlle Tuerlinckx. Deze geselecteerde kunstenaars stelden gezamenlijk een aantal eisen, die ‘veranderingen in het reglement, de partnerschapsovereenkomsten en de organisatie van de Prijs behelzen’. De organisatoren wilden niet op die eisen ingaan en besloten de prijs af te gelasten. De geplande tentoonstelling in Bozar met werk van de laureaten zal evenmin plaatsvinden. Vorig jaar trokken de laureaten zich terug nadat er commotie was ontstaan door feit dat er enkel blanke mannelijke kunstenaars waren geselecteerd. (belgianartprize.be)

Flacc en Ciap vormen samen nieuwe instelling

De Hasseltse kunstverein Ciap en de Genkse werkplaats voor beeldende kunstenaars Flacc zullen in het najaar samengaan en een nieuwe instelling vormen. Ciap verhuisde in december al naar de postindustriële site C-mine in Genk. De fusie zal leiden tot een centrum voor hedendaagse kunsten met een nieuwe naam, ondersteund door de Stad Genk en de Vlaamse overheid. Het zal onderdak vinden in een nieuw gebouw naar een ontwerp van het Belgische architectenbureau 51n4e en het Griekse bureau Point Supreme, dat in het voorjaar van 2023 moet worden opgeleverd. (ciap.be en flacc.info)

Benoeming nieuwe directeur Bozar uitgesteld

Dat België al meer dan een jaar geleid wordt door een regering in lopende zaken kan ook directe gevolgen hebben voor een federale ‘biculturele’ instelling. Bij Bozar liep in december het (derde) mandaat van directeur Paul Dujardin af. Maar het is wachten op de vorming van een federale regering alvorens een nieuwe directeur wordt aangesteld. Het bestuur van Bozar schoof na een selectieprocedure vorig jaar drie kandidaten naar voren: Paul Dujardin zelf, Jan Raes (tot vorig jaar directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest Amsterdam) en Christian Longchamp (Zwitserse operadramaturg). Om de continuïteit van de werking te garanderen blijft Paul Dujardin voor onbepaalde duur aan het hoofd van de instelling. Dat maakt de situatie in Bozar er niet eenvoudiger op. De werknemers klagen immers reeds meer dan een jaar over de te hoge werkdruk en de onrealistische eisen van Dujardin. De vakbonden hoopten dat met de ingang van een nieuw mandaat dit jaar aan deze malaise definitief een einde kon worden gemaakt. (bozar.be)

Negentien presentatie-instellingen en tijdschriften beeldende kunst ontvangen bijdrage Mondriaan Fonds

Het Mondriaan Fonds kent tijdens zijn jaarlijkse aanvraagronde ruim 3,7 miljoen euro toe aan de programma’s van negentien presentatie-instellingen en tijdschriften voor hedendaagse beeldende kunst. Deze platforms, van Aruba tot Groningen, krijgen de bijdrage voor hun inspirerende programma’s van één tot maximaal drie jaar. De bijdragen variëren van 26.500 tot 190.000 euro op jaarbasis. ‘Deze negentien instellingen’, aldus het Mondriaanfonds, ‘staan aan de basis van het beeldende kunstveld en zijn onmisbaar binnen een gezond kunst-ecosysteem waar musea, kunstenaars en het publiek baat bij hebben. Tijdschriften dragen in meer of minder traditionele vorm bij aan actuele discussies in de beeldende kunst.’  Samen met De Witte Raaf ontvangen ook de tijdschriften Metropolis M en Mister Motley een bijdrage. (Voor De Witte Raaf was het van 2012 geleden dat het vanuit Nederland ondersteund werd, nadat bij de bezuinigingsronde in 2011 door staatssecretaris Halbe Zijlstra elke subsidie aan culturele tijdschriften was geschrapt.) De presentatie-instellingen die een bijdrage krijgen zijn: De Appel (Amsterdam), Ateliers’89 (Oranjestad, Aruba), Casco Art Institute (Utrecht), Club Solo (Breda), Extrapool (Nijmegen), Hotel Maria Kapel (Hoorn), Instituto Buena Bista (Willemstad, Curaçao), Kunstfort bij Vijfhuizen (Vijfhuizen), Kunstvereniging Diepenheim (Diepenheim), Noorderlicht (Groningen), P/////AKT (Amsterdam), PrintRoom (Rotterdam), Project Space 1646 (Den Haag), Rib (Rotterdam), W139 (Amsterdam) en WORM (Rotterdam). (mondriaanfonds.nl)

