width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen


Publicaties

47

januari-februari 1994

Het jonge

Elk nieuw jaar, elk nieuw decennium, laat staan elke nieuwe eeuw schijnt de belofte van het nieuwe in te houden. Aan deze arbitraire kapstokken plegen wij het nieuwe op te hangen. (Anderzijds is het nog maar de vraag of het nieuwe nog wel met dit nieuwe jaar in verband gebracht wordt als u deze aflevering van De Witte Raaf onder ogen krijgt, want zo snel verklaren wij het nieuwe oud.)

In zijn boek “Uber das Neue”, waaruit hier de inleiding afgedrukt wordt, ontwikkelt de Russische cultuurfilosoof Boris Groys een theorie over de produktie van het nieuwe. Het open en dynamisch model van Boris Groys is polair gestructureerd. In het “archief” wordt alles dat ook maar de geringste waarde bezit opgeslagen. De “profane” ruimte omvat daarentegen al het waardeloze. Vernieuwing, aldus Groys, vindt plaats als de waardenhiërarchie in het archief overhoop wordt gehaald, ontwaard wordt, onder impuls van een valorisatie van wat voorheen als waardeloos bestempeld werd. Groys’ model gehoorzaamt nadrukkelijk een economische logica. Alhoewel de beperkingen van Groys’ visie zeker in het radicaal mechanistische karakter van zijn opzet moeten gesitueerd worden, zijn zijn opvattingen onder meer aantrekkelijk omdat ze afrekenen met talloze mythes omtrent het nieuwe (als zou wat nu bijvoorbeeld nieuw is enkel vanuit de toekomst kunnen beoordeeld worden). De produktie van het nieuwe wordt bovendien als onafwendbaar beschouwd zonder te vervallen in overdreven optimisme want, laten we eerlijk zijn, aan het nieuwe ontsnappen kan men evenmin.

Ook in de volgende afleveringen komen we uitgebreid op het nieuwe terug, namelijk op een ander scherm waarop het nieuwe onafgebroken geprojecteerd wordt: het jonge. Hoe gaan wij met het jonge om, met de jonge kunstenaar, met het jonge oeuvre? In de komende afleveringen staat deze vraag centraal in een aantal bijdragen over tentoonstellingen met jonge kunstenaars, over de inrichting van wedstrijden , over de kunstenaarsopleiding, etc. In deze aflevering bereiden twee bijdragen zo’n tentoonstelling met jonge kunstenaars voor, met name de tentoonstelling “Watt” in het Rotterdamse centrum voor hedendaagse kunst Witte de With. Jan Verplaetse bespreekt de filosofische basis van het werk van Samuel Beckett, de auteur van “Watt”. In “Mind your own business” van Bart Meuleman worden Becketts opvattingen over beeldende kunst afgewogen. “Mind your own business” vormt ook letterlijk het kader voor  een bijdrage van Joëlle Tuerlinckx, een van de deelnemers aan “Watt”.