Essays
-
In Media Omnia
Jouke Kleerebezem -
Het onzichtbare medium
Gert Verschraegen -
Monochromie en fotojournalistiek in On Kawara’s Today-schilderijen
Jeff Wall -
De herhalingen van Pierre Huyghe
Over de eeuwige terugkeer van een scheepsramp en de remake van een bankoverval
Sven Lütticken -
Museumethiek na Broodthaers: een naïeve theorie
Thierry de Duve -
Dertig jaar buiten de perken
Gesprek over Sonsbeek 71 met Cor Blok, Judith Cahen en Lambert Tegenbosch
Camiel van Winkel -
Ter vervolmaking van het nieuwe Vlaanderen
Dirk De Schutter
Besprekingen
-
Panamarenko
Ilse Kuijken -
The Big Show
-
Snel schilderen in Frankrijk
Dirk Pültau -
Fred Holland Day
Dirk Pültau -
In the Meantime
Alice Smits -
Jitka Hanzlova
Dirk Pültau -
Rosemarie Trockel
Sven Lütticken -
Jan Dibbets
Alice Smits -
Les années pop
Lieven Van Den Abeele -
Niele Toroni
Lieven Van Den Abeele -
Reading the Contemporary
Macha Roesink -
Screen Based Arts
Sarah Leisdovich -
Louise Bourgeois
Ilse Kuijken
-
Archigram
Dieter De Clercq -
MVRDV. KM3/Pig City
Benjamin H.D. Buchloh -
Kunst in opdracht
Wouter Davidts
91
mei-juni 2001
(Re)Media
Nu duidelijk wordt dat media een woekerend systeem vormen dat weinig meedeelt over een ‘buitenwereld’, maar vooral over en met zichzelf communiceert, zou men het gebruik van de notie ‘media’ als label of theoretisch instrument misschien even moeten verbieden, om te kijken wat er dan overblijft. Misschien moeten we stoppen het mediale systeem te peilen en te analyseren teneinde er ‘buitenmediale’ boodschappen en betekenissen aan te onttrekken. En misschien is het vruchtbaarder om de eigen logica van media en hun onderlinge wisselwerkingen te volgen, precies vanuit het besef of het vermoeden dat er buiten de media weinig te zien valt. Dit nummer onderzoekt implicaties daarvan, in meer algemene termen maar ook in relatie tot het ‘kunstmedium’.
Jouke Kleerebezem opent met een problematisering van de grenzeloosheid van de mediale informatiemassa: het ‘alles’ van de media waarin elke redactie, articulatie en representatie strandt. Kleerebezems antwoord is geen defensief ‘informatie-kluizenaarschap’, maar het tegendeel: ‘alles op alles zetten’. Gert Verschraegen gaat in op de onzichtbaarheid van technologische media, die functioneren door hun eigen mediale werkelijkheid te verhullen. Kunst saboteert die schijnbare transparantie van media, aldus Verschraegen, door de aandacht op het medium en haar eigenschappen te vestigen.
Het essay van Jeff Wall over monochromie en fotojournalistiek in On Kawara’s Today-schilderijen, is een subtiele omsingeling van een “verdwijnpunt van zowel schilderkunst als fotografie”. Sven Lütticken laat zich door een specifiek en kritisch mediabewustzijn dat hij bij Pierre Huyghe herkent, uitnodigen tot reflecties over ‘het beeld als lijfeigene’ en over hedendaagse vormen van ‘appropriation’ en ‘détournement’.
Twee andere onderwerpen, die niet geheel los van elkaar staan, zijn museumethiek en Sonsbeek 71. Thierry de Duve poneert in tien punten een bewust ‘naïeve’ museumethiek als vervolg op Marcel Broodthaers’ museumficties. Camiel van Winkel voerde een gesprek met Cor Blok, Judith Cahen en Lambert Tegenbosch, in 1971 hoofdpersonen in de organisatie van en discussie rond Sonsbeek buiten de perken, die roemrucht geworden poging om op grote schaal door te breken naar het buitenmuseale domein. Met Jan Hoets Sonsbeek 2001 in aantocht, lijkt de tijd rijp voor een evaluatie.
In dit nummer ook een polemische bijdrage van Dirk De Schutter naar aanleiding van een essay van Manu Claeys over het Vlaams Blok.
Jorinde Seijdel