width and height should be displayed here dynamically

Essays

170

juli-augustus 2014

Dit nummer wordt geopend door Daniël Rovers met een tekst over een schilderij van George Hendrik Breitner, dat zich bevindt in het Rijksmuseum te Amsterdam: het stadsgezicht De Singelbrug bij de Paleisstraat te Amsterdam uit 1898. We zien een reeks anonieme personages over de Singelbrug wandelen, met op de voorgrond een enigmatische dame met bontmantel en een voile voor het gezicht. Rovers ontrafelt de relaties tussen de personages, bespreekt de sociale context en vertelt de politiek geladen ontstaansgeschiedenis van het schilderij. Van naaldje tot draadje ontleedt hij Breitners doek, om aan het einde van zijn queeste tot de vaststelling te komen dat de kijkhonger daarmee niet gestild is. ‘Wie is die vrouw toch – dat is de vraag die het beeld blijft oproepen telkens als je ervoor staat’, merkt hij op. De werken van Roos Theuws, die centraal staan in de bijdrage van Ernst van Alphen, dwingen ons evenzeer om te blijven kijken, maar dan om een heel andere reden. Ze confronteren ons met de grenzen van de visuele ervaring: ‘Onze perceptie wordt […] een soort van sisyphusarbeid. Visuele ervaring kantelt in visuele ontbering.’

Steven Humblet grijpt de solotentoonstelling Lichten van Thomas Ruff in het S.M.A.K. aan om drie aspecten van het werk van de Düsseldorfse fotograaf te belichten: de omgang met het formaat, de afwezigheid van de auteur en de specifieke beeldeffecten, ofwel de ‘materialiteit’ van de fotografie. Erwin Jans spreekt met Jean Bernard Koeman over de belangrijkste thema’s in zijn beeldend werk – waaronder het verlangen naar literatuur, het verlangen naar architectuur en de omgang met de modernistische erfenis — en over de relatie tussen zijn beeldend oeuvre en zijn werk als scenograaf. Christophe Van Gerrewey bezocht een recente tentoonstelling van Anne Holtrop en Office Kersten Geers David Van Severen in de nieuwe Brusselse galerie MANIERA, en analyseert de eerste designontwerpen van beide architecten die daar te zien waren.

Het nummer besluit met een tekst van Steven Jacobs over de kunstdocumentaire Magritte ou la leçon de choses uit 1960 van Luc de Heusch. Jacobs besteedt aandacht aan het thema van ‘de kunstenaar aan het werk’ in de film en analyseert hoe de Heusch het magrittiaanse thema bij uitstek – de relatie tussen woorden, beelden en dingen – naar het filmmedium vertaalt.