Essays
-
Kanttekeningen bij Debords “Commentaires sur la société du spectacle”
Giorgio Agamben -
Het kunstbeleid in Vlaanderen sinds de Staatshervorming van 1980
Els Baeten -
Een crematorium van soortnamen en vertegenwoordigers
De collectie van het MUHKA
Dirk Pültau -
Œuvres reçues
Koen Brams Ilse Kuijken Dirk Pültau -
Wunderkammer des Abendlandes
De Kunst- en Wunderkammer en het museum: breuken en overgangen
Steven Jacobs -
A379089: een anti-galerij achter het museum
Barbara Vanderlinden -
Wonde plekken
Over enkele werken van Jeff Wall
Mark Kremer -
Een korte geschiedenis van de affecten
Peter Halley -
1994 – jaar van het Gezin
Bart Meuleman
Besprekingen
-
Jetztzeit
Etienne Wynants -
Blinky Palermo
Etienne Wynants
-
Onvergetelijke fotografie (of zoiets)
Erik Eelbode

53
januari-februari 1995
Kunstbeleid / Verzamelen
Nu “De Witte Raaf”, met ingang van deze nieuwe jaargang, ook in Nederland ruim verspreid wordt, is een korte omschrijving van de politiek van het tijdschrift aangewezen. Een “Cultureel Ambassadeur” is “De Witte Raaf” niet. “Te gast” wil het tijdschrift in Nederland evenmin zijn. Net als in Vlaanderen wil “De Witte Raaf” een duidelijke plaats verwerven, maar welke?
Het is makkelijk om de positie van het tijdschrift duidelijk te maken aan de hand van deze aflevering. De thematische as betreft het Vlaamse kunstbeleid in het algemeen en de wijze waarop het concreet gestalte kreeg in het verzamelbeleid van het enige museum voor hedendaagse kunst van de Vlaamse Gemeenschap en in het Vlaams aankoopbeleid dat op voorstel van de Vlaamse Commissie voor de Beeldende Kunst gevoerd werd in 1992 en 1993. “De Witte Raaf” plaatst de beeldende kunst in een zo breed mogelijke context, omdat blijkt dat deze keuze tegemoet komt aan wat slechts eufemistisch als een lacune omschreven kan worden. De discussie over het Vlaamse kunst- en (openbare) verzamelbeleid bestaat momenteel enkel uit gemeenplaatsen en cliché-opvattingen. Aan de overheid kan men om te beginnen verwijten dat ze niets doet om het debat te voeden met zinvolle voorbereidende beleidsteksten en beschouwende analyses. Met deze valse noot presenteert “De Witte Raaf” haar eerste visitekaartje aan Nederland.
In het volgende nummer willen we op beide problematieken – kunstbeleid en verzamelen – verder ingaan, maar dan niet meer vanuit dit exclusief Vlaamse, historische en panoramische vogelperspectief – wat ook de invalshoek is van Steven Jacobs in zijn bespreking van de Kunst- und Wunderkammer – maar van onderuit. Welk spoor trekt een individu tijdens zijn korte, kruipelingse verblijf in dit ondermaanse? De in dit nummer gepubliceerde kalender van de activiteiten van A379089, de “anti-galerie” die in de schaduw van de Wide White Space gedurende een korte maar krachtige periode actief was, is in wezen zo’n descriptief microsociologisch onderzoek.
Verder in dit nummer: Mark Kremer over Jeff Wall, Peter Halley over enkele geschiedenissen van de affecten, Bart Meuleman over het gezin anno 1994 en een perfect in memoriam bij de dood van de Franse cultuurfilosoof Guy Debord, geschreven door Giorgio Agamben naar aanleiding van de publikatie van de Italiaanse vertaling van Debords “Commentaires sur la société du spectacle”, dus lang vóór de dood van de betreurde.