Essays
-
‘Het beeld volgt de klank, niet andersom’
Interview met Jef Cornelis over IJsbreker
Koen Brams -
Jef Cornelis, Vlaanderen in vogelvlucht, BRT, 10 juli 1976 – Jef Cornelis, Vlaanderen 77, BRT, 11 juli 1977
Onderzoek in het BRT-archief en het persoonlijk archief van Jef Cornelis in de Jan van Eyck Academie
Jeroen Laureyns -
Montevideo, Antwerpen, 1981-1985
Kroniek van een tentoonstellingsruimte
Laura Hanssens -
Overzichten. De Keyser/Tuymans, Brussel, 2011
Bart Verschaffel -
Thomas Struth
De overzichtstentoonstelling in K20, Düsseldorf
Steven Humblet -
Cultuurwetenschappen onder druk
Wim Weymans -
Democratische verbeelding
Een themanummer van Open over populisme
Jan Blommaert -
Bekaert versus Braem.
REACTIE op het artikel van Geert Bekaert, Renaat Braem 1910 2001/2010, in De Witte Raaf, november-december 2010
Francis Strauven
Besprekingen
-
David Claerbout in Wiels. De tijd die blijft.
Pieter Van Bogaert -
James Ensor. Universum van een fantast.
Alied Ottevanger -
Picasso in Parijs 1900-1907.
Sjoerd van Hoorn -
François Morellet. Réinstallations.
Lieven Van Den Abeele -
Kees van Dongen. Fauve, anarchiste et mondain.
Lieven Van Den Abeele -
Odilon Redon. Prince du Rêve.
Merel Van Tilburg -
Manet, inventeur du moderne.
Lieven Van Den Abeele -
Thomas Houseago: What Went Down.
Dominic van den Boogerd -
Kosmos Runge. Der Morgen der Romantik.
Dirk Pültau -
Carlfriedrich Claus. Geschrieben im Nachtmeer.
Faby Bierhoff -
The Other Tradition.
Elke Van Campenhout
151
mei-juni 2011
19 januari 1983, primetime. De openbare omroep zendt de eerste aflevering van het maandelijkse discussieprogramma IJsbreker uit. Thema van de avond is het werk van Panamarenko; sprekers zijn de wetenschapper en kunstliefhebber Charles Hirsch, de schrijver en criticus Georges Adé, de wetenschapsfilosoof Herman Roelants en Panamarenko zelf. Bijzonder is dat het een livediscussie betreft, maar ronduit uniek is de manier waarop de sprekers met elkaar in gesprek (moeten) gaan. Ze zitten niet rond een tafel in een studio, waar een moderator alles in veilige banen leidt. Neen, ze zijn verspreid over het hele land en praten met elkaar via monitoren: Georges Adé en Herman Roelants vanuit de zetel ten huize Adé in Mechelen; Panamarenko vanuit zijn atelier in de Biekorfstraat te Antwerpen en Charles Hirsch vanop een barkruk in de ‘videoroom’ te Brussel, waar bovendien open en bloot wordt getoond hoe dit televisieprogramma tot stand komt. De kijker thuis krijgt afwisselend een van de locaties of de drie locaties tegelijk te zien.
De lancering van IJsbreker, naar een idee van de Vlaamse tv-maker Jef Cornelis, tevens een van de realisators van het programma, kan zonder meer als een memorabel moment in de geschiedenis van de Vlaamse televisie worden beschouwd, en wellicht zelfs in de geschiedenis van (live)televisie in het algemeen. Baanbrekend is vooral de wijze waarop IJsbreker de idee van liveness radicaliseert: doordat er letterlijk afstand heerst tussen de sprekers en de onzichtbare moderator — ‘de stem’ — slechts af en toe tussenkomt, valt de schroom tussen de sprekers weg en wordt het gevecht om spreekrecht en dus ‘media-aandacht’ op de spits gedreven. Elke vorm van sturing wordt uit handen gegeven in een poging extreem evenementiële televisie tot stand te brengen. In een interview van Koen Brams en Dirk Pültau met Jef Cornelis wordt de totstandkoming van het programma toegelicht en worden de eerste vier afleveringen besproken. Het interview wordt geflankeerd door een tekst van Jeroen Laureyns — een uitloper van de twee voorgaande nummers over kunsthistorische archieven in België. Vertrekkend van zijn onderzoek naar twee films van Cornelis (Vlaanderen in vogelvlucht uit 1976, Vlaanderen 77 uit 1977) belicht Laureyns twee archieven, het VRT-archief te Brussel en het persoonlijke archief van Jef Cornelis in de Jan van Eyck Academie te Maastricht. In een tweede contextualiserende bijdrage brengt Laura Hanssens een eerste overzicht van de ‘alternatieve’ tentoonstellingsplek Montevideo te Antwerpen (1981-1984), tevens een van de drie locaties in IJsbreker 4. Kunst te koop.
Het tweede deel van het nummer begint met twee besprekingen van monografische tentoonstellingen. Bart Verschaffel wijdt een (kritische) beschouwing aan twee recente tentoonstellingen van Belgische schilders: de retrospectieve van Luc Tuymans in BOZAR en de tentoonstelling van Raoul De Keyser in de lokettenzaal van het Vlaamse Parlement. Steven Humblet staat stil bij het recente overzicht van het werk van Thomas Struth in de Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen (K20). Verder bevat dit nummer een kritische bijdrage over de impact van recente overheidsmaatregelen op de positie van de cultuurwetenschappen aan de Vlaamse universiteiten (Wim Weymans) en een bespreking van het nummer over populisme (nr. 20) van Open. Cahier over kunst en het publieke domein door Jan Blommaert.