width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

125

januari-februari 2007

Verkiezingen (een voorlopig slot)

Met twee bijdragen zet De Witte Raaf een voorlopig punt achter een reeks artikelen rond het VB en extreem-rechts. Voor die gelegenheid werd aan Hans Blokland en Jan Blommaert gevraagd om terug te blikken op de verkiezingen die in de herfst van 2006 plaatsvonden in Vlaanderen én Nederland – respectievelijk de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober en de nationale verkiezingen van 22 november 2006. Het globale beeld is erg verschillend. In Nederland krimpen alle middenpartijen – de sociaal-democratische PvdA voorop – ten koste van verschillende partijen die knagen aan de flanken van dat politieke middenveld. De SP, een partij met een maoïstisch verleden, komt als grootste winnaar uit de bus, maar ook partijen als de ChristenUnie en de PvdV van Geert Wilders doen het goed. In Vlaanderen fungeert één extreem-rechtse partij (VB) als aantrekkingspool voor de misnoegde kiezer (in tegenstelling tot veel commentatoren ziet Jan Blommaert die partij niet zo slecht presteren op 8 oktober). Maar er zijn ook verleidelijke parallellen. Politici zijn celebrities geworden – getuige de campagne van Patrick Janssens in Antwerpen – en de auteurs hebben allebei vragen bij de geloofwaardigheid en de ‘houdbaarheid’ van deze politici. Overigens is er een pikante – maar misschien ook veelzeggende – gelijkenis tussen de rechtsliberale politica Rita Verdonk en haar positie binnen de liberale VVD, en het avontuur van stemmenbom Jean-Marie Dedecker bij de Vlaamse liberalen (VLD); terwijl Verdonk haar partij echter nog steeds gegijzeld houdt, heeft de VLD haar tijdbom meteen na de verkiezingen onschadelijk gemaakt.

Bart Verschaffel bespreekt in dit nummer een merkwaardig boek van T.J. Clark. Zijn Sight of Death. An Experiment in Art Writing is een kunsthistorische reflectie in dagboekvorm die volledig draait rond twee schilderijen van Poussin, die een tijdlang samenhingen in het Getty Museum. Centraal in het boek staat in eerste instantie het ‘contextloze’ kijken – een ongewone aanpak voor Clark die bekendstaat voor zijn sociaal-historische, contextuele analyses van kunst. Het belang van dit experiment zit hem hierin dat Clark de semantische opaciteit van het kunstwerk affirmeert, en dit niet ten koste van de interpretatieve gelaagheid, maar doorhéén de interpretaties en de projecties die door het kijken worden ontketend.

Voorts in dit nummer: een tekst van Ernst van Alphen over Ronald Ophuis; een tekst van Eric de Bruyn over de films van Richard Serra, teruggaand op een lezing van december 2006 in argos (Brussel); en een bespreking door Dirk Pültau van de Academy-tentoonstellingen die tijdens de herfst van 2006 in het MuHKA (Antwerpen) en het Van Abbemuseum (Eindhoven) plaatsvonden.