width and height should be displayed here dynamically

Essays

195

september-oktober 2018

Conservatisme(n)

Het is onmogelijk om los van tijd en context een theorie van het conservatisme te geven: conservatisme is per definitie meervoudig. Dat leerde Karl Mannheim in zijn revelerende essay ‘De betekenis van het conservatisme’. De auteurs in dit nummer stellen direct of indirect de vraag wat nu eigenlijk conservatief mag heten. Amelia Stein: waarom zou iemand nieuw leven willen blazen in technieken uit het stenen tijdperk? Merijn Oudenampsen: wat is het nederconservatisme? Christophe Van Gerrewey: waarom verklaart een vooruitstrevende architect op grond van Marx sociale woningbouw passé? Fiep van Bodegom: gaan maatschappelijke verandering en museale conservatie samen? Jules van den Langenberg: wat is cultuur, en wat vindt Saskia Noor van Imhoff de moeite van het bewaren waard? Marc Kregting: wat valt er te denken als Axel Vervoordt zijn uitmuntende smaak en collectie etaleert? Arnold Heumakers: welke krachten veranderen een progressief denker in een bevlogen reactionair? Karl Mannheim: wat zien we niet als we ons blijven beperken tot concrete zaken, tot dat wat onder handbereik ligt? Los van het thema buigen Laurens Otto en Steven Humblet zich over twee grote fotografietentoonstellingen in respectievelijk New York en Londen.