width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

80

juli-augustus 1999

Over het clichématige en het waanzinnige

De afgelopen twee maanden hebben we clichés over kunst en maatschappij verzameld. Het woordenboek van pasklare ideeën is het resultaat. Spijtig genoeg heel wat minder baldadig dan het project van Flaubert – sla er zijn Dictionnaire des idées reçues maar eens op na, en lees bijvoorbeeld wat er bij Syfilis staat: “Daar loopt min of meer iedereen mee rond.” Ons Woordenboek is dus minder bot, maar dat kan de herkenning alleen maar ten goede komen. Het is onmogelijk om jezelf of je opvattingen niet te herkennen, en al even onmogelijk om de precieze auteurs van de voorbeeldzinnen te identificeren. Het zijn echte clichés, het zijn uitspraken van iedereen en van niemand.

Het is heel verleidelijk om op zoek te gaan naar krachtlijnen in het Woordenboek, naar de centrale gemeenplaatsen. Wellicht zijn er een vijftal, hooguit tien ‘grote’ clichés over kunst (en maatschappij) in omloop. Bijvoorbeeld het pasklare idee – dat trouwens al lange tijd meegaat – over de ‘aparte’ plaats van de kunst en de kunstenaar in de maatschappij. Of de al even oude gemeenplaats over de consacrerende rol van het museum, of de dooddoener over het einde van de schilderkunst. Uiteraard hebben we aandacht gehad voor die versleten opvattingen, maar we waren ook benieuwd naar clichés van meer recente makelij. Eén van die contemporaine topoi is zeker het succes van het onaffe, het tijdelijke, het hybride, het ambigue,… ‘Kunst is een voorstel,’ luidt het bijvoorbeeld. ‘Onze beslissingen zijn mogelijkheden, niet meer dan dat,’ zeggen beleidsmakers. We weten natuurlijk waar die angst voor de definitie, de duidelijkheid, het heldere en het klare,… vandaan komt, en de enige politieke partij die nog wel uitpakt met uitgesproken verschillen wordt terecht uitgesloten van de uitoefening van de macht. Maar is het ook goed om verschillen toe te dekken? In Nederland werd de ambiguïteit inmiddels politiek verzilverd met het monsterverbond tussen socialisten en liberalen. In België wordt momenteel aan een nog kleurlozer combinatie gesleuteld, Paars-Groen. Met het Woordenboek van pasklare ideeën in de hand kunnen we niet alleen een idee krijgen van het vocabularium waarmee we de komende jaren nog in toenemende mate geconfronteerd zullen worden, we worden misschien ook iets meer geprikkeld om na te gaan welke activiteiten schuilgaan achter de verdovende prietpraat. Misschien krijgen we zelfs terug trek in onvervalste verschillen!

Verder in dit nummer: een door Matthijs van Boxsel verzorgde selectie van waanwijzen (zowat de tegenvoeters van de clichématige denkers) en een opstel van Clément Rosset die op zoek gaat naar het verband tussen domheid, waanzin en haat. Tevens teksten over Clement Greenberg (door Hilde Van Gelder), Dirk Braeckman (door Frank Vande Veire), David Salle en Luc Tuymans (door Camiel van Winkel) en Andy Warhol (door Sven Lütticken) en de negende aflevering van de strip De Lage Landen: Bouwen met Bex.

 

Deze aflevering kwam tot stand met de medewerking van Eddy Bettens.