Sonsbeek voorziet een doorlopend programma na 2020

Van 5 juni tot 13 september 2020 vindt de vierjaarlijkse internationale beeldententoonstelling Sonsbeek plaats in Arnhem. Na deze twaalfde editie zal een doorlopend programma worden opgestart. De naam Sonsbeek2020 wordt veranderd in Sonsbeek2024. Zowel artistiek directeur Bonaventure Ndikung als het team van curatoren en een deel van de kunstenaars blijven daarbij betrokken. Ndikung en zijn team hebben voor het programma een concept bedacht onder de titel Force Times Distance – On Labour and its Sonic Ecologies. Aan de hand van de thema’s ‘arbeid’ en het ‘sonische’ (geluid, muziek, mondelinge geschiedenis) wil Ndikung feit en fictie over Arnhem en de regio in verband brengen met verhalen wereldwijd, en met lokale en mondiale verschuivingen op het terrein van politiek, economie en technologie. Door kritisch naar het verleden te kijken en te luisteren naar alternatieve geschiedenissen en aspecten van gender, identiteit, ras en diaspora, wil sonsbeek2024 modellen voor de samenleving van de toekomst onderzoeken. (sonsbeek2020.org)

Middelheimmuseum opent collectiepaviljoen

Op 12 oktober heeft het Middelheimmuseum zijn nieuwe collectiepaviljoen ingehuldigd. Echt nieuw is het paviljoen niet. Het gebouw waarin het paviljoen is ingericht werd immers in 2000 reeds gebouwd door Stéphane Beel als gesloten depot en werkplaats. Het werd verbouwd door RADAR architecten tot expositieruimte. Het museum koos er echter voor om het niet in te richten als tentoonstellingsruimte, maar als een open depot. De bezoeker kan er kennismaken met werken die niet geschikt zijn voor presentatie in het park en de andere paviljoenen, maar die het museum heeft verworven omwille van de oorspronkelijke missie: een internationaal overzicht bieden van de moderne beeldhouwkunst, van de grote voorlopers op het einde van de negentiende eeuw tot de eigen tijd. Daarnaast zijn er ook de zogenaamde steuncollecties met maquettes en modellen, tekeningen en grafiek, mediakunst en fotografie. De opstelling wordt voortdurend aangepast. Er zijn zowel topstukken te zien, als verrassende ontdekkingen te doen. Werken van Giacometti, Trampedach, Rosso, Piccinini, Gentils, Köllwitz, Lohaus, De Bruyckere, Chetwynd, Deacon, Zadkine en anderen staan eenvoudig en functioneel opgesteld, soms helemaal, soms gedeeltelijk uitgepakt. (middelheimmuseum.be)

Rory Pilgrim wint Prix de Rome Beeldende Kunst 2019

Op 31 oktober ontving beeldend kunstenaar Rory Pilgrim (Bristol, 1988) de Prix de Rome Beeldende Kunst 2019 uit handen van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De prijs werd uitgereikt in aanwezigheid van Koningin Máxima. Pilgrim won de onderscheiding voor zijn film The Undercurrent (2019-ongoing). Bij de prijs hoort een geldbedrag van 40.000 euro en een werkperiode in de American Academy in Rome. De Prix de Rome wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan een getalenteerde beeldend kunstenaar in Nederland. In de vijftig minuten durende film neemt Rory Pilgrim de bezoeker mee in de wereld van een groep jongeren uit de Amerikaanse plaats Boise (Idaho). De film snijdt thema’s aan als de klimaatcrisis, genderongelijkheid, dakloosheid. De jury, die unaniem voor Pilgrim had gekozen, sprak haar waardering uit voor de wijze waarop de kunstenaar zich met deze groep jongeren geëngageerd heeft. Ze hechtte belang aan zijn intentie om de samenwerking op andere manieren te blijven voortzetten. (prixderome.nl)

