Essays
-
Koning Midas in Wonderland
Camiel van Winkel -
Vormgeving ontwerpen
Jouke Kleerebezem -
Sociaal modernisme
De designkritiek van K.-N. Elno (1920-1993)
Fredie Floré -
Het schilderij en de afvalbak
Sven Lütticken -
Een pop die tot iets menselijks is gekneed
Honderd jaar hedendaagse kunst volgens Thierry de Duve
Camiel van Winkel -
De aansprakelijkheid van de beschouwer
Bart Verschaffel in gesprek met Thierry de Duve
Bart Verschaffel -
Het natuurlijke beeld
Marie José Mondzain
Besprekingen
-
Exitcongomuseum
Alexandra Pauwels -
De collectie Herbert
Dirk Pültau -
La part de l’autre, l’Ecole de Paris 1904-1929
Lieven Van Den Abeele -
Paris pour escale
Lieven Van Den Abeele
-
Een museum waar de dingen elkaar overlappen
Camiel van Winkel -
Hans Haacke en Boijmans. Van Abbemuseum over zichzelf
Dirk Pültau -
Krijn de Koning
Sven Lütticken -
De toekomst van het verleden
Pascal Gielen -
De idee Maurice Gilliams
Bart Meuleman -
A-Prior
Etienne Wynants -
Uri Tzaig
Ilse Kuijken -
Rodney Graham
Dirk Pültau
89
januari-februari 2001
Over vormgeving
Het uitzicht van mensen en dingen blijkt alsmaar belangrijker, en de aanmaak ervan wordt meer en meer toevertrouwd aan specialisten-ontwerpers. Omgeven door spektakel enerzijds en ‘design’ anderzijds, komt ook de kunst – kunst die ‘zichzelf’ wil zijn als ‘ware schoonheid’, als revelerend beeld, als kritisch commentaar – in de problemen. Wat doet de vorm? Wat betekent de vorm? Staat daar – voor de kunst en voor de wereld – iets op het spel? Dit nummer van De Witte Raaf groepeert enkele teksten die aspecten van deze vraag formuleren. Camiel van Winkel opent met een beschouwing over de praktijk van ‘totale vormgeving’ en de controle die deze impliceert. Fredie Floré portretteert het gedachtengoed van de Vlaamse designcriticus Karel Elno tegen de achtergrond van de huidige afwezigheid van een sociaal-politieke kritiek van het gebruiksvoorwerp en het interieur. Sven Lütticken confronteert de designkunst van Jorge Pardo en Tobias Rehberger met modernistische opvattingen en pogingen om kunst, decoratie en binnenhuisinrichting op elkaar te betrekken. Jouke Kleerebezem, tenslotte, geeft aan hoe de traditionele idee van vormgeving als een expressieve handeling die betekenis verleent aan de materiële werkelijkheid, haar geldigheid verliest in de informatiesamenleving. Na kunst en traditioneel design is er nood aan nieuwe vormen voor de onhanteerbare informatiestroom.
Het tweede thema van dit nummer is de tentoonstelling en de catalogus Kijk, 100 jaar hedendaagse kunst van Thierry de Duve. De Duve ontwikkelt de relatie tot het publiek vanuit een analogie met het spreken: de kunst richt zich tot iemand. Wat gebeurt er wanneer we kunst beschouwen vanuit het standpunt: zich tot iemand richten? Hoe kunnen de toegankelijkheid en het openbaar karakter van kunst vanuit deze optiek herdacht worden? Aansluitend bij de bespreking van Kijk en een interview met De Duve publiceert De Witte Raaf de vertaling van L’image naturelle van Marie José Mondzain. Deze tekst uit 1995 vat de beeldopvatting samen van deze specialiste van de vroeg-christelijke en de byzantijnse beeldleer, die vanuit deze achtergrond ook nadenkt en schrijft over de condities voor het beeld vandaag. Mondzains gedachtengoed vormt een belangrijke referentie voor De Duve’s tekst.
Bart Verschaffel