width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

51

september-oktober 1994

Het proces

Deze en de volgende aflevering van “De Witte Raaf” zijn in ruime mate gewijd aan het proces, een concept dat het vooral goed deed in de tweede helft van de jaren ’60 en de eerste helft van de jaren ’70, en nu weer helemaal terug is.

In de dagboeknotities van 1969 van Daniël Robberechts, de auteur van verschillende works in progress, waarvan het laatste, “TOT”, dit najaar postuum gepubliceerd wordt, liggen de droom én de nachtmerrie van de dagelijkse, de permanente praktijk besloten.

Maar wat is het proces eigenlijk? Door het proces ten opzichte maar ook in het verlengde van andere termen te situeren, ontbloot Dirk Lauwaert een reeks distinctieve trekken en een krachtige probleemstelling. “Is er een groot verschil tussen de simulatie van creativiteit door een programma (het Constructivisme) en de registratie van creativiteit in haar documentatie (het Vitalisme)?” Op het eerste deel van de vraag komen we graag in het volgende nummer terug. De retrospectieve tentoonstelling van Joseph Beuys in Parijs stelt Camiel van Winkel in de gelegenheid om op het tweede deel van de vraag in te gaan.

In deze aflevering onderzoeken we voorts een essentiële component van het proces:een onblusbaar verlangen. Frank Vande Veire bespreekt “Le bain de Diane” en de romantrilogie “Les lois de l’hospitalité” van Pierre Klossowski en stelt de vraag of de inlossing, vervulling, bevrediging,… van het verlangen getoond en gekend kan worden. Kan het gestolde verlangen zichtbaar gemaakt worden? Marc Holthof situeert de (zogenaamd) totale zichtbaarheid, de pornografie in het licht van twee 19de eeuwse uitvindingen, het panopticum en het panorama.

Kan het proces op zijn beurt eigenlijk wel geproduceerd worden of verwordt het dan onwillekeurig tot produktie? Deze metamorfose intrigeert een aantal auteurs: Kees Ouwens, waarvan we “twee” en een stuk van “drie” uit zijn in dit najaar te verschijnen boek “Een twee drie vier…” publiceren, en de kunstenaars Fabrice Hybert en Eran Schaerf.

Een concrete aanleiding voor een discussie over het proces is de tentoonstelling “This is the show and the show is many things” die momenteel in het Museum voor Hedendaagse Kunst van Gent voorbereid wordt. Als participant aan en observator van de opbouw van de tentoonstelling gaat Dirk Pültau op zoek naar het in het museum ontplooide proces. Aernout Mik blikt terug op “Swallow”, een antecedent, in meerdere opzichten, van”This is the show…”.

Naar goede gewoonte sluiten we af met een scherpe analyse van het Vlaamse (cultuur)beleid, ditmaal van de hand van Dieter Lesage.