Nieuwe kunstruimte Tick Tack in Antwerpen

In Antwerpen is in september de nieuwe kunstruimte Tick Tack opengegaan. Ze bevindt zich aan de Mechelsesteenweg in het brutalistisch gebouw De Zonnewijzer uit 1955 van Léon Stynen. Het programma is tweeledig. Overdag presenteert de kunstruimte tentoonstellingen, bij duisternis het programma ‘Cinema Tick Tack’. De zes meter hoge vitrine biedt plaats aan een projectiescherm voor videovertoningen. Daarmee bereikt de kunstruimte een groot publiek van voorbijgangers en pendelaars die dagelijks op het drukke kruispunt passeren en wil ze de grens tussen private en publieke ruimte doorbreken. (ticktack.be)

Printing Plant Art Book Fair

Van vr 22 tot zo 24 november vindt tijdens Amsterdam Art Weekend de tweede editie van Printing Plant Art Book Fair plaats. De driedaagse kunstboekenbeurs, een initiatief van Looiersgracht 60, verwelkomt meer dan tachtig onafhankelijke (inter)nationale uitgevers. Naast de presentatie van kunstenaarsedities, catalogi, boeken en monografieën ruimt de beurs, in samenwerking met Athenaeum Boekhandel, ook een speciale plaats in voor tijdschriften en zines die over het algemeen niet beschikbaar zijn in boekhandels. Nieuwe deelnemers zijn onder meer Bon Gah uit Teheran, en Sternberg Press en Little Steidl uit Duitsland. Looiersgracht 60, Amsterdam. (looiersgracht60.org)

Printing Plant Art Book Fair

Van vr 22 tot zo 24 november vindt tijdens Amsterdam Art Weekend de tweede editie van Printing Plant Art Book Fair plaats. De driedaagse kunstboekenbeurs, een initiatief van Looiersgracht 60, verwelkomt meer dan tachtig onafhankelijke (inter)nationale uitgevers. Naast de presentatie van kunstenaarsedities, catalogi, boeken en monografieën ruimt de beurs, in samenwerking met Athenaeum Boekhandel, ook een speciale plaats in voor tijdschriften en zines die over het algemeen niet beschikbaar zijn in boekhandels. Nieuwe deelnemers zijn onder meer Bon Gah uit Teheran, en Sternberg Press en Little Steidl uit Duitsland. Looiersgracht 60, Amsterdam. (looiersgracht60.org)

Jan Vercruysse Foundation werkt aan catalogue raisonné

De Jan Vercruysse Foundation doet een oproep aan alle mogelijke betrokkenen die werk van Jan Vercruysse bezitten of hebben bezeten om contact op te nemen. De Foundation werkt aan een catalogue raisonné waarin de ongeveer 750 werken van de kunstenaar die tussen 1974 en 2014 tot stand kwamen in chronologische volgorde zullen worden geïllustreerd en gedocumenteerd. (janvercruyssefoundation.com)

Nieuw Amsterdams kunstinstituut geopend

Op 21 juni werd op het Hembrugterrein, op de grens van Amsterdam en Zaandam, het nieuwe kunstinstituut Het HEM geopend met de tentoonstelling Chapter 1NE. Het instituut is gevestigd in een voormalige kogelfabriek van bijna 10.000 m². Naast de tentoonstellingsruimte huisvest Het HEM een huiskamer met bibliotheek, kunstenaarsstudio’s, de Dynamic Range Music Bar, het restaurant Europa en de in opdracht gemaakte installatie Still Life (2019) van RAAAF. Later wordt er ook een hotel aan toegevoegd. Het instituut wil de presentatie van beeldende kunst combineren met een programmering van muziek, performance en dans, en met maatschappijkritische publieke programma’s en participatieve, educatieve activiteiten. Het programma is verdeeld over seizoensgebonden ‘Chapters’, die telkens in samenwerking met een gastcurator worden ontwikkeld. Zij worden geselecteerd op grond van een persoonlijk verhaal, van professionele expertise of uitzonderlijke ervaring waarmee ze een bijzonder perspectief kunnen bieden op onze tijd. Zo is Chapter 1NE gerealiseerd door Edson Sabajo en Guillaume Schmidt, een creatief ondernemersduo bekend van het succesvolle streetwearmerk Patta. Voor de tweede tentoonstelling, die in september opent, transformeert de Chileens/Amerikaanse producent en componist Nicolás Jaar de ruimte van Het HEM in een interdisciplinair en experimenteel researchcentrum. (hethem.nl)

Framer Framed verhuist

Framer Framed, het Amsterdamse platform voor hedendaagse kunst, beeldcultuur en kritische theorie en praktijk, verlaat in augustus na vijf jaar het pand in de Tolhuistuin en verhuist naar de voormalige Oostergasfabriek aan de Oranje-Vrijstaatkade. Het gebouw heeft een oppervlakte van ruim 1.000m² en biedt plaats aan tentoonstellingen en het educatie- en publieksprogramma. De officiële opening vindt plaats vr 27 september. Ook op de nieuwe locatie wil het platform zich verhouden tot de buurt en programma’s met lokale partners ontwikkelen, en tegelijk het internationale profiel versterken. In 2018 had Framer Framed reeds een tweede projectruimte in gebruik genomen in de Amsterdamse Molenwijk. (framerframed.nl)

Renteloze kunstlening in Nederland en Vlaanderen

Het Mondriaan Fonds werkte binnen de KunstKoopregeling samen met ABN AMRO voor het verstrekken van renteloze leningen. De bank maakte onlangs echter bekend dat zij deze samenwerking opzegt. De KunstKoop wijkt voor de bank te veel af van de overige leenproducten en past niet in het beleid ze de komende jaren zal voeren. De KunstKoopregeling kan daarom niet in de huidige vorm blijven voortbestaan. Op dit moment voert het Mondriaan Fonds gesprekken met diverse experts over mogelijke alternatieven. De KunstKoopregeling in samenwerking met ABN AMRO zal worden beëindigd per 1 april 2020. Aanvragen voor leningen kunnen tot en met 29 februari 2020 bij ABN AMRO worden ingediend. Daarbij wordt vanaf 1 januari 2020 de maximale looptijd van een kunstlening verlaagd van drie jaar naar twee jaar. Bestaande leningen lopen uiteraard gewoon door.

In Vlaanderen moet de renteloze kunstlening, die al enige tijd in een pilootfase zat, onder de naam Kunst Aan Zet vanaf september daadwerkelijk van start gaan. De lening kan worden aangegaan door particulieren om werk aan te kopen van Vlaamse en Brusselse kunstenaars of ontwerpers. Het geld moet ten goede komen aan kunstenaars in de eerste plaats, maar ook aan promotiegaleries en kunstorganisaties opgericht door minstens twee kunstenaars. Een bedrag van 500 tot 7.000 euro kan, gespreid over een periode van maximaal twee jaar, worden afbetaald. Het initiatief zou een duurzame economische groei in de beeldende en toegepaste kunsten moeten stimuleren. De eerste aanzet ervan werd gegeven door Adriaan Raemdonck, voorzitter van de BUP, de professionele koepel van Belgische galeries. (mondriaanfonds.nl en kunstaanzet.be)